Ik zal het zo blijven noemen uit sentimentele waarde hoor. Namen doen mij weinig en ik vergeet ze toch.

Van Zappa heb ik normaal z'n hele oeuvre staan (ook wat je niet kunt vinden). Dus daar zit het wel snor. Mijn broer was een "superfan" (ook van Waits trouwens).
Inderdaad enorm veel maar zoveel variatie je kunt het niet beu geraken.

Bedankt voor de rest!

En zeg wat je wil seizoen 2 en 4 klinken goed 😜

Edit; hoop enkel dat ik het niet kwijt ben dat oeuvre 🤔😟
 
Dus daar zit het wel snor.
Met Zappa zit het altijd... snor
All-You-Need-To-Know-About-The-Zappa-Beard-Style.jpg





:coolbrows:
 
The Early Years Vol. 1, that's what I'm talking about :love:

Zonde dat ik dat album drie maanden geleden niet eens geprobeerd heb!
 
  • Geweldig
Waarderingen: Lint
Ik had deze onterecht en zonder echte reden overgeslagen toen het zijn beurt was, al vind ik moeten luisteren naar The Edge en Cobain als gitaristen van een classic band persoonlijk wel een uiterst grondige reden, dus laat me beginnen met mijn verontschuldigingen daarvoor. Ik dacht niets te kennen van Tom Waits, en om dat even te schetsen: Martha en Waltzing Mathilda (dat dan ook nog Tom Traubert’s Blues heet) zijn dus niet hetzelfde nummer in tegenstelling tot wat ik vermoedde. Althans niets, buiten één nummer: Goin’ Out West! Kapotgespeeld de afgelopen twintig jaar want dat kwam als tiener wel binnen op de Fight Club soundtrack die verder grotendeels elektronische muziek bevat, als ze die bar binnenwandelen en de organisatie vorm krijgt na de drie snareslagen op de intro van het nummer. Het simpele van de rauwe gitaar en bijbehorende stem, fantastisch. “Well my friends think I’m ugly, I got a maaaaasculin face” daaruit is ook iets dat me altijd bijgebleven is als ik zijn foto’s zie, Waits is geen Dave Navarro. Dus dat soort muziek was wat ik verwachtte van Waits, ook al wist ik dat dat niet altijd het geval zou zijn na het lezen van onder andere @Lint zijn uitstekende posts.

twh4k5y.png

Closing time: wel wel OK dan, volledig anders! Ik heb deze twee keer moeten beluisteren want voor de eerste keer zat ik er simpelweg met de foute ingesteldheid klaar voor. Geen rauwe elektrische gitaar, en ook geen gebrul. Voor een deel nummers is het eerlijk gezegd wat schipperen tussen ‘top’ en ‘goed’, ik vind ze top maar ik zie mij er ook niet echt zomaar weer naar luisteren. Toch is het zonde om nummers met zoveel sfeer en muzikale kwaliteit slechts bij goed te zetten, vandaar. Enkele tracks deden me ook aan andere zaken denken; Ice Cream Man leek me een doordrukje van Hit The Road Jack? Virginia Avenue was er nog zo eentje, maar ik kan het niet thuisbrengen. Martha blijft wel schitterend IMO, de sfeer op zich al maar elke keer ik dat hoor vind ik dat een geweldige melodie die ook haast elke keer weer lijkt te verrassen. Na de tweede luisterbeurt direct doorgeduwd met The Heart Of Saturday Night, maar dat beviel me iets minder. Goed begin en sterk midden met Diamonds On My Windshield en (Looking For) The Heart Of Saturday Night. De rest is me wat te meanderend op dit album, ik kan daar naar luisteren maar ik voelde dat ik soms aan het afdwalen was. Degelijk gemaakt en sfeervol met een piekje of twee, maar kwam minder binnen dan de debuutplaat ook al trekt het er erg op.

Nighthawks At The Diner was ietsje anders, niet enkel door de live aanpak maar ik associeerde dat in zijn geheel ook meer met een Jazzomgeving dan de twee vorige albums. Opnieuw heel goed gemaakt, grappige teksten of bindteksten want ik weet niet welke stukjes precies intro zijn en welke niet, maar ik zie me er niet naar terug grijpen. @kakature had bij de vierde (en vijfde, zesde, zevende) plaat dezelfde ervaring als ik had na Lint zijn post te hebben gelezen: “Verdomme man, nog blues? Ik dacht dat de freak show eindelijk ging beginnen?” Niet dat dat erg was, ik vond het heel fijn om te luisteren met enkele hele goede dingen zoals de piano op Jitterbug Boy of de vrouwenstem (die dan achteraf gewoon van Bette Midler blijkt te zijn) op I Never Talk To Strangers. Links en rechts een strijkertje en aantrekkelijke baslijnen boetseren dit dus tot aangenaam luisterwerk, bovenop de topstem van Waits. Downtown en Jersey Girl kan ik ook expliciet vernoemen als dingen die ik wel opnieuw wil horen. Vergeef het me als ik verder de vier blueselpees na Nighthawks hier rap samenpak en ze omschrijf als iets dat ik zelf niet meteen opnieuw zou opleggen buiten de echte toptracks, maar als iemand anders dit voor mij doet, ik wel met plezier zal luisteren. Feit is wel: na zeven van die pianoballadachtige vehikels vond ik het wel tijd dat het echte spektakel losbarstte. Ik heb er twee weken over gedaan om die zeven albums in verschillende sessies te beluisteren: voorspel genoeg. Ik zag ook dat de eerste zeven albums aan een tempo van praktisch één per jaar zijn uitgekomen, en dat ook dat proces vanaf Swordfishtrombones enorm veranderde, bovenop een verandering van platenlabel.

Underground en Shore Leave beginnen nog in dezelfde trant als de vorige albums, zij het met een toch duidelijk andere sound. Dan nog een instrumentaaltje voor Johnsburg, Illinois, dat eigenlijk op de vorige platen had kunnen staan qua stijl. 16 Shells from a Thirty-Ought Six, hoppa, op dit soort dingen zat ik te wachten. Het stukje zanglijn daarin van bijvoorbeeld 2m07-2m10 deed me meteen aan Goin’ Out West denken, met de dubbele herhaling van een bepaald stukje lyric dat ook doorheen de rest van dat nummer terugkomt bij bijvoorbeeld 2m32-2m38. Ik denk zelfs dat het bijna dezelfde melodie is? Zelfde voor het algemeen geluid van die track eigenlijk. Erna wordt wel wat gas teruggenomen helaas, In The Neighbourhood is nog absolute top maar dan een paar nummers uitgezonderd Down, Down, Down die me minder raakten. De combinatie Gin Soaked Boy/Trouble’s Braids was een mooie afsluiter geweest, die niet overdreven distorted elektrische gitaarblues van die eerste met die wat mysterieuze jazzy bas en avontuurlijk ritme van die tweede gaat perfect binnen. Hele goede plaat, mijn enige aanmerking was dat die xylofoononderbouwing wat vuiler mag klinken. Of dat ik dat toch wil, natuurlijk, allemaal maar persoonlijk.

Rain Dogs! Belachelijk niveau. Ik kan buiten die twee instrumentale intermezzo’s alles bij top zetten eigenlijk. Degene die bij goed staan, goh ja, weer veel van die xylofoon te bespeuren waar ik dan toch duidelijk minder van kan hebben dan andere instrumenten op dit album. Die xylofoon (of marimba blijkbaar) verdwijnt wel diep op de plaat en daar vind ik van #13 tot #17 mijn geliefkoosd Waitskwartier tot dusver: Gun Street Girl, Union Square, Blind Love, Walking Spanish, Downtown Train: heerlijk. Walking Spanish allicht mijn favoriet, en Downtown Train deed me wel erg aan Bruce Springsteen denken, zo een typische progressie of sound zelfs van hem. Pas op, in het begin staan er ook kleppers: Jockey Full of Bourbon, Tango Till They're Sore, Big Black Mariah is een geweldig trio. Veel meer moet hier niet over gezegd worden, iedereen die dit beluistert, zal tot dezelfde conclusie komen. Of ja, iedereen buiten die boerenlul Christgau.

Hier heeft een week of zo tussen gezeten, maar op naar Frank’s Wild Years. Hang On St. Cristopher direct een dikke binnenkomer om weer volledig mee te zijn, dendert lekker voort. De stem op Temptation was eens wat anders, zo een relatief hoog nummertje kan er zeker wel tussen! Straight To The Top, da’s allemaal in orde en ik snap dat afwisseling nodig is maar ik heb net zeven van die bluesy/jazzy platen met vrij cleane instrumenten gehoord dus ik wil gewoon gitaren en ander vuil gedoe. Voor de rest weer een uitstekend album! Ik denk dat ik na deze ‘trilogie’ te beluisteren wel moet oordelen dat er te weinig craziness inzat, toch na @Lint zijn waarschuwingsposts als leidraad te hebben genomen. Ik herhaal dat Goin’ Out West mijn ijkpunt blijft, dus snapt ge wel dat ik deze drie platen, hoe goed dan ook, toch niet zo experimenteel vind. Van de drie verkies ik Rain Dogs, behoeft weinig uitleg want de meesten zullen dat wel doen, ook al zijn er op de andere hoge pieken te bespeuren. Frank’s Wild Years komt alleszins zeker in de buurt.

Bone Machine dan. Dirt in The Ground! Een poging om nog hoger te zingen dan Temptation hierboven, en ook zwaarmoediger. Wat een sfeer, met amper iets van instrumenten, zalig nummer. All Stripped Down leek me alweer een doordrukje van Goin’ Out West: de hoge stem heeft bijna dezelfde melodie, en de lagere die dan “all stripped down” zegt de dubbele herhaling. Nog altijd cool hoor! “Jesus gonna be heeeeeere pawwawwwww” ook cool, net als “iiiin the colosseeeeuuuuuummmm”. Goin’ Out West spreekt voor zich, wat een fucking schijf. Ook retecoole clip erbij, het had Ron Perlman kunnen zijn met een te kleine gitaar en duikbril. Ik had meer van dit verwacht op Bone Machine maar dat was het toch niet, ik vind Goin’ Out West daar nogal apart staan. Geen erg hoor, met Murder In The Red Barn weer een pareltje direct erna. Black Wings is wel Nick Cave, zeker met die an eye for an eye lyric, maar dan verkies ik toch Cave op deze manier. Kan zijn omdat ik Cave eerst gehoord heb twee maanden terug, of omdat Cave toch een grotere of gevarieerdere band achter zich heeft. De vier tracks die de plaat afronden deden me iets minder, ik kreeg hier misschien al het gevoel dat ik bepaalde hooks of gewoontes met bijvoorbeeld de stem al eens gehoord had. Voor de rest weer top!

Black Rider ... oei neen. Dit vond ik uiterst zwak, ik durf misschien zelfs slecht zeggen. Ik zag dat dat iets met een film te maken had, maar dat maakt mijn rekening niet als het als studioalbum geteld wordt. Die Franse tongval op Black Rider om de toon te zetten na de circusopener, tragisch, voor zoiets luister ik wel naar Rene Artois. Dingen als That Feel zijn nog in orde maar verder was ik blij dat die plaat gedaan was. Ik ga er dan ook niets meer over typen aangezien ik nog een paar albums te gaan heb en dit de eerste echte grote misstap was in twaalf uur muziek of zo, kan gebeuren.

Mule Variations baant zich weer een weg naar de top, gelukkig! IJzersterk begin met onder andere Big In Japan en Hold On, en even sterk einde met Filipino Box Spring Hog en Come On Up To The House. Daartussen een tiental rustigere nummers, uitstekende muziek maar mist wat pit voor mij om bij de echte top van hem te komen op dit moment in zijn carrière. What’s He Building is bijvoorbeeld een geniale vertelling, en de manier waarop hij building elke keer uitspreekt is wonderbaarlijk, maar ik weet niet of ik dit nu als een song kan noteren of hoeveel keer ik zoiets nog zou opzetten. Ik kan dit niet zomaar ergens in een playlist met muziek zetten, snapt ge? We kennen deze Waits ondertussen dus weten hoe het klinkt, verder eigenlijk ook niet te veel over te zeggen, gewoon blij dat hij weer terug op niveau is na Black Rider.

Opvolger Alice was opnieuw een album waarvan de nummers eigenlijk geschreven zijn voor een toneelstuk of iets dergelijk, dus mijn verwachtingen waren laag. En terecht laag, want dit vond ik weer een pak minder. Nog een goede opener maar dan verwatert het, ook al kan ik Reeperbahn bijvoorbeeld nog wel hebben. Nu ja, hetzelfde als Black Rider: links laten liggen en hopen op dezelfde reanimatie van zijn niveau. Zelfs een tweede misslag wil ik hem niet aanrekenen.

Ik was het al half vergeten maar direct duidelijk die xylofoon weer te horen op Blood Money. Met All The World Is Green en God’s Away On Business gelukkig weer recht terug naar de top, net zoals op het tweede deel van het album met de combo Lullaby/Starving In The Belly Of A Whale/Party You Throw Away. Eerst een sfeervol maar simpel slaapliedje, dan wat vrolijk tempo met Starving erna, afgerond met Party You Throw Away dat me na veertien albums wist te verrassen met het zanglijntje in het refrein. Verder een goed album, maar vrij weinig interesse buiten de genoemde nummers uiteindelijk.

Oh yes, Real Gone. Zijn meest ritmische plaat, denk ik? Beetje funky opener maar dan nog eens een voltreffer van een kwartet van vijfentwintig minuten. Hoist That Rag spreekt voor zich, zeker met die trompet die voor mij een soort latinovibe legt over die heerlijk klinkende gitaar. Sins Of My Father verraste me zelfs na vijftien albums met die mooie zanglijn in de verses, zalig nummer. Dan pets boem, het zeer vuile en melodieuze van Shake It erachter, aangelengd met een solootje. Nog niet genoeg? Tuurlijk niet, Don’t Go Into That Barn rondt dat mooi af met een aanstekelijk gitaarhookje en een vlot in het oor nestelende stem. De rest van de plaat jojoot nog wat tussen leuke dingen zoals Baby Gonna Leave Me of Dead And Lovely en wat rustigere songs. Op Make It Rain ging het weer over Kain en Abel hoorde ik, daar heeft ie toch iets mee. Zeker een versie van Waits die ik erg apprecieer! Gaat zo wat verder op de afsluiter Bad As Me. Een mooie afsluiter alleszins, niets slechts over te zeggen, en dat als zestigjarige. Nummers als Raised Right Men of Bad As Me gingen hier goed binnen en het algemeen niveau is op peil. Misschien niets nieuws meer, maar hoeveel kunt ge verwachten van iemand die bijna een net niet gratis omnipas kan verkrijgen? En om nog eens op die afsluiter terug te komen: Hell Broke Luce had het laatste nummer op deze plaat moeten zijn. Dat was nog eens manier geweest om uw oeuvre af te sluiten en uw fans mee achter te laten.


Enorm geslaagd als classic artist dus. Van begin tot einde kwaliteit met twee missers waarvan de schuld toe te schuiven valt aan kruisbestuiving met andere entertainmentplatformen, en dat over een periode van veertig jaar. Ook verschillende stijlen en genres feilloos uitgevoerd, met daarbovenop die unieke stem. Nick Cave zijn catalogus is wat gevarieerder maar Waits mag hier zeker zijn werk naast zetten, alleen al voor de sfeer en de vertellingen. Het enige probleem dat ik heb, misschien ook gelijkaardig aan Cave zijn muziek, is dat ik voor veel van die volledige albums toch een bepaalde setting moet hebben en die misschien niet zomaar op te leggen zijn op een blauwe maandag. Ik ben alleszins benieuwd hoe vaak ik er nog naar terug zal grijpen, ook al vond ik het leeuwendeel steengoed.
Qua albumkeuze hier geen verrassingen te melden: Rain Dogs en Frank’s Wild Years als absolute top, mogelijkerwijs aangevuld met Swordfishtrombones om de trilogie toch te vervolledigen, met Bone Machine en Real Gone (eventueel Mule Variations en Bad As Me ook nog) uit de periode erna en Closing Time uit de periode ervoor voor mij. Maar dat is na hoofdzakelijk één luisterbeurt dus die keuzes staan niet in steen gebeiteld.
Qua nummers dan nog: Walking Spanish, 16 Shells from a Thirty-Ought Six, Goin’ Out West, Hang On St Christopher, Gin Soaked Boy, Down Down Down, Dirt In The Ground, In The Colosseum, Filipino Box Spring Hog, Hold on, Come On Up The House, Big In Japan, Hoist That Rag, Shake It, Don’t Go Into that Barn, Baby Gonna Leave Me, Hell Broke Luce, Raised Right Men, ... er zullen er nog wat zijn maar dan hebt ge een idee welke ik los in een playlist wil gooien.
 
Wat een mooie mooie post weeral @Gavin. Het kriebelt hard om uitgebreid op alles te reageren, maar ik ben eerst u nog een reactie verontschuldigd op Jane's Addiction, en dan moet ik zelfs nog beginnen met Ramses Shaffy (en Bush heb ik zelfs helemaal geskipt) :headshake:.
Gelukkig heb ik vanaf dinsdag 2 weken verlof, dan kan ik op mijn gemak alles eens inhalen. Jane's eerst, dan pas Tom !!
Ik kan wel al zeggen dat wij redelijk gelijklopen van welk "type Waits" we graag horen :thumb:.

Zo, nu ga ik me weer terugtrekken in de airfryer discussie van de dag.
 
Terug
Bovenaan