Het is al lang, lang geleden dat ik nog op een trein gezeten heb. Ik ben helemaal niet goed met dingen die je kan ‘missen’ zoals bus of trein, altijd belachelijk te vroeg, alsof het plots twintig minuten zou duren om van hal naar perron te wandelen. Wanneer ik weet dat ik een trein te halen heb, tikt dat vertrekuur luid in mijn hoofd. (‘Ah, er zit iets in uw hoofd, Squidward?’ Shurrup). En dan nog is een trein, eens je er op zit, eigenlijk nooit echt leuk. Behalve (!) voor ‘trein-mensen’. Ik ken er zelf twee en die hebben geen bloedsomloop, die hebben treinsporen. Het is een way of life, er is voor een trein-mens niks beter of leuker dan een tsjoektsjoek. Dus toen de kans kwam om Train Life uit te proberen, dacht ik ‘waarom ook niet?’.