“Uit de context getrokken” topic here we come !!! Want we gaan het deze week hebben over Ian Anderson zijn fluit, organ en klokkenspel .
Mijn album of the week is Thick as a Brick uit 1971 van Jethro Tull.
Laat mij beginnen met de TLDR voor alle mensen met te weinig tijd, aandacht of brainpower voor de lange tekst:
Dus hup nu, de rest ook lezen en beluisteren !!!
Voila, voor degenen die er nog zijn de uitgebreide uitleg.
Voor mijn AOTW wou ik een band nemen die niet iedereen door en door kende, maar ook niet de volledige obscurity induiken.
Jethro Tull is bekend in de zeitgeist van de 60s 70s en 80s, maar tegenwoordig wat in de vergetelheid geraakt. Dat is best raar voor een band die 40 jaar geleden aan de absolute rock-top stond, en nog steeds actief recorden en touren (to varying success).
Jethro Tull is niet noodzakelijk mijn top band. Net zoals de Seeds staan ze in mijn “Tier 2” lijstje van bands, die afwisselend in mijn top 10 geraken. Maar Tull heeft wel een speciaal plaatsje in mijn hart.
Tull uitleggen is eigenlijk vrij moeilijk.
Stel u King Crimson voor die folky Queen nummers spelen, maar in de stijl van Zeppelin en met de theatraliteit van Meatloaf. Dat is de basis, en afhankelijk van tijds-periode injecteren we een stevige dosis jazz, blues, folk, hard rock, synth, minstrels, klassiek, wereldmuziek, kerstmuziek, ... en ohja ... dwarsfluit ... heel erg veel dwarsfluit.
Maar Jethro Tull is eigenlijk gewoon Ian Anderson, het enige consistente lid, en degene die alle teksten schrijft, muziek componeert, en nagenoeg elk instrument kan bespelen.
Anderson omschrijven is zowaar nog moeilijker dan Tull, maar laat me proberen.
Anderson is simpelweg 1 van mijn muzikale idolen, een genie op het niveau van Zappa & Bowie.
Een multi-instrumentalist, ontstaan uit een bevruchting van een middeleeuwse bard door een zatte Schotse bosnymf, die complexe muziekstukken componeert en zijn band als een strakke dirigent hierdoor begeleidt, maar tegelijk rond-dartelt terwijl hij zijn fluit rockt. Ja zoiets zal het wel zijn, 1/3e rock-genie, 1/3e wilde bosnymf, 1/3e Freddy Mercury met fluit = 100% AWESOMESAUCE !!
Maar welk album dan ...
Tull heeft 21 albums in hun 53 jarige carriere gemaakt (and counting), waarvan de eerste 11 stuk voor stuk pareltjes zijn.
Uiteindelijk is mijn keuze gevallen op Thick as a Brick, voor verschillende redenen:
Over naar de muziek !!
Dit is waarschijnlijk geen easy listening als achtergrond tijdens het werk. Dit is 1 nummer met (in typische prog-rock stijl) tempo-changes elke x minuten, “complexe” arrangementen van verschillende instrumenten over terugkerende themas, en gewoon erg vermoeiende muziek . Het nummer gaat van mooi naar harder naar “hier kan ik op meeboppen” interpersed met “hey dit klinkt als een diepe interessante lyric” (spoiler: it’s not, it’s all bullshit), naar uitgebreide drum, organ en flute break-outs, en meer.
Hoe zeer ik ook houd van dit nummer, ik kan perfect begrijpen dat sommigen dit een vermoeiende luistersessie zullen vinden.
Wat hoop ik dan te bereiken? Dat jullie denken:
Eigenlijk besef ik aan het eind van deze tekst dat mijn runner up veel beter past bij de terraskes-cocktail-party vibe van het moment. Maar no fucking way dat ik nu opnieuw begin te typen. Dus laat mij half cheaten en jullie tegelijk ook introduceren tot The Cat Empire
Om te eindigen, de terraskes zijn eindelijk terug open, het is mooi weer, de meisjes dragen kleedjes, dus om het te zeggen met de opening-lyrics van Thick as a Brick: “I really don’t mind if you sit this one out”.
Mijn album of the week is Thick as a Brick uit 1971 van Jethro Tull.
Laat mij beginnen met de TLDR voor alle mensen met te weinig tijd, aandacht of brainpower voor de lange tekst:
- Het is een concept album met 1 song van 43 minuten, 2 parts want de LP moest omgedraaid worden.
- Het is bedoeld als een parodie op prog-rock en concept albums (“It’s a parody of my contempories to musically vanish up their own asses”) ... is nu 1 van de meest gerenommeerde prog-rock albums.
- Organ-heavy, dus sorrynotsorry voor de haters.
- En Tull = per definitie dwarsfluit-rock (yes it exists). Zoals Tull zelf trolde toen ze de grammy in ‘89 onder de neus van Metallica, AC/DC en Jane’s Addiction kaapten:
- Er is een 3min radio edit ... aka de muzikale TLDR avant la lettre. Ik kan gerust zeggen dat ge HEEL veel mist hiermee, en het enkel representatief is voor de eerste 3min (duuuuh), net voor de eerste tempo change eigenlijk.
Dus hup nu, de rest ook lezen en beluisteren !!!
Voila, voor degenen die er nog zijn de uitgebreide uitleg.
Voor mijn AOTW wou ik een band nemen die niet iedereen door en door kende, maar ook niet de volledige obscurity induiken.
Jethro Tull is bekend in de zeitgeist van de 60s 70s en 80s, maar tegenwoordig wat in de vergetelheid geraakt. Dat is best raar voor een band die 40 jaar geleden aan de absolute rock-top stond, en nog steeds actief recorden en touren (to varying success).
Jethro Tull is niet noodzakelijk mijn top band. Net zoals de Seeds staan ze in mijn “Tier 2” lijstje van bands, die afwisselend in mijn top 10 geraken. Maar Tull heeft wel een speciaal plaatsje in mijn hart.
Tull uitleggen is eigenlijk vrij moeilijk.
Stel u King Crimson voor die folky Queen nummers spelen, maar in de stijl van Zeppelin en met de theatraliteit van Meatloaf. Dat is de basis, en afhankelijk van tijds-periode injecteren we een stevige dosis jazz, blues, folk, hard rock, synth, minstrels, klassiek, wereldmuziek, kerstmuziek, ... en ohja ... dwarsfluit ... heel erg veel dwarsfluit.
Maar Jethro Tull is eigenlijk gewoon Ian Anderson, het enige consistente lid, en degene die alle teksten schrijft, muziek componeert, en nagenoeg elk instrument kan bespelen.
Anderson omschrijven is zowaar nog moeilijker dan Tull, maar laat me proberen.
Anderson is simpelweg 1 van mijn muzikale idolen, een genie op het niveau van Zappa & Bowie.
Een multi-instrumentalist, ontstaan uit een bevruchting van een middeleeuwse bard door een zatte Schotse bosnymf, die complexe muziekstukken componeert en zijn band als een strakke dirigent hierdoor begeleidt, maar tegelijk rond-dartelt terwijl hij zijn fluit rockt. Ja zoiets zal het wel zijn, 1/3e rock-genie, 1/3e wilde bosnymf, 1/3e Freddy Mercury met fluit = 100% AWESOMESAUCE !!
Maar welk album dan ...
Tull heeft 21 albums in hun 53 jarige carriere gemaakt (and counting), waarvan de eerste 11 stuk voor stuk pareltjes zijn.
Uiteindelijk is mijn keuze gevallen op Thick as a Brick, voor verschillende redenen:
- Het is een concept album en bestaat uit 1 song van 43 minuten, 2 parts want de LP moest omgedraaid worden.
- De song an sich staat heel hoog in mijn top lijstjes, dus het album logischerwijs ook.
- Het is (imo) een verdomd sterk staaltje musicianship (drum, gitaar & fluit steken uit imo).
- Het is ontstaan uit “irritatie” van Anderson omdat de critics zijn vorig album (Aqualung) omschreven als een prog-rock concept album. Hij kon dit niet waarderen omdat hij vond dat hij vergeleken werd met artiesten die “musically vanish up their own asses”.
- Oftewel: “It’s okay for me to say those things about my own work, but I don’t think it’s too cool if somebody else tries to do it, because I’m already well aware of it. There’s every scope to say that this is noodly, extreme, anal, pompous, bombastic, arrogant – all of those words are applicable”.
- Als resultaat schreef hij Thick as a Brick, met de expliciete bedoeling om het meest conceptige, proggiest rockiest album ooit te schrijven, gevuld met overblown & pompeuze muziek (en daar kent Jethro Tull sowieso al iets van).
Over naar de muziek !!
Dit is waarschijnlijk geen easy listening als achtergrond tijdens het werk. Dit is 1 nummer met (in typische prog-rock stijl) tempo-changes elke x minuten, “complexe” arrangementen van verschillende instrumenten over terugkerende themas, en gewoon erg vermoeiende muziek . Het nummer gaat van mooi naar harder naar “hier kan ik op meeboppen” interpersed met “hey dit klinkt als een diepe interessante lyric” (spoiler: it’s not, it’s all bullshit), naar uitgebreide drum, organ en flute break-outs, en meer.
Hoe zeer ik ook houd van dit nummer, ik kan perfect begrijpen dat sommigen dit een vermoeiende luistersessie zullen vinden.
Wat hoop ik dan te bereiken? Dat jullie denken:
- “Damn Thick as a Brick steekt muzikaal verdomd indrukwekkend in elkaar, die muzikanten weten echt wat ze doen”
- “Ahja Tull, dat zegt mij iets, waren die niet ooit populair? Hmmmm misschien moet ik die eens een kans geven”.
Eigenlijk besef ik aan het eind van deze tekst dat mijn runner up veel beter past bij de terraskes-cocktail-party vibe van het moment. Maar no fucking way dat ik nu opnieuw begin te typen. Dus laat mij half cheaten en jullie tegelijk ook introduceren tot The Cat Empire
met hun heerlijk rommeltje van rock, ska, calypso, jazz, funk, en nog ne hoop swingende shit, die met oh zo veel hart en plezier worden gespeeld:
Om te eindigen, de terraskes zijn eindelijk terug open, het is mooi weer, de meisjes dragen kleedjes, dus om het te zeggen met de opening-lyrics van Thick as a Brick: “I really don’t mind if you sit this one out”.
Laatst bewerkt: