Pegasus
Well-known member
Gezien twijfelen en moeilijk beslissen zowat ons familiemotto is, zijn er heel veel albums de revue gepasseerd voor dit item
Uiteindelijk heb ik voor een album gekozen dat mij muzikale smaak toch een andere richting heeft gegeven (of toch minstens: een bijkomende richting)
En dat is met dit live album absoluut het geval.
We schrijven 1998, het jaar van mijn eerste keer Pukkelpop. Vroeg in de morgen staan Queens of The Stone Age, wat later mijn favoriete rockgroep zou worden (maar mss een te voor de hand liggende keuze voor 'album van de week'), als eerste op het podium. Verder oa ook die dag: de brandende gitaar van Dave Wyndorf (Monster Magnet), het (memorabele) afscheidsconcert van Evil Superstars, de blote tieten van de Dandy Warhols toetseniste. Mijn oudere maten zijn uitsluitend rock-georiënteerd, dus geen tijd voor de Dance Hall en andere Boiler Rooms
Top of the bill die dag: Portishead. Had ik wel al van gehoord, maar niet in verdiept. Het optreden intrigeerde me wel, maar het werd al laat, moesten nog ver terug, en kozen ervoor naar huis te gaan toen ze nog bezig waren met hun set. Maar het zaadje was geplant
Wat later dat jaar liep ik in de Fnac en besliste me toch eens te verdiepen in die band die ik maar half aan het werk zag. Ik zette dit album op bij een luisterpost (zo ging dat toen) en was meteen overdonderd door wat ik hoorde door mijn koptelefoon: die subtiele samples, breaks en scratches van het muzikale brein Geoff Barrow, het geweldige gitaarspel van Adrian Utley, maar vooral die fantastische stem van Beth Gibbons in alle schakeringen
Ik vond het geweldig intrigerende muziek, vooral door de subtiliteit: geen noot te veel, less is more. Totaal anders dan de rock/pop muziek waar ik tot dan toe vooral in geïnteresseerd was, maar toch weer niet. Uiteraard had ik meteen spijt dat ik hun optreden zo maar had laten schieten, al lag dat niet echt aan mij. Gelukkig heb ik dat nog twee keer kunnen goed maken: één keer in Vorst (2008) en één keer in Werchter (2011), waar ze veel te vroeg op de dag geprogrammeerd stonden.
Beide voorlopers van dit live album, Dummy en Portishead zijn nog steeds klassiekers, maar deze heeft dus voor mij meer betekend.
De orkestrale omkadering werkt wat mij betreft perfect in combinatie met de atmosferische muziek en de briljante stem van Beth Gibbons
Het is ook de perfecte selectie van de beste nummers uit de twee voorgaande platen.
Beste nummers? Moeilijk te kiezen. Het langzaam onbolsterende 'Over', het onvermijdelijke 'Glory Box', met die lijzige stem van Gibbons en die magistrale break, die nog wat extra effect heeft met de strijkers erbij, het in chaos eindigende 'Sour Times', het wondermooie Roads, what's not to love?
In de slipstream hiervan '(her)ontdekte' ik dan ook het werk van triphop soortgenoten Massive Attack (hun meesterwerk Mezzanine is van hetzelfde jaar) en Tricky
Edit: ander albums op de shortlist: Parklife van Blur, Fashion Nugget van Cake, Paradisiac van Millionaire, QOTSA van QOTSA, Modern Vampires of the City van Vampire Weekend (als laatste afgevallen)
Uiteindelijk heb ik voor een album gekozen dat mij muzikale smaak toch een andere richting heeft gegeven (of toch minstens: een bijkomende richting)
En dat is met dit live album absoluut het geval.
We schrijven 1998, het jaar van mijn eerste keer Pukkelpop. Vroeg in de morgen staan Queens of The Stone Age, wat later mijn favoriete rockgroep zou worden (maar mss een te voor de hand liggende keuze voor 'album van de week'), als eerste op het podium. Verder oa ook die dag: de brandende gitaar van Dave Wyndorf (Monster Magnet), het (memorabele) afscheidsconcert van Evil Superstars, de blote tieten van de Dandy Warhols toetseniste. Mijn oudere maten zijn uitsluitend rock-georiënteerd, dus geen tijd voor de Dance Hall en andere Boiler Rooms
Top of the bill die dag: Portishead. Had ik wel al van gehoord, maar niet in verdiept. Het optreden intrigeerde me wel, maar het werd al laat, moesten nog ver terug, en kozen ervoor naar huis te gaan toen ze nog bezig waren met hun set. Maar het zaadje was geplant
Wat later dat jaar liep ik in de Fnac en besliste me toch eens te verdiepen in die band die ik maar half aan het werk zag. Ik zette dit album op bij een luisterpost (zo ging dat toen) en was meteen overdonderd door wat ik hoorde door mijn koptelefoon: die subtiele samples, breaks en scratches van het muzikale brein Geoff Barrow, het geweldige gitaarspel van Adrian Utley, maar vooral die fantastische stem van Beth Gibbons in alle schakeringen
Ik vond het geweldig intrigerende muziek, vooral door de subtiliteit: geen noot te veel, less is more. Totaal anders dan de rock/pop muziek waar ik tot dan toe vooral in geïnteresseerd was, maar toch weer niet. Uiteraard had ik meteen spijt dat ik hun optreden zo maar had laten schieten, al lag dat niet echt aan mij. Gelukkig heb ik dat nog twee keer kunnen goed maken: één keer in Vorst (2008) en één keer in Werchter (2011), waar ze veel te vroeg op de dag geprogrammeerd stonden.
Beide voorlopers van dit live album, Dummy en Portishead zijn nog steeds klassiekers, maar deze heeft dus voor mij meer betekend.
De orkestrale omkadering werkt wat mij betreft perfect in combinatie met de atmosferische muziek en de briljante stem van Beth Gibbons
Het is ook de perfecte selectie van de beste nummers uit de twee voorgaande platen.
Beste nummers? Moeilijk te kiezen. Het langzaam onbolsterende 'Over', het onvermijdelijke 'Glory Box', met die lijzige stem van Gibbons en die magistrale break, die nog wat extra effect heeft met de strijkers erbij, het in chaos eindigende 'Sour Times', het wondermooie Roads, what's not to love?
In de slipstream hiervan '(her)ontdekte' ik dan ook het werk van triphop soortgenoten Massive Attack (hun meesterwerk Mezzanine is van hetzelfde jaar) en Tricky
Edit: ander albums op de shortlist: Parklife van Blur, Fashion Nugget van Cake, Paradisiac van Millionaire, QOTSA van QOTSA, Modern Vampires of the City van Vampire Weekend (als laatste afgevallen)