Hier beter bekend als "een avondlandje doen".er zal binnen x aantal jaar nog een herlezingen volgen.
Follow along with the video below to see how to install our site as a web app on your home screen.
Opmerking: This feature may not be available in some browsers.
Hier beter bekend als "een avondlandje doen".er zal binnen x aantal jaar nog een herlezingen volgen.
Da's elk jaar in de herfst.Hier beter bekend als "een avondlandje doen".
Dat treft, daar ben ik ook al een tijdje over aan het tobben.Ik heb plots heel veel zin gekregen om Madame Bovary van Gustave Flaubert te lezen.
Ik ga daarin tegendraads doen en gewoon het boek in het Nederlands lezen. Maar ik begrijp zeker dat het geen fijn vooruitzicht is om maandenlang te ploeteren in een boek. Als ik nadien de Nederlandstalige versie lees ben ik gewoon veel sneller mee. Dat was toch met De Sneeuwpanter van Sylvain Tesson.Dat treft, daar ben ik ook al een tijdje over aan het tobben.
Ik vind het spijtig dat mijn Frans niet goed genoeg is. Ik zou graag meer Franstalige literatuur lezen, maar ik verkies uiteraard toch nog steeds de oorspronkelijke versies waar mogelijk. In talen waar dat gewoon niet haalbaar is (Russisch, Japans, ...) stoort het me niet zo om vertalingen te lezen, maar bij Franstalige auteurs pikt het toch altijd een beetje omdat ik weet dat het met enige moeite en inzet wel haalbaar zou moeten zijn. Maar ik heb geen zin om maanden aan een boek te zitten gewoon omdat het de eerste paar boeken moeizaam zal verlopen...
Dat is een interessante invulling, zo had ik er zelf nog niet bij stilgestaan.Eventjes was het wennen aan de stijl want Saramago schrijft gesprekken op zonder dat je weet wie wat zegt, en ook komt er in heel het boek geen enkele naam voor. Dit klinkt verwarrend maar dat is het zeker niet, het zorgt voor wat meer inleving in de wereld van de blinden, die ook niet zien wie wat zegt.
Whoa dat is vreemd genoeg een heel andere ervaring met Het verdriet van België dan ik verwacht had. Ik ken het vooral van de reputatie een van de “minst gelezen boeken van Vlaanderen” te zijn. Heb ook een exemplaar omdat het eens met serieuze korting bij de Standaard zat ofzo, maar zelf ook nooit echt de intentie gehad om het te lezen. Nu ben ik toch geprikkeld.Dat is een interessante invulling, zo had ik er zelf nog niet bij stilgestaan.
Het Verdriet van België - Hugo Claus
Nadat ik een inhaalbeweging had ingezet om meer Nederlandstalige auteurs te lezen, komt deze turf met stip op nummer 1 te staan.
Ik verwachtte me aan een deprimerend relaas over Vlaamse collaborateurs ten tijde van de tweede wereldoorlog, maar dit is een van de meest vermakelijke en ronduit geinige boeken die ik al heb gelezen, toch van dit formaat. Hugo Claus is niet alleen een meesterlijke poëet, maar - tot mijn verbazing - ook een fantastische satirist met een in dit genre quasi ongezien gevoel voor droge humor. De meest treffende vergelijking die ik kan maken is eentje met Die Blechtrommel van Günter Grass (Oskar Matzerath en Louis Seynaeve hadden als broers een literair universum kunnen delen).
Ik zou hier met gemak tientallen stukjes kunnen overschrijven die mij als een klein kind deden grijnzen van amusement, maar de passage die mij het meest zal bijblijven is er een die evengoed kinderlijk is, maar dan op een compleet andere manier:
Zijn vingers streelden haar wang. Hij zag de attente wijven om hen heen en sloot zijn ogen, wreef zijn nek tegen zijn moeder's borst, ik mag dit nooit vergeten, blijdschap is iets dat bestaat. Mama.
Het is moeilijk om in concrete woorden uit te leggen waarom dit korte, misschien niet bijster speciaal stukje zoveel in mij losweekte, maar het ontroerde mij en het is dagenlang in mijn hoofd blijven hangen.
Zeker doen! Ik heb zelf getwijfeld om eraan te beginnen, omdat ik ook dat vooroordeel had dat het een saai, moeilijk, traag boek ging zijn, maar dat is het echt niet.Whoa dat is vreemd genoeg een heel andere ervaring met Het verdriet van België dan ik verwacht had. Ik ken het vooral van de reputatie een van de “minst gelezen boeken van Vlaanderen” te zijn. Heb ook een exemplaar omdat het eens met serieuze korting bij de Standaard zat ofzo, maar zelf ook nooit echt de intentie gehad om het te lezen. Nu ben ik toch geprikkeld.
Tof dat je terug de leesmicrobe te pakken hebt.Ik heb voor het eerst in ettelijke jaren nog eens een boek gelezen, en nu weet ik nog amper waarom ik ooit gestopt ben.
Ik lees - of las - heel graag, ik lees snel, maar ik heb het doorgaans zo enorm moeilijk met een boek te kiezen waarvan ik denk "Dit wil ik nu lezen" dat het er gewoon niet van komt. Een boek lezen is uiteindelijk toch een redelijke commitment, en ik heb duidelijk bindingsangst.
Maar goed, aan het begin van de pandemie leende een collega mij het boek "De stad der blinden" (Ensaio sobre a Cegueira) uit van José Saramago, blijkbaar een nobelprijswinnaar en een communist. Na een jaar lang uitstellen heb ik deze er gisteren helemaal doorgejaagd. Iets meer dan 300 pagina's, da 's niet onaardig gelezen denk ik dan na zo lang stilgelegen te hebben, zeker als ge u indenkt dat ik die dag ook nog naar het BK wielrennen heb gekeken, bij mijn opa op bezoek ben gegaan, heb gekookt, en veel zever heb gepost op BG en aanverwanten.
Over het boek dan: het uitgangspunt is dat er een onverklaarbare epidemie uitbreekt van plotse blindheid en dat, vroegtijdig ingrijpen met quarantaine-maatregelen ten spijt, heel de maatschappij hierdoor onder zware druk komt te staan. Boeiende premisse die uiteraard zeer actueel aandoet en ook best goed is uitgewerkt, dus dat is wel spek naar mijn bek. Al kwam de ontknoping toch ietwat gehaast over.
De schrijfstijl zelf doet aanvankelijk nogal vreemd aan. Alles staat zowat tussen komma's, er zijn geen aanhalingstekens in de dialogen, en behalve willekeurige hoofdletters ook geen andere visuele manier om duidelijk te maken wanneer de ene stopt met spreken en de andere begint, maar desondanks leest het na een korte gewenningsperiode wel vrij vlot. De stijl is meestal erg sober maar af en toe komt de verteller iets meer op de voorgrond om zijn mening te geven en dat zijn ook de momenten dat er wat zwieriger met het woordgebruik wordt omgegaan.
Het boek is blijkbaar verfilmd (Blindness), iemand een idee of die wat de moeite is?
Al bij al dus een aangename (her)kennismaking met de literatuur. Ik hoop dat ik snel een nieuw boek mag aantreffen waarvoor ik de goesting kan opbrengen om het te lezen, want eens ik vertrokken ben is het moeilijkste werk gedaan. Hopelijk tot gauw.
Ik zou het niet weten, ik kom hier niet. En ik heb het boek al vorig jaar in bruikleen gekregen, dus hopelijk voordat het cool was.Saramago populair hier de laatste tijd
Fenomenaal boek! Voor een tweede keer gelezen in 2018 en mijn relaas opgeschreven:Dat is een interessante invulling, zo had ik er zelf nog niet bij stilgestaan.
Het Verdriet van België - Hugo Claus
Nadat ik een inhaalbeweging had ingezet om meer Nederlandstalige auteurs te lezen, komt deze turf met stip op nummer 1 te staan.
Ik verwachtte me aan een deprimerend relaas over Vlaamse collaborateurs ten tijde van de tweede wereldoorlog, maar dit is een van de meest vermakelijke en ronduit geinige boeken die ik al heb gelezen, toch van dit formaat. Hugo Claus is niet alleen een meesterlijke poëet, maar - tot mijn verbazing - ook een fantastische satirist met een in dit genre quasi ongezien gevoel voor droge humor. De meest treffende vergelijking die ik kan maken is eentje met Die Blechtrommel van Günter Grass (Oskar Matzerath en Louis Seynaeve hadden als broers een literair universum kunnen delen).
Ik zou hier met gemak tientallen stukjes kunnen overschrijven die mij als een klein kind deden grijnzen van amusement, maar de passage die mij het meest zal bijblijven is er een die evengoed kinderlijk is, maar dan op een compleet andere manier:
Zijn vingers streelden haar wang. Hij zag de attente wijven om hen heen en sloot zijn ogen, wreef zijn nek tegen zijn moeder's borst, ik mag dit nooit vergeten, blijdschap is iets dat bestaat. Mama.
Het is moeilijk om in concrete woorden uit te leggen waarom dit korte, misschien niet bijster speciaal stukje zoveel in mij losweekte, maar het ontroerde mij en het is dagenlang in mijn hoofd blijven hangen.
Het nadeel van het lezen van een “grote klassieker” is dat je oordeel half gevormd wordt door de roem dat het boek al heeft mogen vergaren. De superlatieven en lofvieringen zijn moeilijk te ontwijken en dreigen zelfs je eigen oordeel zodanig te kleuren dat je mensen begint na te praten wanneer je je mening wil geven. De teleurstelling kan dan ook groot zijn wanneer het boek tegenvalt, zoals ik ervoer bij het lezen van “Wuthering Heights” van Emily Brontë (maar misschien moet ik deze nog eens opnieuw lezen). Het magnum opus van Claus had ik enkele jaren geleden al eens gelezen, maar vond het tienjarige “jubileum” van zijn overlijden een passend moment om het nog eens ter hand te nemen. Ik weet dat ik andere verwachtingen had bij een eerste leesbeurt en dat de aparte aanpak van Claus me, na enige aanpassing, wel beviel. De titel vond ik vanzelfsprekend: het “verdriet” zou gaan over de moeizame erfenis van de collaboratie, een vaak voorkomend thema in het oeuvre van Claus. Als je het boek echter begint te lezen en passages tegenkomt waar het “verdriet” ter sprake komt, gaat het om meer dan alleen collaboratie.
Het werk bestaat uit twee delen en bestrijkt een tijdspanne van 1939 tot 1947. Het eerste deel “Het verdriet” is een kostschoolroman, opgedeeld in hoofdstukken en geschreven door protagonist Louis Seynave en semifictief alterego van Claus, waarin de lezer wordt meegesleept in de rijke verbeeldingswereld van een kind. Hierin zit een flinke dosis Bildung verscholen: Louis Seynaeve probeert zich aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog met zijn vrienden staande te houden in het pensionaat dat wordt geregeerd door nonnen. Hij probeert structuur te geven aan zijn bestaan door een ridderorde te stichten, ter meerdere eer en glorie van God. De periodes op het pensionaat worden afgewisseld voor vakantieperiodes thuis. Het tweede deel “van België” vertelt over de inval van de Duitsers, de daaropvolgende bezetting en collaboratie en de bevrijding. De puberende Louis flirt met de collaboratie, maar neemt er toch snel afstand van en wil zijn ontluikende schrijverschap ontwikkelen. Uiteindelijk neemt hij deel aan een schrijfwedstrijd waar hij “Het verdriet” inzendt. Kijk eens aan: een roman in een roman.
Het werk mag een klassieker zijn in het literaire canon van het vaderland, het is alleszins geen klassieke roman. Toen ik het werk voor de eerste keer vastnam verwachtte ik me aan een eerder conservatieve vertelling van een collaborerende Vlaamse familie, maar werd verrast door de gewaagde aanpak van Claus. Al eerder was James Joyce een inspiratiebron voor zijn “De verwondering” (1963) en ook nu zijn werken als “Ulysses” of “A portrait of the artist as a young man” niet veraf. De vergelijking gaat trouwens ook op met de lezing van de werken: niet iedereen wie “Het verdriet van België” in zijn kast heeft staan is erdoor geraakt, laat staan mensen die “Ulysses” in hun kast hebben staan. Om die reden is “Het verdriet van België” een roman die polariseert: niet iedereen kan de schrijfstijl van Claus appreciëren. Waar je bij de realistische romans van Dostojevski of Tolstoj hoogdravende discussies krijgt bij zowat alle personages is Claus een stuk prozaïscher. Zo wordt een uiteenzetting over Descartes verstoort door de dienstmeid die droogweg meldt dat het vertrek verstopt is. Het niveau is soms van een groteske slapstick en dat is net de charme van “Het verdriet van België”: Claus neemt zichzelf niet te serieus en zet ons allemaal te kakken. Daarmee worden we ook met onszelf geconfronteerd en wordt ons een spiegel voorgezet.
Het werk is voor een deel autobiografisch, want net als het hoofdpersonage Louis Seynaeve komt Claus uit een collaborerende drukkersfamilie uit West-Vlaanderen en heeft Claus zelf in zijn prille jeugdjaren geflirt met de collaboratie. De Bildung van het personage Seynaeve is dus ook een spiegel die Claus voor zichzelf houdt. De heimelijke lijfspreuk van Louis wordt toujours sourire: wat mensen zeggen is niet wat ze bedoelen en laat nooit zien wat er in je hart omgaat. Hier zit ook een maatschappijkritiek in, die ook terugkeert in “De geruchten” (1996): in tegenstelling tot de meer directe Nederlanders zijn Vlamingen zelfbehoudend en wordt de schone schijn vaak hooggehouden. Louis, en wellicht de andere personages in het boek, weet deze leugens wel te doorprikken, maar laat dit niet merken aan de omstaanders.
De taal die Claus in het werk hanteert is bijzonder rijk en geeft ook een inzage in het belang van taal om de personages te begrijpen. Je hebt de sterke invloed van het Frans op de Vlaamse taal, die anno 2018 in de dagelijkse omgang nog altijd aanwezig is. Daarnaast is er ook de tegenstroom die in de negentiende eeuw ontstond bij de flaminganten: “Staf, gij met uw Frans altijd, zeg liever: duimspijkers” luidt het antwoord van Louis’ grootvader wanneer Staf spreekt over punaises. Deze drang naar culturele zuiverheid kan ook overhellen naar het gebruik van Duitse woorden, want dat is een Germaanse taal. “Voor het eerst zijn we onder Germanen”, klinkt het dan tijdens de bezetting. Later in de roman krijg je ook de Amerikanen en Canadezen, waarbij de Engelse invloed op onze hedendaagse taal dan wel niet wordt benadrukt, maar wel in het achterhoofd belandt. Op die manier zie je dat onze taal dan wel gebonden mag zijn aan bepaalde spelregels, maar dat zij bovenal een levend organisme is waarbij het gebruik ervan allerminst objectief is. Wie taal gebruikt, neemt een stelling in. Mocht Claus gebruik hebben gemaakt van een gepolijst taalgebruik dat aanleunt bij dat van nieuwsankers, zou “Het verdriet van België” alle charme hebben verloren. Het is immers dat weelderige, volkse taalgebruik dat zo sterk aanleunt bij de werkelijkheid je als lezer overweldigt.
Na het schrijven van deze recensie heb ik zin gekregen om het boek opnieuw vast te nemen, want dit magnum opus heeft een niet te ontkennen aantrekkingskracht. Als historicus besef ik dat het begrip “tijdsgeest” problematisch en arbitrair is, maar Claus weet als geen ander je zodanig mee te sleuren in zijn verhaal en in zijn jeugd dat je er bij lijkt te zijn. Zijn er dan geen minpunten? Natuurlijk! De laatste tientallen pagina’s lijken me afgehaspeld, maar misschien heb ik er te snel over gelezen omdat ik onder de indruk was dat het belangrijkste al gezegd was. Zo nu en dan verslapt de aandacht en kom je enkele minuten later tot de conclusie dat je niet meer weet wat er juist is gebeurd. Dat overkomt me bij ieder boek of iedere film of ieder gesprek. Gelukkig zijn goede boeken, in tegenstelling tot wat sommigen denken, quasi oneindig herleesbaar en is dat bij “Het verdriet van België” voor mij betreft een fantastische herontdekking gebleken.
Goh, ik wil geen valse verwachtingen scheppen, dus zo uitgesproken zou ik het nu ook weer niet zeggen. Zoals ik al zei, is de grootste moeilijkheid voor mij om een boek te kiezen en er aan te beginnen. Een boek herlezen ga ik dan nog rapper doen dan aan iets nieuw beginnen, dan wéét ik tenminste dat het geen tijdverspilling is, anders dreig ik ik simpelweg veel te veel tijd verliezen aan wat mogelijk slechts middelmaat is. Ik vind dat heel ambetant, want niet elk goed boek heeft u mee na 10 pagina's, maar langer dan dat durf ik er echt niet aan geven om al dan niet overtuigd te worden.Tof dat je terug de leesmicrobe te pakken hebt.
Ah, ik zie het. En hij zegt min of meer hetzelfde als ik, dus ik kán nog lezen, hoera!Toevallig genoeg had @TsD heel onlangs ook een recensie van dit boek gepost. Subiet hebben we genoeg actieve members hier om een BG boekenclubje te starten.
Ik heb een paar jaar geleden ook een leesdip gekend die toch zeker 1.5 jaar à 2 jaar heeft geduurd. Paar boeken begonnen toen, maar nooit eentje kunnen uitlezen. Uiteindelijk had Congo van David van Reybroeck mijn liefde voor literatuur weer aangewakkerd. Sindsdien is het treintje weer vertrokken en ik hoop alleszins ook dat ik nooit meer in zo'n put terecht zal komen.