Elke plaats waar de passagier niet rechtstreeks op het voor hem voorziene deel van de openbare weg terecht kan komen, daar heeft hij voorrang als hij de bus of tram uitstapt.
Die beroepschauffeur had dus gelijk in deze.
In de praktijk gaan tramhaltes wel bijna altijd een eigen af- en opstapplaats hebben, maar bussen niet altijd. Als zij ter hoogte van een halte stoppen, maar er zit nog een fietspad of rijbaan (dat laatste zie je ook niet meer gelukkig), dan moet het verkeer op dat fietspad of rijbaan gewoon stoppen om de passagiers te laten uitstappen en te laten oversteken.
Zou nog een goede vraag zijn voor het theoretisch examen, volgens mij kent bijna niemand deze regel en die wordt ook nooit gevraagd.