U woont uitsluitend samen met één of meerdere bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad?
U woont dus niet samen met uw echtgeno(o)t(e), partner of kinderen, en er wonen behalve uw bloed- of aanverwanten geen andere personen met u samen.
Indien geen enkele van de bloed- of aanverwanten een beroeps- of vervangingsinkomen heeft
=> beschouwt de RVA u als werknemer met gezinslast.
Van zodra minstens één van de bloed- of aanverwanten een beroeps- of vervangingsinkomen heeft
=> beschouwt de RVA u als samenwonende werknemer (zonder gezinslast).
Voorbeeld:
U woont samen met uw oom en tante, dit zijn bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad.
Uw oom heeft een zelfstandige activiteit, uw tante heeft geen enkele vorm van inkomen.
U bent samenwonende werknemer (zonder gezinslast): één van uw bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad (uw oom) beschikt over een beroepsinkomen.