Interessante redenering, maar ik kan moeilijk geloven dat ze klopt. Wat jij hier zegt is dat iemand die bvb vanaf pakweg zijn 12de een taal leert, nooit het niveau kan halen van iemand die dit al spreekt sinds hij peuter is. Ik vind dat moeilijk om te geloven, want in je moedertaal kun je ook gewoon veel dingen fout aangeleerd krijgen door je omgeving, of minder aandacht aan iets hebben omdat je de theorie erachter pas veel later leert. Kijk al gewoon naar hoeveel Vlamingen dt-fouten maken. En hoeveel native English speakers fouten maken als their-they're, its-it's, en ga zo maar door, terwijl ikzelf daar gewoon letterlijk nooit fouten tegen maak. Ok, dat is geschreven taal, maar volgens mij is dat voor gesproken taal net hetzelfde.
Dus ik zou zeker niet stellen dat de kennis van een taal automatisch zoveel beter is als het je moedertaal is dan als je de taal later aangeleerd gekregen hebt en ondertussen al pakweg 10+ jaar dagelijks spreekt. Ik zou zelfs eerder het tegendeel durven stellen.
Ik heb niet gezegd 'nooit'
Je kunt dan de grens heel kort gaan benaderen door zo jong te gaan als je kunt. Dat zijn geen dingen die in steen gebeiteld staan, maar taalkundigen zijn het er wel al een tijdje over eens dat dat inderdaad het geval is. Ik geloof dat ik dat hier nog al eens heb geschreven, maar kort door de bocht kun je zeggen dat baby's nog alle bouwsteentjes in hun legodoos hebben zitten om in eender welke taal te functioneren. Na een paar jaar verdwijnen de legoblokjes die niet nodig zijn. Een voorbeeld dat daarvoor gegeven wordt, is het verschil tussen R en L in het Chinees: daar is geen betekenisverschil, dus het kind hoort het verschil ook niet meer. Onbelangrijk.
Als het kind dan later wél dat verschil moet horen, zijn die legoblokjes weg, en kun je het hoogstens goed benaderen. Een ander voorbeeld zijn de aangeblazen T en D die wij niet meer kennen (de Engelse "the" of IJslandse "ð"). Tuurlijk kun je er dan nog wel uitkomen, maar al doe je nog zo je best, het blijft een benadering.
Dan kun je nog een stapje verder gaan: de beelden die jij voor ogen krijgt als je het hebt over "brood" zullen altijd anders zijn dan de beelden die een Fransman voor ogen krijgt als hij het heeft over "pain". Of de Indiër. Laat staan de connotaties en herinneringen eromheen. Dat wordt dan een beetje zweveriger, maar als je een taal dan op poëtische manier zo wilt buigen dat de grenzen bijna bereikt worden, of met creatieve uitdrukkingen verbeelding wilt prikkelen, je kunt je voorstellen dat dat heel veel moeilijker is in Frans dan in het Nederlands als je het pas bent beginnen te leren vanaf je 16de en pas echt intensief vanaf je 18de. Ook al begrijp je altijd letterlijk wat er staat. Op dat vlak is "hippe" straattaal ook gewoon zo'n verbuiging van taal.
Een heel moeilijke vind ik altijd "dat voelt juist" of "dat voelt fout". Meestal gaat het veel verder dan dat, maar ik gaf het voorbeeld al van "jouw pen" vs "jou pen". Native speakeres gaan weten wat juist is, ook al maken ze uiteraard nog wel taalfouten en zijn ze niet heel geletterd in het beschrijven van de grammaticale regel eromheen. Maar je kunt wel zeggen waarom het "jouw" is. Zoals "whom" in het Engels. Maar de geest van die grammaticale regel zit meestal wel ergens ingebakken, en komt er dan in lekentermen uit. Wat dan soms neerkomt op "dat klinkt juist", waar ik van gruwel, maar dat is een kwestie van niet genoeg doorvragen.
Zoals ik al tegen Dewdrop ook zei, wil dat uiteraard niet zeggen dat alle moedertaalsprekers beter spreken dan alle niet-moedertaalsprekers. Er zijn genoeg moedertaalsprekers die niet aan het moedertaalniveau raken, of die zelfs niet in de buurt van een C1 komen. Wat dan weer net mijn punt bewijst, dat die C2's hier mogelijk niet overeenkomen met de realiteit
Zoals Sylver al zei: als veel moedertaalsprekers die standaard al niet halen, denk ik niet dat die hier zo rijkelijk vertegenwoordigd zitten. Wat opnieuw geen aanval is, gewoon een realistische inschatting van de taalbeheersing.