Bij het begin van het album dacht ik oei, postrock. Muziek die goed is om in een depressieve bui naar te luisteren terwijl je nog niet klaar bent om terug op te vrolijken. Niet meteen mijn favoriete genre. Het begin van het album bevestigd mijn vrees en geeft me een instant depressief gevoel, hier was ik niet voor in de stemming vandaag. Het deed me denken aan een distopische toekomst waarbij de enige overblijvende organismen aan hun laatste stuiptrekkingen bezig zijn vooraleer er een 'eeuwige' donkerte valt. Maar al snel evolueert Industry naar een fantastische climax waardoor je denkt. Het is goed geweest, het is beter zo .. alles is toch kapot (met dank aan de industrie?), op deze manier hoeft het niet verder, de schakelaar mag om.
Hierna volgt met Renaissance hetgeen wat de titel van het nummer ook al zegt. Vrolijke riedeltjes die zorgen voor een wedergeboorte. Uit het as van een kale planeet ontstaat weer leven, de eerste micro-organismen, planten, sponzen, vissen, daarna een nieuwe climax die zorgt voor duizenden nieuwe levensvormen.
Uiteindelijk een heerlijk album welk ik mss wel de postrock versie van de 4 jaargetijden van Vivaldi wil noemen waarbij men in plaats van jaargetijden door de circle of evolution gaat. De nummers staan dan wel net in de verkeerde volgorde ! Geen idee wat het verhaal is achter de nummer zoals ze bedoeld zijn door de band, maar dat er een verhaal achter zit dat merk je meteen. Met véél plezier naar geluisterd en meteen al aant twijfelen of dit niet het eerste postrock album in mijn platenkast wordt.
Industry (Winter)
Renaissance (Spring)
Amazing Old Tree (Fall)
The machine is Burning (Summer)