Bordspelreview: Dune Imperium

Het Dune-universum draait al een hele tijd mee. Het eerste boek dateert al van 1965 en vormde de basis van een reeks boeken en enkele verfilmingen en spellen. De wereld die door auteur Frank Herbert werd bedacht, is zodanig gedetailleerd en ongelofelijk uitgebreid dat Dune talloze andere media inspireerde. In 1979 al verscheen het eerste Dune-bordspel, waarvan in 2019 zelfs nog een remake werd gepubliceerd. Dune Imperium is echter een volledig nieuw spel. Is bedenker Paul Dennen erin geslaagd om de ingewikkelde, politiek geladen wereld van Dune te vertalen naar een tafel vol pionnen en kaarten? Dat ontdek je hier.

Ik geef het meteen toe: ik had nog geen Dune-boek gelezen. En ondanks dat ik een zeer grote David Lynch-fan ben, had ik zelfs zijn Dune-verfilming uit 1984 nog niet bekeken. Sinds ik dit spel enkele maanden geleden beginnen spelen ben, heb ik deze grote zonden rechtgezet, waardoor ik me comfortabeler voel bij het beoordelen van Dune Imperium. Misschien doet de naam ‘Paul Dennen’ bij sommigen wel een belletje rinkelen. Hij is de bedenker van de Clank!-borspellen, waar ik erg grote fan van ben. Toen ik hoorde dat Dune Imperium twee van mijn favoriete bordspelmechanismen perfect weet te combineren, was mijn interesse meteen aangewakkerd. Deck building in bordspellen is nog relatief nieuw en werd toegankelijk gemaakt door Clank! en Dominion. In dit spel gaat deck building hand in hand met worker placement. Hoera!

Dune1.jpg

The Spice must flow

Dune Imperium lijkt in eerste instantie vooral veel te lenen van de nieuwe aankomende Dune-verfilming (als je de trailer nog niet bekeken hebt: doen!). Uiteindelijk blijkt dat het dan vooral over het artwork gaat. Zo herken je op de mooi geïllustreerde kaarten personages uit de trailer. Voor de gameplay baseert het zich algemeen op elementen uit Frank Herberts hersenspinsels. In Dune staat de zogenaamde spice melange zeer centraal. Dit is de meest kostbare grondstof in het universum en kan alleen maar geproduceerd worden op de planeet Arrakis, die bijna uitsluitend uit zand bestaat en daarom in de volksmond ‘Dune’ wordt genoemd. Dit spel draait echter vooral om de dynamiek tussen verschillende facties en leiders van machtige families. Spice fungeert hier dus net als water vooral als betaalmiddel. Je neemt dan ook de rol op van een van de machtsfiguren uit Dune, op zoek naar bondgenoten, grondstoffen en militaire overmacht.

Ga er nooit van uit dat je een spel zult winnen voordat iedereen zijn ware aard heeft getoond.


Deck builders hebben de laatste jaren aan populariteit gewonnen. Het is een eenvoudig maar leuk mechanisme: iedereen start doorgaans met dezelfde, relatief zwakke kaarten. In de loop van het spel kun je krachtige kaarten aan je persoonlijke deck toevoegen. Je stapeltje kaarten breidt dus uit en omdat je steeds dezelfde kaarten recycleert, kun je sterkere acties uitvoeren naarmate het spel vordert. Dune Imperium gebruikt dit mechanisme echter op een unieke manier. Je hebt aan het begin van je beurt vijf kaarten in je hand en je speelt er één van om een pion op het bord te zetten. Het zetten van die pion is dus het worker placement-element. De locatie waar je kunt gaan staan wordt bepaald door de gespeelde kaart. Op die locatie kun je dan allerlei voordelen krijgen. Zo kun je betaalmiddelen ontvangen als spice, water of Solari (de officiële munteenheid), troepen toevoegen aan je leger of je relaties met de facties versterken. Je start het spel met twee pionnen, wat betekent dat je doorgaans twee van de vijf kaarten op deze manier gebruikt. De overige kaarten kun je op het einde van de ronde gebruiken als betaalmiddel om nieuwe kaarten te kopen of je leger nog een duwtje in de rug te geven. Het spel eindigt in de ronde waarin een speler tien punten behaalt. Maar let op: het is geen uitzondering om de overwinning toch nog naar een andere speler te zien gaan, want iedereen kan nog punten scoren in die ronde, soms op manieren die je niet zag aankomen.

Dune2.jpg


Vechten… met blokjes

Een ronde gaat door totdat iedereen gepast heeft. Aan het einde van elke ronde vindt er een gevecht plaats. De beloning voor het winnen van een gevecht staat afgebeeld op een kaart, die elke keer vervangen wordt door een nieuwe. Naarmate het spel vordert, worden de beloningen beter. Je troepen worden voorgesteld door houten blokjes. Je kunt reservetroepen in je garnizoen hebben, maar enkel de troepen die effectief in het gevecht zitten, tellen mee. De uitkomst wordt niet enkel bepaald door de hoeveelheid blokjes die er van een kleur liggen. Je kunt je totale gevechtskracht aandikken dankzij kaarten, waardoor je een vijand nog kunt verrassen. Je kunt veel verliezen in zo’n gevecht, maar je kunt beloond worden met maximaal twee punten. Als je weet dat het spel eindigt na tien punten, weet je hoe kostbaar deze zijn. Het vechten zelf zit goed ineen, maar visueel is het toch een domper. Kleine, gekleurde blokjes spreken weinig tot de verbeelding als je weet dat er in feite een veldslag aan de gang is.

Dit zou geen echt Dune-spel zijn zonder een gezonde dosis backstabbing. Dit gaat nooit echt ver, maar je kunt dankzij bepaalde kaarten wel overgaan tot sluwe acties die je tegenstanders niet altijd zien aankomen. Je kunt wel min of meer bijhouden welke kaarten elke speler in zijn deck heeft, maar de echte verrassingen komen doorgaans van de zogenaamde intrigue-kaarten. Dit zijn kaarten die geen deel uitmaken van je deck en zijn opgedeeld in drie categorieën: kaarten die je kunt inzetten tijdens je beurt voor een onmiddellijk voordeel, kaarten die je tijdens een gevecht kunt inzetten om de uitkomst te beïnvloeden en kaarten die je tijdens de endgame speelt waardoor je onder strenge voorwaarden nog extra punten kunt scoren. Je tegenstanders weten niet welke intrigue-kaarten je achter de hand houdt. En dan zijn er nog de vier facties, waarmee je bondgenootschappen kunt sluiten als je er genoeg invloed hebt verworven. Een bondgenootschap resulteert in een punt, maar je tegenspelers kunnen ervoor zorgen dat hun invloed nog groter wordt, waardoor zij een punt winnen en jij je punt verliest. Wat ik trouwens geweldig vind, is dat élk spel razend spannend was. Het gebeurde meermaals dat er in de laatste beurt nog een enorme plottwist zat. Ga er dus nooit van uit dat je een spel zult winnen voordat iedereen zijn ware aard heeft getoond. Omdat machtsverhoudingen en bondgenootschappen zo belangrijk zijn, speelt het iets minder fijn met twee. Je moet dan een fictieve derde speler toevoegen die zijn eigen stapel kaarten heeft en plekken inneemt op het bord en zich bemoeit met de gevechten.

Dune3.jpg

Conclusie

Ik krijg maar niet genoeg van dit spel. De dynamiek tussen spelers, kaarten en acties zit echt goed. Je hebt het gevoel dat er zich elke keer een uniek verhaal ontplooit op tafel. Het is de verdienste van schrijver Frank Herbert dat hij een universum wist te beschrijven met zo veel diepgang en detail, maar het is evenzeer de verdienste van spelontwikkelaar Paul Dennen dat hij Dune zo goed wist te vertalen naar een bordspel. Als je niet vertrouwd bent met Dune: niet getreurd. Ik was dat ook niet, en vond het spel al geweldig zonder mee te zijn met de context. Het spel is zodanig goed dat mijn interesse in het verhaal meteen groeide, een week na mijn eerste spel zat ik het eerste boek al te lezen. Dune Imperium heeft zich meteen tussen mijn favoriete spellen genesteld.

Pro

  • Geweldige dynamiek
  • Thematisch klopt alles
  • Spannend tot de laatste beurt
  • Nooit twee keer hetzelfde

Con

  • Vechten met blokjes
  • Werkt wel met twee, maar is het leukst met vier
9

Over

 
Terug
Bovenaan