Het was een broeierig warme zomeravond in New York de eerste keer dat ik kennismaakte met baseball. Ik stond op een overvolle metro gevuld met een overdaad aan oranje en blauwtinten en keek diep in de hazelbruine ogen van het meisje dat ik een paar dagen eerder in de Apple Store had leren kennen. Wanneer een Amerikaans meisje je uitnodigt voor een “sportsgame”, dan meent ze dat ook. Tijdens de benauwende rit voelde je de anticipatie van het publiek in de aanloop naar een belangrijke match van hun thuisteam, een anticipatie die tijdens de wandeling naar het imposante Citi Field Stadium enkel in crescendo ging. Let’s go Mets! Het is die sfeer en hazelbruine ogen en zomersproetjes die ik steeds met de sport ben blijven associëren, want eerlijk? Ik snapte geen bal van de regels van baseball.