Pemphigus zei:
Wel, leg het dan maar eens allemaal uit.
Zoveel hebben ze het daar echt niet over hoor. Buiten de gewone korte zinnetjes:
slippen is ontkoppelen (wat al niet klopt voor aquaplanning of bij het in de berm rijden, dan moet je gewoon gas loslaten en hopen dat je grip krijgt. Deze info kan je terugvinden op websites van de politie (weet hetj uiste adres niet meer, waarvoor mij excuses, als ik ze nog terugvind zal i kzep osten)
Dus er komt echt wel heeeeel wat meer aan te pas...
Maar mits jij het zo goed weet, zet het dan hier allemaal aub en maak de wegen voor iedereen veiliger.
Dank u
Drie gouden regels als je een slippertje maakt : diréct ontkoppelen, níet remmen, kijken en sturen in de richting die je uitwil (en dus niet in de richting van de hindernis). Vooral dat eerste willen we nog even benadrukken. En uitleggen. Om te beginnen is er de werking van het differentieel : het gaat hier over een tandwielsysteem (meestal ingewerkt in de versnellingsbak) dat ervoor zorgt dat er in een bocht minder kracht van de motor gaat naar het wiel aan de binnenkant van de bocht ; het wiel dat de langste weg moet afleggen, aan de buitenkant dus, krijgt meer kracht en zal dus sneller draaien. Het differentieel reageert m.a.w. op weerstand : hoe meer je het ene wiel tegenhoudt, des te sneller zal het andere draaien. Dank zij het differentieel dus. In normale omstandigheden zorgt dat er voor dat je wagen mooi door een scherpe bocht gaat, zonder dat de banden gaan ‘springen’. Maar op ijzelplekken verandert heel die logica van weerstand natuurlijk. Met soms verrassende gevolgen. Direct ontkoppelen zorgt dan dat je dat systeem uitschakelt en je er dus geen schepje meer bovenop kan doen.
Ook door plots op je rem te gaan staan of fors op de motor te remmen op een glad wegdak kan je wagen beginnen slippen. Je enige hoop is dan dat je nog kan bijsturen. Maar dat kan alleen als je wielen nog draaien, niet als ze stilstaan. Door te ontkoppelen (en niet meer te remmen natuurlijk) zorg je dan eigenlijk dat de wielen niet sneller of trager gaan draaien dan ze moeten doen op dat moment, omdat je de verbinding met de motor uitschakelt, ont-koppelt. Voilà, zo simpel is dat.
Ik heb eerst rijlessen voor de moto gevolgd op mijn 18de en het nut van de koppeling is hier heel groot doordat de koppeling de moto de kracht geeft om hem terug recht te trekken...
Blijf altijd kijken naar de richting waar de auto naartoe moet. Kijk nooit met de neus van de auto mee.
Laat liever niet enkel het gaspedaal los, maar ontkoppel meteen. Zo neem je de aandrijving weg van de motor naar de wielen.
Als de wagen toch begint te slippen, probeer dan tegen te sturen (= stuur in de richting brengen van waar je heen wil), en vergeet niet nadien te stabiliseren (stuur terugbrengen).
ABS verkort de remweg niet altijd. Als het wegdek glad is (regen, modder, sneeuw,…) zal de remweg zelfs verlengd worden. MAAR … het grote voordeel … de wagen gaat slippen, maar blijft bestuurbaar waardoor u in de mogelijkheid bent obstakels te vermijden. ABS voorkomt zeker niet het slippen in bochten en staat u dan ook niet toe sneller bochten te nemen
Rijden in de winter
Regen, sneeuw en vorst zorgen voor gladheid en dat betekent gevaar. Onthoud dus als algemene regel:
1. Een natte weg is twee keer zo glad als een droge weg;
2. Een besneeuwde weg is twee keer zo glad als een natte weg;
3. Een bevroren weg is twee keer zo glad als een besneeuwde weg.
Bij gladheid niet snel sturen, accelereren of heftig remmen. Rijd langzamer, houd meer afstand. Raakt u ondanks voorzichtig rijden toch in een slip, laat dan de rem los en probeer uw auto onder controle te krijgen door de koppeling in te trappen en te sturen. Nooit remmen!
De meeste auto's met voorwielaandrijving willen in een te snel genomen bocht rechtdoor. Laat het gas los (niet ontkoppelen!) zodat het gewicht meer op de voorwielen komt te liggen. Zo krijgen ze meer grip op de weg. U verhoogt de grip verder door rustig iets terug te sturen. Dus naar links in een rechterbocht. Doodeng, maar het is de enige methode om de bocht alsnog te redden.
Auto's met achterwielaandrijving breken in een te snel genomen bocht aan de achterkant uit. Hier wél ontkoppelen en voorzichtig tegensturen. Liever twee keer een beetje terugsturen, dan één keer scherp. Te scherp tegensturen kan een 'pendule' veroorzaken. De eerste slip wordt gecorrigeerd, maar wordt gevolgd door een tweede in de andere richting. Gaat de auto helemaal dwars, dan wel scherp tegensturen. In alle gevallen blijft u kijken naar de plek waar u veilig tot stilstand hoopt te komen
Als een botsing onvermijdelijk is, probeer dan langs het obstakel te sturen. Concentreer al uw aandacht op deze route. Laat tijdens het sturen echter de remmen (ook met ABS!) los, anders raakt u in een slip. Zodra u voorbij het obstakel bent, dan remt u weer krachtig.
Armen en benen moeten gebogen zijn. Stel stuur en stoel zo in dat uw knieën behoorlijk zijn gebogen als u het koppelingspedaal helemaal intrapt. Als u met gestrekte armen een pols bovenop het stuur kunt leggen, staat de rugleuning goed. Geen ellebogen op de deur en klap uw armsteunen weg. Alleen met gebogen armen en twee handen aan het stuur kunt u snel en secuur sturen. Met gestrekte armen achter het stuur bent u in een slip volstrekt kansloos.
Rem nooit bruusk – zelfs niet in een noodsituatie – maar bouw de remdruk progressief op, maar rem ook niet te zacht. De tijd dat je hiermee verliest haal je niet meer in.
Bergaf worden je remmen veel meer belast dan in een normale situatie. Remfading (weigering van remmen door oververhitting) kan dus voorkomen.
Rij daarom langzaam in een lage versnelling en laat de motor het meeste remwerk verrichten.
Blijf ook niet langzaam remmend (met slepende remmen) rijden. Rem sterk en laat dan de rem los, rem weer sterk, enz...
Remfading kan je herkennen doordat je hard remt, maar je auto zeer weinig of zelfs helemaal niet afremt.
Je dient dan onmiddelijk terug te schakelen, en de rem even te lossen zodat deze kan afkoelen.
Schakel weer terug, ook al gaat je motor over zijn toeren. Probeer op die manier je snelheid zo veel mogelijk te verlagen.
Uiteindelijk kun je (desnoods met geweld) naar eerste versnelling schakelen. Indien je snelheid voldoende verlaagd is, kun je met de handrem je wagen tot stilstand brengen (langzaam aantrekken!)
Als je reeds te snel reed, en je snelheid niet kan verlagen door terug te schakelen, kun je proberen om je wagen af te remmen door langs een rotswand of vangrail te schuren.
Deze oplossing is natuurlijk enkel een noodscenario, rijdt liever wat trager, dan hoef je het nooit te gebruiken.
Uitrollen en vroeg opschakelen scheelt brandstof
Ko en Luuk Doeks uit Hasselt weten dat uitrollen beter is dan afremmen. De auto rijdt soepeler, comfortabeler en vooral zuiniger als tijdig het gas wordt losgelaten en de auto in de versnelling snelheid vermindert. Ook vroeg opschakelen scheelt veel brandstof. Het gaat erom dat bij een laag toerental veel gas wordt gegeven waardoor de efficiëntie van de motor toeneemt. Het doel is om zo snel mogelijk op een constante snelheid te zitten. Door op die manier zuiniger te rijden hoeven ze bij het volgende benzinestation dan ook alleen de koffie bij te tanken.
Uitrollen in plaats van remmen
Uitrollen is een zuinige manier van afremmen. Als u het gaspedaal loslaat en de auto in de versnelling laat staan wordt de brandstoftoevoer zo goed als helemaal afgesloten. U verbruikt op dat moment geen of zeer weinig brandstof. Als uw auto over een boordcomputer beschikt met weergave van het actuele brandstofverbruik, dan kunt u dit mooi zien. Bij een laag toerental (bij iedere auto anders) komt de brandstoftoevoer weer op gang. Als u zou uitrollen in z’n vrij is er nog brandstof nodig om de motor draaiende te houden. Terugschakelen naar een lagere versnelling is ook minder zuinig. Door terug te schakelen naar een lagere versnelling gaat het toerental van de motor omhoog. En een hoger toerental betekent per definitie een hoger brandstofverbruik.
Remmen en koppeling slijten minder
Uitrollen heeft nog een ander voordeel. De auto houdt minder abrupt in door de lagere compressie van de motor en mindert veel soepeler vaart. Dat is zowel voor de bestuurder als de passagiers comfortabeler en minder vermoeiend. Door het toepassen van de Het Nieuwe Rijden manier van 'afremmen' spaart u overigens ook de remmen en koppeling van uw auto: door tijdig gas los te laten bent u ook in staat om geleidelijk en soepel te remmen.
Goed voor verkeersveiligheid
Uitrollen in de versnelling heeft ook voordelen voor de verkeersveiligheid. Veel automobilisten zijn gewend om al lang voordat ze moeten stoppen de koppeling in te trappen of de auto in zijn vrij te zetten. Daarmee heeft de auto geen 'tractie' meer, d.w.z. dat er geen actief contact meer is tussen auto en wegdak. Dan is het moeilijk om op een onverwachte situatie te reageren. Bij het laten uitrollen in de versnelling is dat contact er wel en kan er sneller worden gereageerd.
Lage toerentallen rijdt zuiniger
Het Nieuwe Rijden adviseert automobilisten van benzineauto’s om bij ongeveer 2.500 toeren op te schakelen. Voor diesels geldt 2.000 toeren. Auto's met een brandstofinjectiesysteem hebben een motormanagementsysteem dat de brandstoftoevoer regelt en onder alle omstandigheden voor een optimale brandstoftoevoer zorgt. Deze motoren draaien bij lagere toerentallen soepel, waardoor het mogelijk is om bij lagere toerentallen naar een hogere versnelling door te schakelen en soepel door te rijden.
Vroeg opschakelen niet slecht voor de motor
Vroeg opschakelen kan betekenen dat u het gaspedaal soms flink in moet trappen. Door in alle versnellingen bij een laag toerental zoveel gas te geven als nodig is om met het verkeer mee te komen trekt u zuinig en vlot op. De bedoeling is om zo snel mogelijk op cruise snelheid te zitten om daarna een constante snelheid aan te houden. Er is overigens goed gekeken naar eventuele schadelijke effecten van de rijstijl van Het Nieuwe Rijden, maar daarvan is geen sprake. Bij constante snelheid kunnen sommige auto's al vanaf 1000 toeren of zelfs nog minder in hun hoogste versnelling rijden. Zolang de auto soepel rijdt, kan dit geen kwaad voor zowel motor als aandrijflijn.
Bij het afremmen op de motor laat ik het gas los en de auto uitrollen, ik schakel dan terug naar lagere versnellingen?
Dit is minder zuinig. Op tijd gas los en het uitrollen benutten -zonder terug te schakelen!- is het meest zuinig. Zodra u op de motor remt is het verbruik nul, omdat de brandstoftoevoer wordt afgeschakeld. Bij een laag toerental (bij iedere auto anders) komt de brandstoftoevoer dan weer op gang. Als u in z'n vrij rijdt is er altijd wat benzine nodig om de motor draaiende te houden.
...content ofwa?