Coolguy
Well-known member
Ik ben zelf eens gaan piepen in mijn rijksregistergegevens - iedereen kan die voor zichzelf raadplegen.
Onder verkiezingen staan je oproepingen en onder welk selectiecriteria je zelf viel.
Hier zijn de preferentiële categorieën volgens de omzendbrief:
Code 6 - Functie als voorzitter in een stembureau, of voorzitter/bijzitter in een
stemopnemingsbureau.
- Deze code wordt vermeld in het dossier van de personen die omwille van hun beroep in
aanmerking kunnen worden genomen om aangewezen te worden voor de functie van
voorzitter in een stembureau, of van voorzitter of bijzitter in een stemopnemingsbureau.
- Bij deze code wordt de categorie gevoegd, zoals bepaald in artikel 95, § 4 van het
Algemeen Kieswetboek.
- Deze categorieën geven de selectie weer overeenkomstig de aanduidingen gedaan in
genoemd wetsartikel. De codes van deze categorieën zijn :
01 - Art. 95, § 4, 1 (rechters).
02 - Art. 95, § 4, 2 (vrederechters).
03 - Art. 95, § 4, 3 (politierechters).
04 - Art. 95, § 4, 4 (advocaten).
05 - Art. 95, § 4, 5 (notarissen).
06 - Art. 95, § 4, 6 (ambtenaren - niveau A en B van alle openbare overheden).
07 - Art. 95, § 4, 7 (onderwijzend personeel).
08 - Art. 95, § 4, 8 (stagiairs parket).
09 - Art. 95, § 4, 9 (gewone kiezers).
10 - (vrijwilligers).
Met toepassing van hogergenoemde wet van 14 april 2009 is artikel 95, § 4, derde lid,
van het Kieswetboek als volgt gewijzigd en zijn er voortaan de onderstaande categorieën
toe te passen vanaf 8 juni 2009.
“Deze personen worden aangewezen in de hierna vermelde volgorde :
1. de magistraten van de Rechterlijke Orde;
2. de gerechtelijke stagiairs;
3. de advocaten en de advocatenstagiairs volgens hun inschrijving op het tableau of de
lijst van stagiairs;
4. de notarissen;
5. de gerechtsdeurwaarders;
6. de bekleders van een ambt die onder de Staat, de gemeenschappen en de gewesten
ressorteren en de bekleders van een gelijkwaardige graad die ressorteren onder
provincies, gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn, onder enige
instelling van openbaar nut al dan niet bedoeld in de wet van 16 maart 1954
betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut of onder de
autonome overheidsbedrijven bedoeld in de wet van 21 maart 1991 betreffende de
hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;
7. het onderwijzend personeel;
8. de vrijwilligers;
9. indien nodig, de personen die aangewezen zijn onder de kiezers van de kieskring.”
Onder verkiezingen staan je oproepingen en onder welk selectiecriteria je zelf viel.
Hier zijn de preferentiële categorieën volgens de omzendbrief:
Code 6 - Functie als voorzitter in een stembureau, of voorzitter/bijzitter in een
stemopnemingsbureau.
- Deze code wordt vermeld in het dossier van de personen die omwille van hun beroep in
aanmerking kunnen worden genomen om aangewezen te worden voor de functie van
voorzitter in een stembureau, of van voorzitter of bijzitter in een stemopnemingsbureau.
- Bij deze code wordt de categorie gevoegd, zoals bepaald in artikel 95, § 4 van het
Algemeen Kieswetboek.
- Deze categorieën geven de selectie weer overeenkomstig de aanduidingen gedaan in
genoemd wetsartikel. De codes van deze categorieën zijn :
01 - Art. 95, § 4, 1 (rechters).
02 - Art. 95, § 4, 2 (vrederechters).
03 - Art. 95, § 4, 3 (politierechters).
04 - Art. 95, § 4, 4 (advocaten).
05 - Art. 95, § 4, 5 (notarissen).
06 - Art. 95, § 4, 6 (ambtenaren - niveau A en B van alle openbare overheden).
07 - Art. 95, § 4, 7 (onderwijzend personeel).
08 - Art. 95, § 4, 8 (stagiairs parket).
09 - Art. 95, § 4, 9 (gewone kiezers).
10 - (vrijwilligers).
Met toepassing van hogergenoemde wet van 14 april 2009 is artikel 95, § 4, derde lid,
van het Kieswetboek als volgt gewijzigd en zijn er voortaan de onderstaande categorieën
toe te passen vanaf 8 juni 2009.
“Deze personen worden aangewezen in de hierna vermelde volgorde :
1. de magistraten van de Rechterlijke Orde;
2. de gerechtelijke stagiairs;
3. de advocaten en de advocatenstagiairs volgens hun inschrijving op het tableau of de
lijst van stagiairs;
4. de notarissen;
5. de gerechtsdeurwaarders;
6. de bekleders van een ambt die onder de Staat, de gemeenschappen en de gewesten
ressorteren en de bekleders van een gelijkwaardige graad die ressorteren onder
provincies, gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn, onder enige
instelling van openbaar nut al dan niet bedoeld in de wet van 16 maart 1954
betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut of onder de
autonome overheidsbedrijven bedoeld in de wet van 21 maart 1991 betreffende de
hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;
7. het onderwijzend personeel;
8. de vrijwilligers;
9. indien nodig, de personen die aangewezen zijn onder de kiezers van de kieskring.”