Moeilijk uit te leggen, dat sowieso. Gelukkig is ondergetekende een doctor in de Cisneroslogie, met specialisatie in preadviatische drum-bassdyadiek. Ik zal dat dus eens even uitleggen waarom At Giza het absolute summum van avant-gardemuziek van ons tijdperk is, en logischerwijze dus ook het absolute Magnum Opus (met twee heel grote hoofdletters) is van stonerdoomsjamaan Al Cisneros.
We schrijven 1996, succesvolle stonerdoomband Sleep (Cisneros, Hakius, Pike) verlaat het alternatievere, underground Earache Records om naar het wereldbekende London Records over te stappen. De geruchten dat Sleep hun volledige zescijferige voorschot van London Records spendeert aan wiet en gitaarversterkers blijken achteraf trouwens volledig waar te zijn. De drie hadden al enkele jaren het idee om het ultieme Iommische eerbetoon te brengen, in de vorm van een album dat bestond uit slechts één riff: Jerusalem. Een album van 63 minuten, met één nummer en evenveel riffs. Het album dat later een mythische status zou krijgen bij de gemiddelde langharige stoned Roadburnganger (en ver daarbuiten) als 'Dopesmoker' wordt op dat moment niet echt enthousiast onthaald door London Records. Die hadden radiovriendelijke singles a la Dragonaut verwacht, maar niets bleek minder waar. London wou het album zo niet uitbrengen, maar Sleep wou niet afwijken van hun artistieke visie. Complete impasse.
Om een lang verhaal kort te maken, de heisa rond Jerusalem/Dopesmoker zorgt ervoor dat Sleep ophoudt te bestaan. Naar verluidt stopt Cisneros zelfs een aantal jaar als muzikant, tot hij in 2003 met Sleep's drummer Cris Hakius Om opricht. Een band zonder gitarist, waar Al ooit over zei: "We willen niet zomaar een gitaar erbij omdat dat de norm is", wat de minimalistische invalshoek van Om meteen duidelijk maakt. De band brengt 'Variations on a Theme' uit. Een album met drie bijzonder lange nummers, die ook nog eens op elkaar lijken. De titel is met andere woorden niet vergezocht. Sleep is nooit heel ver weg, maar het gebrek aan gitarist en bijhorende gitaarsolo's, palm muted riffage en dus afwisseling tout court zorgt ervoor dat Cisneros en Hakius met Variations on a Theme een meditatieve reductie brengen van hun stonerdoom waarmee ze de metalmeerwaardezoeker zo mee wisten te bekoren. Hoewel meditatief, repetitief en minder metal dan eender welke Sleep-output, is Variations on a Theme nog altijd nauw verwant aan alles stonerdoom. Vooral de fuzzy, distorted bass van Cisneros zorgt nog voor diezelfde punch en Iommische trage riffs die het genre zo typeren.
Dat verandert helemaal bij Conference of the Birds, en al zeker bij - en nu komen we tot de kern van ons verhaal - At Giza. Een nummer waarbij Al voor de eerste keer in zijn carriere zijn basgitaar clean presenteert, en daarmee ook voor het eerst met twee voeten de brede 'metalcirkel' verlaat. Een beslissing met verregaande gevolgen. At Giza is zo meer avant-garde, psychedelisch, post-rock te noemen dan 'stoner en/of doom metal'. In het nummer neemt het duo ons mee op een unieke pelgrimstocht (pun intended) naar die oud-Egyptische wereldwonders, door slechts gebruik te maken van drie instrumten: een basgitaar, een drumset en vocalen. En hoewel het geheel meer is dan de som van deze drie onderdelen, is het toch de moeite om even stil te staan bij alle drie. Te beginnen misschien met wat At Giza zo uniek maakt: Al's vocals. Bijna gepreveld, alsof ze verzen uit het Bhagavad Gita zijn. Woorden en zinnen die gekozen en samengesteld zijn voor hun sonische, gevoelsmatige en ritmische kwaliteiten, in plaats van hun semantische of grammaticale deugdelijkheid. Al heeft vele zinnen op deze manier over vele nummers gegoten, maar ik kan me er geen bedenken die bij de luisteraar binnenkomen als "Rise Aviator, Sun Will Follow" en "Dove Ascends to Freedom Through a Lantern Filled Sky". Uniek in z'n genialiteit en geniaal in z'n uitvoering.
De basgitaar dan, die het grootste deel van de nummer clean klinkt, vult met gemak het hele geluidsspectrum, en doet dat op een opzwepende en minimalistische wijze, heel traag opbouwend naar de climax van het nummer, met leitmotieven die steeds terugkomen en overlappen met het geprevel van de vocalen. Het klinkt zowel als een vrijblijvende jam maar ook als een onontkoombare trip die je optilt en meevoert, als de stroming van een rivier die gestaag richting waterval gaat. Doe je ogen dicht, drijf mee, en denk niet over wat komen moet.
De drums. Oh Lord. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat wat Hakius presteert op At Giza absolute ritmische perfectie is. Je mag zoveel Mike Portnoys, Danney Careys, Neil Pearts of Keith Moons laten passeren als je wilt, Hakius op At Giza is de enige 10/10 drumperformance die ik me kan inbeelden. Hoe hij met een zekere vorm van tribal minimalism Al's bass en stem ondersteunt is ongezien. Ik heb het gevoel alsof hier duizend jaar lang door een resem wiskundigen en drummers werd gewerkt om elke aanslag op die drumkit te perfectioneren, zodat er zeker geen enkele keer teveel wordt geslagen. Naast die absolute ondersteunende perfectie treedt Hakius, door het gebrek aan instrumenten, ook zelf op de voorgrond. En de kwaliteit van hoe hij z'n kit laat klinken, is pure perfectie. Ik heb het gevoel alsof elk vel perfect gespannen stond, perfect gestemd en alsof het hout van zijn drumstokjes werd geslepen door Japanse specialisten die 75 jaar op zoek gaan naar de juiste boom.
Maar, zoals gezegd, is At Giza veel meer dan de som van haar onafhankelijke delen. At Giza is het orgelpunt van de carriere van een God in het genre. At Giza is het scharnierpunt tussen twee helften van een band, tussen de post-Sleep-metalachtige Om en de Oosterse, meer meditatieve, Amosiaanse versie van Om (die eigenlijk al pre-Amos begon met Pilgrimage). At Giza is een perfect nummer, dat ondanks zijn lengte en schaarse instrumentatie geen seconde weet te vervelen. At Giza is een oefening in terughoudendheid, waarbij twee titanen van de Stonerdoom bewijzen wat ze kunnen zonder distortion, zonder gitaar en zonder te roepen. At Giza is meer dan een nummer, At Giza is een leidraad, een wegwijzer, een schatkaart naar de verlichting. At Giza overstijgt metal, en is een hoeksteen van metalafgeleide avant-garde en experimentaliteit. At Giza is en blijft, ondanks deze 1157 woorden, onbeschrijfelijk. At Giza capteert het gevoel van in Gizeh te staan en naar die pyramiden te kijken. Niemand kan ooit zeker weten hoe die Egyptenaren meer dan 5000 jaar geleden zulke monolithische constructies hebben kunnen neerzetten... Wel, niemand zal ooit begrijpen hoe in 2005, Hakius en Cisneros erin zijn geslaagd om een perfect nummer te maken. En ik ben ervan overtuigd, dat beide kerels het zelf ook niet meer weten. Want dat is At Giza ook. Het gelukkig samenvallen van twee enorm stonede kerels die tijdens een van hun vele en urenlange jamsessies per toeva het antwoord op alle mysteries van het universum vinden, en die benevelde revelaties in een nummer goten om het aan de rest van de wereld te kunnen navertellen...
Dat is At Giza. Als je het mij vraagt, waarschijnlijk het beste nummer ooit.