Archief - INFO: Geluid, lees en u zal horen!

Het archief is een bevroren moment uit een vorige versie van dit forum, met andere regels en andere bazen. Deze posts weerspiegelen op geen enkele manier onze huidige ideeën, waarden of wereldbeelden en zijn op sommige plaatsen gecensureerd wegens ontoelaatbaar. Veel zijn in een andere tijdsgeest gemaakt, al dan niet ironisch - zoals in het ironische subforum Off-Topic - en zouden op dit moment niet meer gepost (mogen) worden. Toch bieden we dit archief nog graag aan als informatiedatabank en naslagwerk. Lees er hier meer over of start een gesprek met anderen.

Dakantochnie

Legacy Member
Indeling



Inleiding

Geluid: iedereen ervaart het anders, en iedereen heeft ook een andere mening over hoe het moet ervaren worden. De ene wil de beats van zijn favoriete dj voelen, de andere wil dat Jimi Hendrix als het ware naast je staat en nog iemand anders verlangt dat dat minuscule foutje dat iemand speelde in een groep van 100 strijkers haarfijn wordt weergegeven. Muziek is het moeilijkste (en zeker klassieke muziek en jazz) voor een luidspreker om weer te geven, maar vele mensen verlangen ook dat hun set Tsjernobyl nog harder kunnen laten daveren dan dat dat gebeurde in 1986. Nu hebben we al knallende dj’s en steden gehad, muzikale strijkers en gitaargenieën maar we missen nog iets. Juist ja, het tijdverdrijf bij uitstek van vele jongeren: games!
Net als bij films zijn games dikwijls uitgerust met een meerkanaals geluidsspoor dat je dan ook wel wenst te horen doormiddel van een surround geluidsset. Maar die kabels zijn toch wel lastig, daarom dat we nu ook al geregeld surroundsets met draadloze achterluidsprekers of zelfs gewoon zonder achterluidsprekers in de etalage van de plaatselijke kompjuterboer zien opduiken. Sommige mensen zijn echter niets met die hoop plastieken rommel zoals ze het zelf wel eens durven noemen; die hebben power nodig, enorm veel power. Daarom hebben we het in deze gids ook over een aparte soort luidsprekers: het pro materiaal!

Hoofdtelefoons, versterkers, geluidskaartjes, 2.0, 2.1, semi surround, quadrafonisch, 5.1, 7.1, pro luidsprekers, … We gaan het allemaal van naderbij bekijken in deze gids. We gaan je ook proberen inzicht te geven in die rare tekentjes die je dikwijls terugvindt op de doos van je luidsprekers en je de wereld achter Logitech en Creative te laten ontdekken.

Veel leesgenot gewenst

ComputerVISTA, Thorens, Yo-Han en dakantochnie

PS: indien je nog vragen, opmerking of wat dan ook hebt: pm dakantochnie!

Dakantochnie

Legacy Member
Versterkers: technische uitleg en types

Inleiding

De versterker is een veelal onderschatte schakel in de audioketen.Als ik een versterker moet omschrijven in non-elektronische termen zou ik hem het hart van de installatie noemen, de motor, de krachtbron.
Zijn doel is simpel: het versterken van het bronsignaal (lijn,phono,micro,...) naar een signaal die een luidspreker kan aansturen op verschillende niveaus of volumes. De versterker doet dit d.m.v. voltages en stromen naar de luidspreker te sturen.

Opbouw

Versterking van een bronsignaal gebeurt meestal in 2 stappen omwille van ‘handigheids’ redenen; met name de voorversterking en de eindversterking.

De voorversterker brengt de verschillende types ingangssignalen op min of meer gelijk niveau vooraleer ze naar de eindvesterker gestuurd worden. Er zijn 3 types veel voorkomende ingangssignalen: lijn- phono- en microsignalen. De sterkste signalen zijn lijnsignalen (cd, dat, tape, tv, tuner ,line-out pc soundcard, etc.). Het phono-signaal van de cel van een platenspeler is b.v. een pak zwakker en heeft meer voorversterking nodig. De voorversterker trekt alles op een gelijk niveau voor de eindversterker. Zeer handig dus,of je zat voor elk type signaal met een aparte voorversterker opgescheept. Je kan er dus ook meerdere lijningangen op aansluiten en selecteren via en bronselector.Verder is er nog de volumeregeling en in veel gevallen een toonregeling(bas, treble, mogelijk mid) .Enkel high-end (voor)versterkers zie je veelal zonder toonregeling om het signaal zo puur mogelijk te houden. De toonregeling dient in principe als compensatie voor akoustisch minder goede ruimtes of opnames. De ene ruimte dempt al wat meer en zal je muziek doffer of droger laten klinken,de andere laat je muziek al wat scherper of helderder klinken. Geen ruimte is quasi gelijk,vandaar: de toonregeling... Of soms meerbands equalizer (populair op 80’s midi ketens...hoe meer knopkes, hoe meer vreugd :woohoo: ,en hoe meer gepruts). De meerbands equalizer dient z’n doel beter in studios of grote publieke ruimtes. De simpele bas-treble regeling doet meestal z’n job goed genoeg in de woonkamer. Veelal kan je ze zelfs gerust laten of eventueel uitschakelen via een source direct knop.

De eindversterker doet niks anders dan deze min of meer gelijkwaardige signalen versterken zodanig dat je luidsprekers er nu met kunnen omgaan. Hier vind je meestal geen volumeregeling, behalve bij vermogenversterkers voor non-thuisgebruik (die zet je dan ook best meestal volledig open). De voorversterker zal vooral voor het detail, de tonale balans en het stereobeeld zorgen; terwijl de eindversterker zorgt voor controle, dynamiek en vermogen (POWWER wuh vèjnt). Betere controle over een speaker zal je ook meer detail opleveren natuurlijk.

De meest voorkomende vorm in huiskameraudio is de geintegreerde versterker, waar voor- en eindtrap in één behuizing zitten met één gemeenschappelijke voeding. Voor en eindversterker zijn veelal gescheiden in pro-audio of sommige high-end audio. Een mengtafel b.v. is niks anders dan een voorversterker met per ingang een gain (regelbaar voorversterkingsniveau), volumeregeling (meestal schuiver) en een toonregeling (van simpel bij dj-tafels tot uitgebreid bij studiotafels).

Soms wordt de eindversterker ook gescheiden in mono delen voor linker- en rechterkanaal; hier spreekt men van dual mono, en zit men meestal in de high-end of pro-regionen. De eindtrapkanalen zullen veelal in aparte behuizingen zitten terwijl de voorverstreker in één behuizing blijft zitten (voor het gebruiksgemak), maar toch met 2 voedingen en gescheiden links en rechtskanaal. Het voordeel is dat de kanalen volledig gescheiden lopen zonder elkaar ‘elektrisch’ te storen en elk kanaal z’n aparte voeding heeft. Het kan natuurlijk ook bvb 5x een monoversterker zijn voor 5.1 surround geluid (de .1 is je subwoofer en heeft meestal z’n eigen amp). Ik ga hier nu niet voorlopen op surround geluid(dat komt nog :D). De voeding is een zeer belangrijk onderdeel van de versterker. Daar wou ik hier eigenlijk naar toe. Als het daar fout loopt, heb je snel pover en zwak geluid... of zelfs geen. Als ik iemands anders woorden mag quoten: “Waarom verder doen als de 1e watt vermogen al op niks trekt?”. M.a.w. als de voeding al met moeite de eerste paar watt degelijk kan leveren, zwijg me dan van de laatste 50 paar. Staar je nooit blind op het ‘rauw’ (vul 100’en watts in hier) vermogen van een amp. De voeding voorziet de versterkingscircuits van de nodige stroom en spanning. Hoe stabieler de voeding is en hoe sneller (lees sneller als ‘naargelang tempo en ritme muziek’) ze stroom kan leveren, hoe beter je amp veelal zal werken en hoe muziekaler hij zal klinken én hoe efficiënter hij met z’n vermogen zal omgaan. De voeding, de longen en zuurstof voor het hart dus. Een voeding die niet meekan zorgt veelal voor slome lompe en trage klank. Aan het gewicht (groot deel in voeding en uitgangstransformatoren) van een vermogenversterker weet je veelal iets meer! Enfin niet dat 50 kg veel beter is dan 25 kg. Een goed ontwerp is al veel. Een goede voeding, voorversterker en eindtrap(pen), en je bent gegarandeert vertrokken voor uren muziek- film- en gameplezier : ) .

P.S.: Sommige eindtrappen kunnen ook ’gebridged‘ worden per 2 kanalen. De mijne schakelt hier gewoon die 2 kanalen samen als 1, met een bijna verdubbeling van het vermogen als gevolg (veelal mogelijk bij pro power amps).


Types

Buiten de algehele opbouw toch nog eventjes kort een aantal types van elektronische versterking voor audio bespreken hier.

1. De buizenversterker

De elektronenbuis was de eerste manier om geluid op elektronische manier te versterken. Van de vroege 1900-jaren tot eind jaren '60 regeerden de buizenversterkers de wereld (niet de illuminati dus :unsure: ). De versterking gebeurt door de elektronenstroom in een vacuümbuis te regelen (simplistisch gezegd). Veel voorkomend in gitaaramps (vanwege hun cleane toon en zeer aangename distortion bij licht oversturen) en aan een ware heropmars bezig in de 2-kanaalswereld. Hier vind je betaalbare high-end stereo met verbluffende resultaten, mits (en dit is heel belangrijk) je passende speakers in je bezit hebt. Buizen zijn kieskeurig als het op partners aankomt :D en vergen soms wat onderhoud omdat buizen slijten na een paar jaar.
Ze hebben soms een vrij laag vermogen en efficientie en ontwikkelen nogal wat warmte. De voordelen zijn dan weer dat er vele types buizen zijn,met elk hun eigen klankkleur (naar smaak):warme zachte klank, niet zo rauwe vervorming als je wat harder gaat, zeer gevoelig in laag microfonisch detail (uitsterven van noten etc, 3d beeld, ... Niet voor niks nog gebruikt in radar en straaljagers!) en last but not least: zeer naturel en muziekaal geluid mits goed ontwerp.
Audioingenieurs hebben er quasi alles, zeg maar massas ontwerpen uitgehaald sinds de jaren stillekes...enfin net na :D ! Veel oude buizenprincipies zijn in moderne amps van toepassing.

2. De transistorversterker

De transistor is ruwweg het silicium (halfgeleider) equivalent van een buis. Deze begon z’n opmars in de groovy seventies en biedt vergroot gebruiksgemak en een pak andere voordelen tegenover de buis (minder warmteontwikkeling en meer efficientie zijn de grootste).
Vandaag de dag is dit nog steeds de meest voorkomende en gebruikte versterker in massa's audioapparatuur. Van de amp in je pc-surroundset (meestal in de subwoofer aanwezig) tot high-end en studiomateriaal en zware vermogenversterkers voor grote festiviteiten. Transistoren kunnen van vrij hard tot vrij neutraal klinken (de neutralere heel muzikale kosten je meestal al wat meer; er moet gewoonweg meer inspanning gedaan worden om ze neutraal te laten klinken omwille van de ingewikkeldere opbouw en dus snel grotere signaalweg tegenover bij buizen). Als ze in vervorming gaan is dat wel hard en sneller hoorbaar. Daarentegen ligt die drempel wel vrij hoog en zijn ze goed in het weergeven van het macrodetail (luid detail).

3. De digitale vesterker

Dit type versterker is -uiteraard- vrij recent. Deze is vrij efficiënt en past zelfs op een printplaat zo groot als je geluidskaart!. Deze amp klinkt voor velen tussen de transistor en de buis, maar is dus compact, efficiënt en vrij neutraal. Sommige laag-vermogen digitale amps kan je zelfs heel degelijk (pakken beter dan traditionele walkman, discman of mp3 speler ) op een batterij doen werken. In de hogere klasse surround amps is deze in opmars dezer dagen vanwege zijn neutraal/live karakter en zijn compactheid die meerkanaals geluid wel ten goede komt natuurlijk.
B.v.: I.p.v. 5 stevige eindtrappen gebruikt men 5 printplaatjes wat natuurlijk enorm plaats- en gewichtbesparend is! Er is dus ook misschien wel toekomst in de portable audio voor dit type amp.

Vergeet de basisregel niet voor deze 3: goede klank begint bij een goede voeding (pasta ipv frieten).

Je kan ze ook op de volgende manier indelen, zoals computer xp deed:

1. De high-fi (high fidelity) versterker

dat is degene die bedoeld is voor in je luisterruimte / living, zolang het maar voor persoonlijk gebruik is en niet
om een dansvloer te doen. Een hi-fi versterker kan dan ook bij hoge volumes veel warmer blijven dan een daarvoor bedoelde PRO versterker
of PA-(public address) versterker. Meestal is een degelijke hi-fi versterker een "integrated" versterker en dat wil zoveel zeggen als dat de pre- en eindversterker allebij in hetzelfde toestel zijn gesmolten. Al je ingaande kanalen (aux, cd, phono en je speaker uitgangen) zitten er in, dus je hoeft in principe maar aan één daarvoor bedoelde ingang een geluidsdrager te hangen (b.v. cd-speler) en aan de daarvoor bedoelde uitgang (meestal draadklemmen) je speakers te hangen en je hebt geluid. Onder de hi-fi versterker versta ik (persoonlijk) ook de 2.1,4.1,5.1,7.1, enz. Dolby toestellen die in principe hetzelfde doen; enkel zit daar dan nog een dolby verdeler bij en de nodige digitale onderdelen (andere mensen geven deze laatste een aparte categorie, dus schiet me niet af he )..
Voorbeelden van high-fi versterkers en integrated versterkers:
Dolby reciever
stereo integrated amp

2. De high-end versterker

Dat zijn de duurdere luisterruimte / living broertjes van de hi-fi versterkers en werken soms met mosfets of lampen (tubes) zoals je die tegenkomt bij b.v. de marshall gitaarversterkers. Die tubes (buizen/lampen ook genoemd) stammen eigenlijk uit de beginperiode van de versterkers; Toen waren alle versterkers daar mee voorzien maar sinds de jaren '70 is dat veranderd naar transistoren omdat buizen snel versleten en vrij duur waren. Het andere kon aan de lopende band gemaakt worden en kostte niks qua productie dus daarom verdwenen de buizen stelselmatig uit alle hi-fi versterkers. Maar een tube geeft een veel warmere en soms betere klank dan zijn goedkoper broertje. Natuurlijk zijn die een pak duurder en vind je ze meestal wel weer in de hi-end versterkers. Voor de tubes is er natuurlijk een 'next best thing' op de markt gekomen en dat zijn de mosfets. Ze zijn nagenoeg even goed van kwaliteit en kosten minder (zijn nog altijd niet goedkoop he ) het grote voordeel is dat ze amper verslijten.

Een echte hi-end versterker is dan meestal ook enkel een eindversterker (ofwel 1 eindbak ofwel 2 mono blokken die dan elk voor de links en de rechts zorgen) Meestal moet je dan ook voor een eind versterker een pre amp (of voorversterker kopen) maar dat kun je vervangen door b.v. een mengpaneel of andere pre amp.
Deze toestellen worden ook meestal niet (behalve de buizenversterkers) gemaakt met gewone transfo's maar wel met ringkerntransfo's. Ook voor 2.1, 4.1, 5.1 en 7.1 zijn er zulke toestellen maar je kan al wel raden dat dat geweldig veel kost ten opzichte van de geïntegreerde versterker die alles aan boord heeft.

Deze versterkers kunnen bij continue werking ongelooflijk warm worden en worden dan ook geleverd met (in mijn geval althans) mosfets, direct aangesloten op 30 cm brede koelvinnen. Bovendien vreten ze stroom en zijn sommige niet vies van bij enorme wattages (continus dus ) 60 en zelfs tot 70 graden op te warmen en constant (b.v. weer in mijn geval) 600 watt te verbruiken aan elektriciteit en bij de opstart 1.4 kilowatt. (1400 watt) terwijl mijn amp maar 2 x 5 watt rms geeft .
Voorbeelden van high-end en pre amp's:
voor en eind versterk bij elkaar: bovenaan voor onderaan 2 mono blokken eind
mosfet amp
buizen of tube amp

3. De pro-versterker

(professionele) of PA-versterker (public address) Dit zijn versterkers die gemaakt zijn met als doel luid te gaan en daarbij niet te verpinken. Ze worden, vergeleken met het volume van een hi-fi versterker, dan ook zo warm niet en zijn meestal extra gekoeld met koelvinnen en ventilatoren. Een pro versterker is dus altijd een eindversterker en de pre amp is dus meestal de mengtafel en/of de externe crossovers of processoren. Deze grote jongens zijn dus egenlijk niet bedoeld voor in je living / luisterruimte te staan omdat de klankkwaliteit wel eens lelijk zou kunnen tegenvallen. En de meeste hebben het niet eens graag van constant heel zacht te spelen. Veel van deze amps worden ook (zoals de hi-end versterker) voor bi-amping en tri-amping gebruikt. Dat wil zeggen dat je per box 2 of 3 versterkers gaat gebruiken. Bv. Je hebt een topkast met 2 hoogdrivers, 3 middrivers en 1 bassdriver. Wel dan kan je door een schakeling in het filter en door de juiste bedrading 1 amp voor het hoog gebruiken, 1 amp voor het mid en 1 amp voor het laag. Dit word b.v. toegepast op de bij jullie wel erg bekende en grotere concerten als rock Werchter etc.....
Voorbeelden van PA of Professionele versterkers:
4 pro amp's in een rack met hun processor

4. De Phonoversterker

over phono amps is weinig te zeggen volgens mij. Dat zijn heel simpele platendraaier versteerkers soms eind soms pre amp voor een amp die Bv. geen phono in heeft. (er zijn ook hi end solutions). Misschien bij vermelden dat een phono preamp niet enkel versterkt, maar ook een soort pre-emphase/de-emphase toepast, namelijk de RIAA egalisatie.
Voorbeelden van phono amp's:
de pc variant
de high-end oplossing

5. De hoofdtelefoonversterker

dat is een versterker die je aansluit tussen de phone uitgang van een der welk aparaat (kan ook amp zijn) die je hoofdtelefoon nog is aparte versterkt zoals bij de AKG electrostatische hoofdtelefoon die je een buizen ampje bijhebt. Volgens mij wordt zo een amp meestal gebuikt om de soms crappy hoofdtelefoon uitgang op je amp te omzijlen.
Voorbeelden van Hoofdtelefoon of phone amp's:
de akg hoofdtelefoon met amp

Dakantochnie

Legacy Member
Verstekers: aanschafcriteria en stekkers

Aanschafcriteria

Nu denken velen in zichzelf: "Eindelijk begint die zeveraar is over wat iedereen wil weten: waar op te letten bij een aankoop"

Hoeveel luidsprekers mag ik op deze (stereo) eindversterker aansluiten en welke?

Dit kan een criterium zijn bij de aankoop. Veelal 2 of soms 4 luidsprekers of meer bij homecinema- en meerkanaalsamps. Je kijkt op je amp achteraan of in de handleiding. Daar staat b.v. minimum 4 of 8 ohm/channel. Je kijkt ook hoeveel ohm je luidsprekers zijn (zie achterzijde of handleiding, nominale impedantie is veelal 4, 6 of 8 ohm of iets daartussen).

Nu moet ik jullie eventjes de wet van Ohm (stroom- spannings-en vermogenverdeling in impedantie netwerken) voorstellen direct toegepast op luidsprekers:

Serie:

AMP+  - LS1 +  - LS2 +  AMP –

Wet van ohm Zt=z1+z2

Parallel:

AMP+  + LS1  + LS2
AMP -  - LS1  - LS2

Wet van ohm Zt=z1.z2/z1+z2

z=impedantie luidspreker(s) oftewel de verzamelweerstand, men spreekt niet van de weerstand R omdat er spoelen en condensatoren tussenzitten in de luidspreker.
Zt=totaalwaarde van serie of parallelschakeling van luidsprekers (weerstanden,impedanties).
LS= luidspreker 1 of 2 of meer (af te raden)
AMP= versterke
+ - zijn de aansluitklemmen
 = kabel

B.v.:

Twee 8ohm speakers/kanaal in *

*Serie:Zt=z1+z2=8+8 =16ohm
De wet van om ohm zegt U=I.R(Zt)  I=U/R(Zt)

Als de impedantie(Zt) die aan je ampkanaal hangt stijgt zal de stroom die het kanaal moet leveren dalen(meer weerstand). De wet van ohm zegt: in serieschakelingen van weerstanden (impedanties speakers) blijft de stroom gelijk in elke weerstand. De spanning en dus het vermogen (P=U.I) zal zich evenwijdig spreiden over de identieke impedantie van beide speakers en deze zullen dus dezelfde stroom trekken. Je amp heeft er geen problemen mee omdat hij minder stroom moet leveren onwille de grotere weerstand van de 2 speakers in serie. Elke speaker speelt nu half zo luid i.v.m. één speaker op dat kanaal. 3 Of 4 speakers in serie op een ampkanaal hangen heeft weinig zin. Elke speaker gaat dan maar stiller en stiller spelen en je krijgt andere miserie.

*Parallel:Zt=z1.z2/z1+z2=8.8/8+8=64/16=4ohm

Als er op je amp staat min. 8 ohm/ch stop maar al!
De stroom zal nu stijgen omdat de impedantie daalt (minder weerstand) en je amp moet dus meer stroom leveren en zal warmer worden dan waarvoor hij gemaakt is. Dit kan overhitting en schade tot gevolg hebben. Speelt hij tot 4 ohm (zie handl. of achterkant), geen probleem dan. Veel poweramps doen dat, maar probeer dan wel geen twee 4ohm speakers parallel te hangen. Dan kom je aan 2ohm vervangweerstand en dat doen weinig amps lang genoeg (enkel zware pro-beesten,zelfs tot 1ohm)
De wet van ohm zegt in parallelschakeling van impedanties: de stromen verdelen zich over de identieke impedanties gelijkmatig, maar de spanning blijft nu over elks gelijk. Dus is het geleverd vermogen (P=U.I) van elke speaker gelijk. Je amp levert nu meer stroom/kanaal onwille van de kleinere weerstand van de 2 speakers parallel (i.v.g. met 1). Je speelt dus luider en verdeelder en je amp doet meer inspanning. Dit wordt thuis niet snel toegepast, maar vooral in zaaltjes/publieke ruimtes etc.

Probeer serie-paralelschakeling (de combinatie van de 2 op één kanaal, dus 4 speakers) en verschillende impedanties (b.v. links een 8-en 4ohm speaker en rechts twee 8ohms) door elkaar te vermijden. Probeer gewoon altijd voor elk kanaal 1 speaker aan te sluiten. Maar dit is wel eens anders in car-audio en pro-audio dus.

Op meerkanaals home-cinema amps, b.v. een 5.1 DD/DTS amp, sluit je dan wel 5 speakers aan natuurlijk. Wil je 10 speakers aansluiten op een 5.1 amp, dan zal Hellga van de THX crew u persoonlijk komen spanken ;). Een home cinema amp is meestal gebouwd met compabiliteit van speakers in gedachten, en de Sub (.1) heeft soms zijn eigen amp. M.a.w. elke home-cinema ampkanaal zal wel een 4ohm speaker impedantie aankunnen. In geval van niet (de lichtere), best 6- of 8ohm speakers gebruiken!

Versta je de ballen van die wet van ohm en al dat ander Chinees gebrabbel :unsure:? Kijk dan gewoon op je amp achteraan (bvb 8ohm/channel) en maak dat je speakers gelijke impedanties (ook 8ohm) hebben en houdt het bij 1 speaker /kanaal.

Wet van ohm: serie/parallel in schema:
http://www.on4cp.org/cursus/cc/loi_ohm.htm
http://www.coathook.pwp.blueyonder.co.uk/elec/elec3b.htm

P.S.: Houd er rekening mee dat de nominale impedantie achteraan genoteerd op je speaker een gemiddelde is (de spoelen in de filter hebben veranderlijke impedanties naargelang het frequentieverloop). Als er 8 ohm opstaat kan die soms dalen hebben van 5ohm (bij lage tonen) en pieken van 10ohm (bij hoge tonen). Dat belast je amp dus ook wel meer, vooral bij de lagere tonen. Deze impedantiecurve is veelal iets wat de luidsprekerfabrikant niet snel meelevert, soms wel. Je Kan er wel om vragen.


Stekkers

Eerst heb je natuurlijk de meest gebruikte in het computer gebeuren, de mini jack. Dat is het kleine 35mm broertje van de 63mm jack die dan weer het modelletje groter is. Nu heb je 3 Types van zowel de grote als de kleine. Maar We zullen het eerst hebben over de kleinste.

Je hebt volgende variaties met linkjes naar op Google gezochte plaatjes.

- De mono mini jack (tip->sleeve)klik
- De stereo mini jack (tip->ring->sleeve)klik
- De stereo/data mini jack (bijna alleen gebruikt op bepaalde types van draagbare cd spelers van Philips) (tip->ring->data->sleeve)(geen foto gevonden)

De eerste is de mono mini jack en kan dus maar 1 audiosignaal aan. Zo kan je hier dus geen stereo signaal doorsturen omdat een stereosignaal 2 audiosignalen zijn.

De tweede is de stereo mini jack en kan dus 2 signalen aan. Dus hier kan je wel een stereo signaal op aansturen maar ook een mono. Deze is het meest courant gebruikte in de pc wereld omdat uit je pc, meerbepaald je geluidskaart alleen maar stereo mini jack’s aansluitingen zijn. Nu heb je hier nog altijd 2 verschillen in. Het vrouwelijke stekkertje (Dat vind je BV. Op je geluidskaart gemonteerd "linkje ”) en het mannelijke stekkertje dat is hetgene dat meestal aan het kebeltje van je pc boxen hangt en dus in het vrouwtje moet steken. Jawel zelfs hier is de wet van de voortplanting zoals ik en jij die kennen hetzelfde .

Over de derde stereo/data mini jack ga ik niet over uitwijden omdat je er waarschijnlijk toch nooit in aanraking mee komt. Het enige wat ik wel kan zeggen is dat je in zo een vrouwelijke geen van beide gewone mono of stereo jack’s kwijt kan omdat die niet overeenstemmen.


Als tweede veel en misschien meest gebruikte stekker in de hifi wereld zal ik het nu hebben over de cinch stekker.

Hier kan ik eigenlijk weinig over kwijt omdat het een echt heel simpel dingetje is. Er bestaat geen stereo model van en het bestaat dus enkel in mono. Maar wordt meestal geleverd in een dubbele kabel waar langs beide uiteinden een rood en zwart (kan ook wit of bruin zijn) stekkertje zit. En zo kan je dus wel stereo aansluiten.

Voor het aansluiten van cinchen op jack’s heb ik hier enkele voorbeeldje bijeen gegoogled voor jullie.
-1 Het verstelstukje (dubbele cinch naar stereo mini jack)klik
-2 Het verstelstukje (enkele cinch naar mono mini jack) (geen foto gevonden)
-3 Het verstelstukje (dubbele cinch naar gewone stereo jack)klik
-4 Het verstelstukje (enkele cinch naar gewone mono jack) (geen foto gevonden)
-5 Hetzelfde als de verstelstukjes maar dan alle 4 met een verlengkabeltje tussen.: VB:klik


Een cinch stekker vind je het meest op mixer’s (kleinere modelletjes voor b.v. voor een 2 de master of een stereo ingang of ook wel voor tape en mix out uitgangen.). Ook vindt je cinch het meest op hi-fi audio-apparaten. Zoals huiskamer: versterkers, cd spelers, platendraaiers, radio’s enzo. Ook op ander audiomateriaal maar ik heb geen zin om daarvoor 3 bladzijden vol te typen .

De derde veel gebruikte audiostekker is jawel de gewone of grote jack; Nu heb ik het over de 63mm variant en dus het grotere broertje van de mini jack die zoals eerder gezegd 35mm is. Eigenlijk is deze stekker identiek hetzelfde alleen iets groter van formaat. En als je dus het stukje mini jack gelezen hebt en dan heb ik het vooral op de verschillende soorten dan stemt dit bijna exact overeen met deze grotere broer.

Enkel vind je deze grotere jack niet in het data formaat. En vindt je hem op gewone hifi toestellen nauwelijks of het moet zijn voor een hoofdtelefoon aansluiting.

De jack en dan vooral de mono jack wordt gebruikt op de grotere mixers voor zowat alle mogelijke toepassingen. Even wat voorbeeldjes.

Een ingang (zowel mono als stereo) kan een jack zijn, Een insert kan een jack zijn, Een aux zal zowat altijd een jack zijn en noem zo maar op. Je kunt dus wel stellen dat een gewone jack een veel gebruikte stekker is in de pro audio wereld.

Terwijl we nu toch in de pro audio beland zijn zal ik maar direkt één van de laatste stekkers bespreken waar jullie met te maken zullen hebben. De XLR stekker. Deze bestaat in volgende varianten met de bijbehorende gegoogelde plaatjes.

De vrouwelijke 3 pool xlr klik
De vrouwelijke 5 pool xlr klik
De vrouwelijke 7 pool xlr klik
En dezelfde 3 varianten bestaan dus ook mannelijk.

De 5 en de 7 pool xlr zal je nauwelijks of nooit tegenkomen in de geluids branche. Deze wordt meestal in het licht gebruikte voor Bv. dmx signaal door te sturen enzo ….

De 3 pool xlr is dus de meest gebruikte en deze kom je nergens op gewone hifi apparaten tegen. Deze staat zowat op elke mixer (van de kleinste dj mixer als master. Tot de grootste mixers waar elk kanaal er eentje bezit.)

Ze worden meestal gebruikte voor ingangen op mengtafels en zitten vooral aan microfoon’s en dergelijke. Deze stekker wordt ook nog steeds heel vaak gebruikte voor boxen te verbinden en dat zijn dan meestal de iets lichtere types of de gewone pre-amped boxen (zelf versterkte, dus met een versterker ingebouwd).

Nu zal ik het hebben over de speakon stekker hebben. Zoals je kunt zien bestaan speakon uit 2 delen. “Spea” dat staat voor speaker of vertaald (luidspreker/box, etc…) en “kon” wat staat voor connector. M.a.w. speakon is bedoeld voor boxen aan te sluiten een speaker connector dus (boxen aansluiting). Deze stekker heb je dus ook in meerderuitvoering waarvan hieronder een paar opgenoemd met de bijbehorende gegoogelde plaatjes.

Mannelijke speakon 4 pool klik
Mannelijke speakon 8 pool klik
Het verstelstukje voor 2 mannelijke stekkers aan elkaar te zetten. Zowel in 4 als 8 te vinden. 8 4

Speakon 4 is dus 4-polig en kan dus 4 signalen verwerken. M.a.w. deze kan zowel gebruikt worden voor 1 enkel speakers signaal (dus 2 signalen) of 2 speaker signalen (dat zijn dan 4 signalen) Deze laatst wordt dan gebruikt voor te bi-ampen en dit wilt zeggen dat je de bekabeling van je boxen naar je versterker zo gaat leggen dat je bv. met 1 versterker je tweater gaat aansturen en met een 2 de versterker je woofer gaat aansturen. Dat is dan bi-ampen maar dan moet de bekabeling in de kast ook aangepast worden en moet er ofwel met een vernieuwde of aangepaste filter (cross-over) worden gewerkt of zoals in de meeste pro audio boxen; zonder filter en met een externe actieve corsover of processor.

Speakon 8 is dus hetzelfde als speakon 4 alleen dubbel zo groot en kan dus 8 signalen of 4 boxsignalen aan. Dus hier kan je niet allen met bi-ampen maar ook tri-ampen en meer. Moest dat nodig zijn tenminste.


Zo dit waren de stekkers die het meest gebruikt zullen worden door jullie, natuurlijk bestaan er nog veel meer types en soorten van stekkers en multi-aansluitingen enz…. Maar dan moet ik al een paar pagina’s schrijven over iets dat jullie waarschijnlijk toch nooit nodig gaan hebben en dus niet echt interesant is.

Dakantochnie

Legacy Member
Verstekers: aansluiten van apparaten

Platendraaier aan pc hangen

Ik heb hier al een paar vragen zien passeren over hoe je nu het geluid van een platendraaier op je pc kan laten horen of opnemen.

De meeste dj’s hier doen dat via hun mengtafel; maar wat als je geen dj bent en dus ook geen mengpaneeltje hebt?
Wel, één of andere suikeroom of lievelingstante heeft altijd wel ergens op zolder een oude hi-fi versterker staan (wie weet ben je zelf wel zo rijk). Stel nu dat je je platen wilt converteren naar mp3, of wil branden op cd?

Sluit je de platendraaier gewoon op de normale manier aan op de versterker (met 2 cinch- of tulp-stekkers) en verbind ook zeker het aardingsdraadje, anders kan je een storend gebrom horen, dat met je signaal meekomt. Nu verbind je de tape-out van de versterker met de lijningang van de pc.

Dit gebeurt door middel van een verstelstukje dat, of kabel die begint met een dubbele cinch en uitgaat in een stereo mini jack.

Nu moet je dus normaal gezien door een programma als sound forge (nvdr: of harddiskogg) op te starten en daar de record te gebruiken en je lijningang te selecteren, je geluid van je platendraaier kunnen opnemen (of zelfs gewoon beluisteren).

Heb je geen oude hi-fi versterker of iets dergelijks, dan hebben fabrikanten zoals terratec daar handige oplossingen voor (phono versterktjes die je rechtstreeks aan je pc kan hangen).

Stereo- (of dergelijke) boxen aan pc hangen

Je hebt een paar stereo boxen en je zou willen dat deze pc-geluid afspelen. Dan heb je zoals hierboven een aparte audioversterker nodig, omdat het signaal uit je computer veel te zwak is om rechtstreeks aan die reuzeboxen te hangen. Je gaat dus een oude hi-fi versterker moeten zien vast te krijgen, of een nieuwe kopen. Je verbindt de pc met de versterker via een stereo mini-jack in de pc lijnuitgang. Deze kabel is weer een verstelkabel die uitmondt in een dubbele cinch stekker, die je dan in bv. de aux, tuner of dergelijke ingang in je versterker steekt (OPGELET! niet in de phono ingang, want dat is enkel en alleen voor platendraaiers en heeft dus een aparte voorversterker ingebouwd).

Nu hang je aan je versterker je boxen door een gestripte kabel aan de draadpluggen van Links en Rechts te hangen (dus links rood en wit (kleuren kunnen verschillen van merk tot merk) - en + en rechts rood en wit - en +).

Opgelet: als er vermeld staat op je versterker dat hij maximaal 8 Ohm aankan, moet je zien dat je boxen dus geen 4 ohm zijn. Hoger is geen probleem, lager wel. Stel dat er op je versterker vermeld staat dat hij 8 ohm a + b aankan en 4 ohm a of b dan kan je bv. het volgende doen:

Bij 8 ohm a + b: 4 boxen op kanaal a en kanaal b dus elke 2 boxen een soort van dubbele stereo. Maw je versterker kan 4 boxen van 8 ohm tegelijk verzorgen van signaal.

Bij 4 ohm a of b: je kan wel 4 ohm boxen (ofwel 2 van 8 ohm samen gebonden) aansluiten, maar NIET tegelijk. Dus dan kan je enkel a of b aanduiden en dus ook maar 2 boxen ipv 4.

Ohmages:

8 Ohm + 8 Ohm maakt dus 4 Ohm: parallel aangesloten
8 Ohm + 8 Ohm maakt dus 16 Ohm: in serie aangesloten

normaal:
http://users.pandora.be/matenhen/TNG/normaal.JPG

normaal-uit-fase:
http://users.pandora.be/matenhen/TNG/normaal-uit-fase.JPG

parallel:
http://users.pandora.be/matenhen/TNG/parallel.JPG

serie:
http://users.pandora.be/matenhen/TNG/serie.JPG

dubbel seris parralel:
http://users.pandora.be/matenhen/TNG/serie-parallel.JPG

Dus, tel even mee: als je 4 Boxen van 8 ohm op 1 kanaal kwijt wil, moet je zorgen dat je versterker per kanaal 2Ohm kan spelen - iets wat pro versterkers meestal wel kunnen maar hi-fi versterkers meestal niet (er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen).

CD-speler op pc

Een vrij simpel procédé: je neemt gewoon weer een verstelstukje van dubbele cinch naar enkele mini jack en zo ga je de uitgang van de cd-speler verbinden met de lijningang van je pc. Deze heeft geen aparte voorversterker nodig zoals de platendraaier.

Verschillende apparaten via mengpaneel naar pc

Een mengpaneel is als het ware één grote voorversterker, die verschillende apparaten kan mixen of schakelen naar 1 of meerdere signalen. Je kan dus, als je een mengpaneel hebt, met 4 lijningangen 4 cd-spelers inpluggen en zo via de tape of record uitgang naar je pc gaan, of via de master van je versterker gaan. Je kan dit zelfs beiden doen: zowel naar pc als naar je aparte versterker(s).

Een lijningang op een mixer is ofwel een dubbele cinch stekker, ofwel een stereo jack, ofwel 2 mono jacks, hiervoor vind je altijd wel verstelkabels in hi-fi of andere audiozaken, zelfs in de FNAC en dergelijke groothandels kan je die vinden.

Een phono ingang is altijd een dubbele cinch stekker met een aparte aardingsplug, die je best altijd insteekt, ofwel verbindt met een ander geaard toestel.

Een mic ingang is ofwel een mono jack, ofwel een XLR-stekker (zie vorige guide).

Dakantochnie

Legacy Member
Versterkers: vermogen en besluit

Vermogen

Eerst en vooral: vergeet de regel ”Het luidsprekervermogen moet groter zijn dan dat van de versterker”...VERGETEN!
Waarom? Omdat zoals hierboven beschreven de stroom die een versterker stabiel kan leveren veel belangrijker is, en dit zonder dat de amp overhit raakt.
Een wat overgedimensioneerde voeding (reserve) en uitgangstransformatoren zijn dus geen overbodige luxe voor een goede amp. Beter 50W die tellen i.p.v. 150 povere. We spreken natuurlijk over RMS vermogen (continu vermogen). Een zwaardere amp dus dan nodig? Inderdaad, zo geef je de amp ademruimte en hoor je het wel aan je speakers wanneer je te ver gaat. : )

Verder kijk je naar het rendement van je luidsprekers. Dit is veel belangrijker dan hun continu of piekvermogen.
Het rendement is de hoeveelheid energie in decibels die je speakers effectief omzetten in geluid. Er is dikwijls mechanisch verlies in de componenten (filter,woofers, etc) van de speakers die dit verlies veroorzaakt. Het rendement uitgedrukt in decibel/watt/meter(Db/W/m) is dus het geleverde versterkervermogen die je speaker effectief zal omzetten in decibels (Db). Dit vind je in de handleiding van je speakers, veelal is dit ook Spl (sound pressure level) genoemd. Aangezien de decibel schaal logaritmisch is gaat je geluidssterkte verdubbelen bij elke +3Db.
Er zijn speakers met rendement van circa 85Db tot 105 Db voor thuisgebruik. Pro en party/concert speakers gaan zelfs van +-100 tot 150Db rendement!

Wat heeft dit nu met ja ampkeuze te maken? Veel!
Dat zal nu duidelijk worden in dit voorbeeld, geholpen door een magisch linkje die ik vond op het web en die het calculeerwerk voor jou doet.
We hebben een 30W rms amp en 89Db rendement speakers (zie handleiding van je speakers naar Spl of rendement of gevoeligheid/sensitivity).
We zitten 3 meter in het midden van 2 luidsprekers in een gemiddeld grote huiskamer (3m is ongeveer 10 feet).

http://www.myhometheater.homestead.com/splcalculator.html
(lees ook de info)

Resultaat:100Db, dat is luid!

We nemen nu een 100Db rendement speaker

Resultaat:108Db (+3 +3 +2), bijna 3 x zo luid! Dat is LUID!

We nemen nu een belachelijke 2W rms (flea power :D) op een 100Db speaker.
Resultaat: 96,3Db. Luid genoeg voor thuis. En dat met 2W rms :woohoo:
Op een 107Db speaker jaag je mensen uit je woonkamer weg met 2W...;)

Enfin nu zie je dus dat je je amp weeral eens best in functie van je speakers koopt. Veel fabrikanten liegen wel een beetje over het opgegeven speaker rendement (deze is in optimale omstandigheden gemeten, doe er maar al snel 1-2 Db af!). Vandaar de zo goede resultaten op papier.

Een veel voorkomend rendement voor thuisspeakers is circa 85-90Db reëel. De echt hoge rendementspeakers vind je meer in de high-end en pro-wereld en worden in huiskamers veelal gebruikt op laagvermogen buizenamps (ze klinken wat hard op transistoren en kunnen weinig zwaar vermogen aan omwille van hun hoge ’gevoeligheid’, tenzij in de pro wereld ).
Een 85Db speaker heeft dus snel een +100W amp nodig en een 95+Db speaker heeft ruim genoeg met 2-20W!
Klipsch speakers zijn b.v. gekend voor hoge rendementen. Veelal single driver (geen tweeter- mid- baselement apart) en hoornluidsprekers (die met trechtervormige elementen).
Hoe meer speaker elementen, hoe lager het rendement meestal, en hoe meer massa je amp ook in beweging moet zetten.

Besluit

Op zoek naar een versterker? Gebruik je oren en je gezond verstand (peperduur is niet altijd daarom goed) en koop je amp naargelang je noden. Gebruik dus je oren en niet je ogen als je een amp wil kopen en luister op speakers of materiaal die je kent met cd’s die je kent!
Het is ook niet dom een wat duurdere amp op middelmatige speakers te zetten. Omgekeerd is meestal een pak minder; de 'meer verhullende' speakers laten je dan snel de 'mindere' amp z’n signatuur horen.
Een goede versterkeropbouw is pakken meer dan mooie looks.
Ok ,dat is het dan.Ik dacht dat het wat korter ging geweest zijn,maar je weet nu toch wel al heel wat.

Extra links

Dit is voor mensen die wat meer willen weten over wat meer specifike technische termen en de basis versterkingstechnologie.

  • Tube basics:buizen zijn het makkelijkst om de basistechniek van versterking te begrijpen: klik
  • Damping factor: hoe hoger, hoe beter. Verhouding van uitgangsweerstand amp en speakerimpedanties. Hoe hoger hoe meer controle over je speakers: klik
  • Negative feedback: veel toegepast bij transistoren en power amps. Verhoogt de damping factor en gaat vervorming tegen in een amp. Neveneffect: teveel is soms nefast voor de diepte van het stereobeeld: klik
  • Operation class: class A ,class AB ,class B (vond z’n oorsprong bij buizen): klik

Yo-Han ;)

Dakantochnie

Legacy Member
Luidsprekers: technische uitleg

Algemeen

De speaker zorgt ervoor dat het signaal dat van de versterker komt omgezet wordt in luchttrillingen dat wij geluid noemen. Dit wordt veroorzaakt door de magnetische kracht van de magneet die de spoel in de magneet trillingen doet maken. Deze spoel is verbonden met de cone (ook wel conus, deze naam kreeg hij door zijn conische vorm). De trillingen worden dus weergegeven door de cone en deze trilligen maken dan de geluidswave die wij opvangen met onze oren. Dat is ook een tip die ik wil meegeven, koop nooit audio materiaal met je ogen maar wel met je oren.

Nu we dit weten, is het tijd om eens te gaan kijken naar de doorsnee van de speaker.

De magneet

Eerst en vooral hebben de de magneet van de speaker:

http://www.le.ac.uk/se/centres/sci/selfstudy/ps59.gif

Zoals je ziet is dit de doorsnee van een speaker magneet waar de spoel zich in de 2 sleuven bevindt met een minimale (doch berekende) spatie.

De spoel

De spoel of voice coil:

http://caraudiomag.com/specialfeatures/0109cae_subwoofer30_zoom.jpg

De spoel is meestal gemaakt uit flinterdun karton of in sommige gevallen in aluminium en/of titanium om het toch zo sterk mogelijk te houden en aan de andere kant toch zo ligt mogelijk. Zoals je ook kan zien is er pal in het midden van de magneet een gat. Dit gat is er voor de luchtverplaatsing die de woofer met zich meebrengt en is meestal aan de achterkant van de magneet afgewerkt met een kleine gril zodat er niks in kan komen. De spoelrand is direct verbonden met de cone maar daarover meer in ons volgende puntje.

Eerst en vooral is de spoelrand direct verbonden met de cone doormiddel van lijm of silicone. Maar het begin van de cone (het fijnste gedeelte dat je enkel kan zien als je de speaker uit z'n kast hebt gehaald) is verbonden met een spider. Die spider zorgt ervoor dat de spoel mooi in het midden blijft zitten en dat er vloeibare bewegingen kunnen gemaakt worden zonder dat de spoel uit de magneet springt. Ook kunnen er bij duurdere speakers meerdere spiders zitten voor de stevigheid van het geheel nog meer op te schroeven. De spider heeft meestal een oranje of bruine kleur maar tegenwoordig spelen veel merken met die kleuren omdat mensen die speakers in auto's steken regelmatig de speaker met z'n magneet naar boven monteren en dan is zo een vuil oranje of bruin kleurtje natuurlijk niet echt mooi. Beyma gebruikt Bv. knalgele spiders.

De spider

http://caraudiomag.com/specialfeatures/0109cae_subwoofer29_zoom.jpg

De spider op zich is dan ook weer verbonden aan z'n buitenste rand met de die kast of andere metalen buitenkant die op zich zorgt dat de cone mooi in het midden blijft en niet in elkaar zakt.

De cone

We hebben reeds de magneet, spoel en spider gehad. De volgende in de rij id de cone.

De cone zorgt er dus met zijn speciale conische vorm voor dat de luchttrillingen of geluiden mooi de ruimte ingeblazen worden. Bij autospeakers kan dit ook een volledig platte cone zijn of andere vorm maar in de wagen speelt dat zo geen rol mits dit een meestal kleine ruimte is. De cone op zich hangt aan zijn buitenste rand vast aan de metalen buiten kant van de speaker doormiddel van een surround rand. Deze rand is bij de betere speakers gemaakt uit natuurrubber of bij P.A. speakers door een soort onverwoestbaar linnen. Bij autospeaker treffen we meestal rubber aan en bij de budgetreeksen is dat dan meestal een FOAM rand en dat is namaak rubber. Met die namaak rubber of foam rand moet je op passen want deze kan veel sneller scheuren bij hoge uitslagen van de speakers dan rubber of linnen. Bij oudere speakers kan men soms een gewone papieren rand terugvinden. Deze zijn ook sterk maar na vele jaren verduren die.


Hier treffen we een reeds gescheurde foam surround rand aan:
http://www.jrpmusic.fsnet.co.uk/IMGP0151small.jpg

Dit is dan weer een rubber rand:
http://www.jvcmobile.co.uk/images/products/cs-dx30_lrg.jpg

en dit is een soort linnen rand van een P.A. (of professionele speaker)
http://www.jtsstudio.co.uk/tubbys/photo/pd1850.jpg (meestal zijn deze nog is extra verhard met een soort hars zoals ze op de cone zelf ook doen om zo hard en stevig mogelijk te zijn.

De cone op zich is meestal uit verhard papier/karton gemaakt omdat deze zo stevig mogelijk en hard moet zijn en terwijl ook ligt. Bij de duurdere speakers is dit dan vervangen door kevlar (waar onder andere ook kogelvrij vesten van worden gemaakt) en/of titanium of aluminium omdat dit eveneens heel hard en stevig is en terwijl ligt. Bij autospeakers treffen we ook vaak een soort plastic aan maar dit is meestal puur voor de show omdat ze in dit plastic vanalle logos en namen kunnen gieten wat op papier of andere materialen niet kan.

In het midden van de cone vinden we ook de dustcap. dat is meestal een bolvormig kapje dat er voor zorgt dat er geen stof of ander vuil tussen de spoelrand en de magneet kunnen komen. Dit verwijder je dus best niet en zoals je ziet heeft dit wel degelijk een doel. Andere vormen zijn ofwel dat de cone meeloopt in de vorm of een kegelvormige dustcap. De kegelvormige vinden we meestal op de duurdere speakers weer omdat deze extra zorgt voor de mooie richting waar het klankspectrum zich zal in begeven.

Het standaard bolvormige dustcapje:
http://www.trygve.com/clip_woofer.jpg

Het dustcapje met wat meer show voor de auto speakers:
http://www.dealnow.info/auction/pioneer sub 800w front.JPG (waar dan zoals je zelf ziet logos kunnen ingegoten worden in het plastic)

Het kegel vormige dustcapje:
http://www.hifi-luidsprekers.nl/JeM/JeM_woofer_AL4411_50dpi.jpg (dit zie je dan wel regelmatiger bij hifi en high-end apparatuur voor in de huiskamer/luisterkamer)

De basket

Last but not least en meestal heel belangrijk voor de ICE (in car entertainment) bouwers is de die in de kast metalen (of ander soort metaal) gebouwde houder die het volledige geheel op z'n plaats houd. Dit is natuurlijk altijd nodig maar bij de autospeaker-freaks is dit van groter belang daar zij graag de speaker ondersteboven installeren en er dus graag wat franjes aan hebben zoals hier:

http://car-audio-video.info/blog/audiobahn-aw1251se.jpg

In theorie heeft deze basket (mand) maar 1 doel en dat is het volledige geheel op z'n plaats te houden. Niets meer, niets minder. Bij de autofreaks onder ons zien we liever de hierboven afgebeelde speaker. Tegenwoordig zijn daar veel variaties in maar vroeger was de basket een gewone mand waar alles in hing zonder veel bla bla en dit is nog steeds zo bij alle hifi, high-end en pro-speakers.

Nog enkele foto's

Ten slotte nog een volledige doorsnee van een speaker:
http://tadhomeaudio.com/images/woofer-section.jpg

En ook een kleine flashanimatie ervan:
http://12vhifi.nl/pix/speaker-working.swf

Dakantochnie

Legacy Member
Stereo: hoofdtelefoons

Goede luidsprekers zijn een kostelijke zaak. Wanneer je niet het budget hebt voor een goede set luidsprekers + versterker + … , dan kan je in vele gevallen best eerst investeren in een goede versterker + randapparaten en je ter vervanging van luidsprekers een hoofdtelefoon kopen. Goede hoofdtelefoons kan je al vinden vanaf een €150. Het bekendste merk zal bij de meeste mensen wel Sennheiser zijn. Vreemd genoeg is deze keer bekend ook gelijk aan goed. Sennheiser biedt een zeer goede prijs/kwaliteits-verhouding aan, maar er zijn nog andere merken die je niet zomaar mag opzijschuiven.

Wanneer je op zoek gaat naar een hoofdtelefoon moet je eerst beslissen voor wat je hem zal gebruiken. Er bestaan namelijk verschillende types voor verschillende doeleinden. Wanneer je dat beslist hebt, ga je kijken naar je budget. Reken er op dat je minstens een €50 toch wel zal moeten uitgeven, en daar heb je zelfs relatief weinig voor. Wanneer je dan je hele budgetplan in kannen en kruiken hebt, dan ga je de verschillende modellen testen. Neem zelf enkele cd’s mee die je goed kent en eis dat de hoofdtelefoons worden aangesloten op een goede versterker. Let er niet enkel op dat de klank goed is, het draagcomfort is vanzelfsprekend erg belangrijk.

Wees best niet te zuinig op je geld. Het is namelijk zo dat goede hoofdtelefoons met een grote klankkast veel beter zijn voor je oren dan de kruidvat rommel met wat harde kauwgum er rond. Ook de kwaliteit van de speakertjes in de oren maakt veel. Het belangrijkste is natuurlijk dat je het volume moet matigen. Zeker bij die oortjes kan je enorme blijvende schade aanrichten.

Hieronder hebben we even een overzicht gemaakt van alle soorten hoofdtelefoons zodat je gemakkelijker kan nagaan wat jij nodig hebt.

1. Pc/gamer hoofdtelefoons

Dit zijn bijna altijd headsets en dat wil zeggen dat er zwanenhalsgewijs een microfoontje is bevestigd aan –meestal- de linker oorschelp. De kwaliteit is dikwijls bedroevend, maar ze zijn wel stevig en licht. Deze dingen geven vooral veel middentonen weer. Niet aan te raden voor muziek dus, wel voor games of om met programma’s zoals Skype te werken. Ook in deze klasse zijn de Sennheirs aan te raden (ongeveer €50).

2. Hifi hoofdtelefoons

Deze soort van hoofdtelefoons zijn een pak duurder dan de voorgaande soort en klinken (gelukkig) ook helemaal anders. Ze zijn zoals de naam zegt gemaakt als vervanger voor je hifi luidsprekers, maar je kan ze eventueel ook aan je pc hangen natuurlijk (zoals elke hoofdtelefoon). Of dat dat nuttig is (heel veel mensen hebben een slechte geluidskaart en dikwijls geen versterker aan dat kaartje hangen) is natuurlijk een andere zaak. Buiten het feit dat de klank een pak beter is dan bij headsets, zijn ze ook een pak zwaarder, duurder en comfortabeler om te dragen. Reken wel op een al wat hoger prijskaartje (vanaf een €150) voor een redelijk goede hoofdtelefoon.

3. High-end hoofdtelefoons

High-end hoofdtelefoons zijn zoals de F1: het mag kosten wat het wil, als het maar top is. Tot deze serie rekenen we ook de speciale gevallen zoals hoofdtelefoons in elektrostatische vorm. Vanzelfsprekend zijn deze uitermate robuust, klinken ze geweldig maar zijn ze natuurlijk peperduur (modellen van meer dan €1000 bestaan). Je vindt ze zelfs geregeld met een bijgeleverde versterker die speciaal gemaakt is voor die hoofdtelefoon. De Ferrari binnen de high-end hoofdtelefoons is de elektrostatische AKG K1000. Het getal slaat op de prijs, maar in feite is dat weinig als je ziet wat je er voor terug krijgt. €1000 is namelijk niet veel voor een heel neutraal spelende set luidsprekers…
Hou er natuurlijk wel rekening mee dat je X-FI niet geschikt is om zo’n hoofdtelefoon aan te sturen.


4 Het pro-materiaal

4.1 Dj hoofdtelefoons

Superrobuust, extreem luid, duur. Daarmee zou je de dj hoofdtelefoons kunnen omschrijven. Deze zijn eigenlijk enkel maar nuttig voor dj’s die boven hun monitor luidsprekers hun draaitafel nog willen horen.
Ze zijn heel wendbaar en je kan de schelpen in alle richtingen draaien.
In deze klasse zal je vooral bij Sony en Pioneer je goesting vinden en dat vanaf een €150.

4.2 Studio hoofdtelefoons

Vergelijkbaar met de dj hoofdtelefoon alleen iets minder wendbaar. Ze zijn wel slanker van vorm en ze wegen een pak minder. Deze zijn gemaakt voor een absoluut strakke en neutrale klank waar je een hele dag op kan luisteren zonder hoofdpijn te krijgen. De opzet is om de peperdure (reken maar €25.000 voor een stel) studiomonitoren te vervangen, dus je kan al raden dat het prijskaartje niet mals zal zijn. Normaal kan je vanaf een €300 een instapmodel vinden. Mensen die die hoofdtelefoon ook nog buiten hun studio willen gebruiken, doen misschien een betere koop aan de allround modellen (zoals de aan te raden Sennheiser HD25 (13) @ 300 of 600 ohm.

4.3 PA hoofdtelefoons

het summum van de hoofdtelefoons: de PA modellen. Kunnen het hardst van allemaal en zijn het stevigst. Vreemd genoeg is het niet de duurste soort: voor een €300 zal je je goesting al wel vinden.

Dakantochnie

Legacy Member
Stereo: luidsprekers

Quasi elke cd wordt opgenomen in stereo, dus je vraagt je af waarom je zoveel luidsprekers rond je zou nodig hebben. Als je dan geen games speelt of films bekijkt op die set dat kan je in de meeste gevallen beter voor een simpele stereo of 2.1 opstelling kiezen, aangezien je dan hoogwaardigere luidsprekers kan kopen voor je geld.

Stereo is eigenlijk het begin van alle klank. Ooit begon het met muziekdozen en grammofoons, maar die dingen waren allemaal mono dus er ontbrak iets. Er zat geen diepte in de klank. Om dat op te lossen ging men gewoon een tweede kanaal gebruiken. Bij goed opgenomen platen, cd’s of wat dan ook zal men dat tweede kanaal optimaal benutten door de plaatsing van de instrumenten over te zetten op het medium. Zo krijg je bij een goed opgenomen bron en goede afspeelapparatuur een heel breed klankbeeld waardoor je je echt in de muziek kan inleven.
Veel hangt af van de spreidingsgraad van je luidsprekers. Spreiden je speakers 80 graden dan ga je ze vrij dicht bij elkaar moeten zetten om datzelfde effect te krijgen, spreiden je speakers 120 graden dan ga je ze dan weer heel ver uit elkaar moeten zetten om dat mooie beeld te bekomen. De juiste plaatsing voor je luidsprekers is dus zeer belangrijk. Zet geen vloerstaanders in hoeken en probeer meerdere plaatsen uit.

Je kan je afvragen waarom je je geld zou investeren in goede stereoluidsprekers als het veel goedkoper kan door gewoon een heel aantal luidsprekers rond je te zetten.
In feite is dat waar, maar het verknoeit je hele klank omdat de software moet gaan omzetten.

Wanneer je stereoluidsprekers zou gaan kopen (of eender welk type luidsprekers eigenlijk) is het eerste cijfertje dat je zal tegenkomen het vermogen zijn. Je zal bij de goedkopere merken vooral het peak-of PMPO vermogen tegenkomen. Dat is het vermogen dat een luidspreker heel even kan weergeven (nog geen seconde), maar daarna is hij in vele gevallen wel stuk.
Wat daarentegen wel van belang is, is het RMS vermogen. Dat is het vermogen dat de luidspreker constant kan leveren. Spijtig genoeg durft menig fabrikant daar wel is over liegen. Het is dus van belang je vooral niet te laten verblinden door hoge cijfertjes maar wel af te gaan op de klank, dat is iets wat ze namelijk niet zomaar kunnen verbergen.
Let wel op: veel vermogen = duur. Niet alleen dure luidsprekers, maar voor luidsprekers met een hoog wattage heb je ook een versterker nodig die ze zonder klippend signaal kan aansturen. Een klippend signaal krijg je wanneer je versterker niet het gevraagde vermogen kan leveren. Dat is dodelijk voor je speakers, veel dodelijker zelfs dan wanneer je een te sterk signaal naar je luidsprekers stuurt.

Zoals ik hiervoor al zei moet je luidsprekers kopen met je oren en niet met je ogen. De belangrijkste dingen (neutraliteit van klank en de diepte) zijn niet uit te drukken in cijfertjes en over het gene wat wel uit te drukken valt in cijfertjes durft men zoveel liegen dat je daar in vele gevallen ook niet al te veel op hoeft te letten.
Wat ben je trouwens met een bereik van 20Hz tot 20kHz als het menselijk oor maar tonen kan waarnemen vanaf een 30Hz tot een 16kHz.
Als je dan al iets hoort bij 20Hz dan zijn het dingen die je dingen die je eigenlijk juist niet zou mogen horen (de wind van het verplaatsen van de conus of het flapperen van een onderdeel).

Wanneer je je luidsprekers hebt gekocht moet je natuurlijk ook nog voor versterking zorgen.
Velen onder jullie zullen waarschijnlijk een Logitech of ander pc-surround setje hebben staan. Bij die sets heb je een geïntegreerde versterker zodat je je daar geen zorgen over moet maken. Echter zijn die geïntegreerde dingen dikwijls wel van een bedroevende kwaliteit en de levensduur kan je meestal niet bepaald lang noemen.

Wanneer je echter kiest voor een aparte versterker + boxen setup, dan zal je moeten op zoek gaan naar een geschikt model voor je luidsprekers. Je kan je boxen namelijk even gemakkelijk opblazen door een te slappe versterker eraan te hangen als met een te krachtige (in vele gevallen is overpowering zelfs minder schadelijk dan underpowering). Luidsprekers waarvoor je een aparte versteker nodig hebt noemen we passieve luidsprekers en om veilig te zitten moet je eigenlijk altijd 1,5 keer het RMS vermogen van je luidsprekers nemen. Als je dus luisprekers van 100 Watt RMS hebt, dan moet je zorgen voor een versterker die minstens 150 Watt RMS kan leveren, aan de juiste weerstand (uitgedrukt in ohm, meestal 4 of 8) natuurlijk.

Stel:

Je versterker is iets lichter dan je luidsprekers en je zet hem volledig open. Dan zal die versterker bij zware bassen gaan klippen door het gevraagde vermogen dat hij niet stabiel kan leveren. Klippen is dus dat je versterker een blokgolf (gelijkstroom) naar je speakers gaat sturen en op korte termijn gaan je luidsprekers er sowieso aan kapot, op langere termijn je versterker trouwens ook. Koop dus nooit te goedkoop materiaal, of materiaal waarvan je niet zeker weet of het wel geschikt is om op elkaar aan te sluiten.

Als je versterker meer RMS vermogen kan leveren dan dat je luidsprekers zijn, dan kan hij die de kracht die er voor zware bassen nodig is wel moeiteloos geven zonder je luidsprekers kapot te spelen. Dat komt omdat luidsprekers ook nog buiten een RMS of PMPO wattage een peak wattage hebben. Dat piekvermogen kan gemakkelijk enkele keren het veelvoud zijn van het RMS wattage. Door dat piekvermogen kunnen je luidsprekers die kleine te krachtige geluidsgolf wel aan en zullen ze er niet van stuk gaan.

Let wel op: overdrijf niet want uiteindelijk zullen je luidsprekers ook dat niet overleven wanneer je dat regelmatig doet. De spoelen worden te warm, de lijm lost en dan krijg je een schurend effect omdat de spoeldraad is losgekomen en die aan de binnenkant van de magneet is beginnen te schuren.

Dus: wanneer je niet of nauwelijks naar films kijkt en ook games je niets zeggen investeer dan je geld in hoogwaardigere stereoluidsprekers. Let wel op dat je de juiste onderdelen met elkaar combineert en denk eraan dat je oren boven cijfertjes staan.

Dakantochnie

Legacy Member
Pro-audio

Pro (waarbij pro vanzelfsprekend staat voor professioneel) audio is verschrikkelijk duur omdat alle materiaal dat wordt gebruikt van een enorm veel hogere kwaliteit is als dat van je thuismateriaal. Het gevolg is dan natuurlijk dat het ook maar enkel wordt gebruikt als het echt nodig is. Dat is misschien niet eens zo erg, aangezien dat materiaal ook enkel maar goed klinkt als het zich voluit kan geven. Je zou wel eens serieus kunnen verschieten hoe zwak een professionele set presteert als het volume maar voor 2% openstaat.

Professionele versterkers, processors, equalizers, luidsprekers, enz… zijn allemaal gemaakt naar de standaardmaat van 19”, zodat ze gemakkelijk kunnen getransporteerd worden in hun flightcases. Niet alleen die flightcases zijn van superdegelijk materiaal gemaakt, ook de omhuizing van en de boxen zelf van zeer stevige en duurzame materialen gemaakt.
Meestal is dat hoge densiteit spaanplaat of berkenmultiplex met een dikte van zo’n 2,5 tot 3 cm en daar dan tot 13 lagen over elkaar van aangebracht.

Omdat die dingen ook tegen water bestand moeten zijn en normaal gezien enkel maar boxen uit aluminium of carbon daartegen bestand zijn gebruikt men foam doeken in combinatie met stalen grillen voor de bescherming.

Een standaard huiskamerluidspreker heeft twee of drie boxen, bij pro speakers kan dat aantal oplopen tot 13 boxen voor één unit. Dat gecombineerd met alle bovenstaande materialen brengt natuurlijk een leuk gewicht met zich mee. Verschiet dan ook niet wanneer ik zeg dat pro speakers al gauw meer dan 100kg wegen. De subkasten wegen doorgaans minder dan de topkasten omdat die laatste veel meer boxen bevat wanneer het over echt pro materiaal gaat.

Pro materiaal dat opgesteld is noemen we een PA. PA staat voor Public Adress en wanneer je geen opleiding hebt gehad voor het opstellen van dergelijk materiaal blijf er dan af. Door je speakers verkeerd aan te sluiten blaas je zo gemakkelijk een mengtafel die evenveel kost als een mooie villa op.

Tot een volledige PA installatie rekenen we ook de peperdure lichtinstallatie en alle andere apparaten die de show mee moeten maken.

Bij de doorsnee installatie verloopt de koppeling meestal zo:

cd speler -> kabel -> versterker -> kabel -> luidsprekers

Bij een nog simpele PA opstelling gaat het zo:

cdspeler -> mengtafel -> de nodige effecten via auxen en inserts -> eq's -> (spilitsing) -> monitoring tafel -> eq's -> processoren -> versterkers -> monitoren (vanaf de splitsing) -> processoren -> versterkers -> front speakers

Alles blijft in principe hetzelfde als bij een huiskameropstelling, alleen wordt nu voor elke taak een afzonderlijk toestel gebruikt. Waar een huiskamerversterker een ingebouwde processor kan hebben, een ingebouwde voorversterker en een eq die dienst doen als mengtafel gaat men dat bij een pro opstelling dat splitsen zodat elk apparaat eigenlijk nog maar één functie heeft.

Er is natuurlijk een verschil tussen het low budget materiaal van bijvoorbeeld JB systems (dat men ook al wel eens pro audio durft noemen), het budget materiaal (Behringer bijvoorbeeld), het semi pro materiaal (Behringer, A&H) en dan natuurlijk het echte pro materiaal (Midas, Turbosound, enz…).

De eerste categorieën vallen nog mee qua prijs (die apparaten kan een normale mens eventueel nog betalen), maar bij het echte pro materiaal val je omver van de prijzen.
Een €180.000 voor een mengtafel met 40 kanalen is niet overdreven, net als €5000 voor 1 subkast (2*18” hoogwaardige woofers met supersterke randen), €4500 voor een versterkertje (en men gebruikt er dan verschillende aan elkaar gekoppeld, begin maar te rekenen…), enz…
Voor een nog relatief eenvoudige pro installatie ben je dus al gauw €250.000, of zelfs véél méér dan dat kwijt.

Laat één ding duidelijk zijn: als je geen fuiven geeft voor 500 man blijf er dan vanaf of ga het huren (niet dat dat goedkoop is, maar toch). Die dingen moet je afbeulen om ze goed te laten klinken, dus in de normale woonkamer heeft dat pro materiaal niets te zoeken.

Dakantochnie

Legacy Member
Surround: inleiding

Inleiding

Surround geluid is een uitbreiding op stereo of 2 kanaalsgeluid. In den beginne werd geluid mono (1 kanaal x1 x2) weergegeven. Stereoweergave was ergens in de vroege jaren 50 een enorme doorbraak; sindsdien kon men een vrij accurate 3D-voorstelling van een muzikale performance naar de luisteraar projecteren. Een stereo opname/bron was natuurlijk een vereiste. Stereo domineerde de huiskamer voor decennia. Tot surround geluid z’n intrede deed! Surround is overgewaaid van de bioscopen en andere toepassingen en experimenten waar veelal meerdere luidsprekers of luidsprekerparen hingen. De elektronica en digtaaltechniek werd geavanceerder en zo werden microchips en processoren ontwikkeld die geluid konden manipuleren en multikanaals opnames verwerken. Deze microchips noemt men de DSP chip/processoren. DSP = digital signal processing.

Het doel van surround is het geluid te ervaren alsof je ‘midden in’ de beleving zit. Surrounded by sound, dus. Bij stereo is de ervaring veelal meer alsof het evenement ‘voor’ je gebeurt, alhoewel goede stereo je ook vaak een vrij accuraat groots en ruimtelijk beeld kan geven. Bij surround-geluid zal de dsp-chip het brongeluid manipuleren zodat dit ruimtelijk effect via meer dan 2 luidsprekers wordt geprojecteerd in de kamer waar je zit.

Evolutie

In de 60’s en 70’s werd er wel geëxpirementeerd met quadrophonisch geluid (2 x 2 kanalen, Pink Floyd gebruikte dit b.v. bij live-concerten), maar dit ga ik overslaan en direct naar een belangrijk bedrijf en ontwikkelaar in de home-surroundwereld overgaan: Dolby Laboratories.
Hun ‘Dolby pro logic’ was zowat het begin van de moderne commerciële home-cinema. Op een videoband met dolby surround bevond zich meestal gewoon een stereosoundtrack dat werd omgezet naar 4 kanalen: front L/R(stereo), center mono en achterkanaal mono (2x mono weergave dus over je rearspeakers). Dit was een ware revolutie voor het bekijken van een videofilm thuis. Oude 2-kanaalsopnames konden door voorgeprogrameerde algoritmes door de dsp-chip omgezet worden naar surround-geluid (een emulatie dus aangezien de bron 2 kanaals stereo is). Zo kon men ook kiezen uit andere dsp-effecten zoals b.v. hall, club, stadium. Zo kon je dus bepalen welke soort van ruimte akoustisch moest worden nagebootst. Dit gebeurt door b.v. bepaalde vertragingen of echos (karakteristiek aan de ruimtes) toe te voegen aan het brongeluid. In de bioscopen zat men natuurlijk ook niet stil, daar werden de dsp-processoren steeds geavanceerder om het bioscooppubliek een maximale cinema-ervaring te bezorgen. De doorbraak van de DVD bracht sommige bioscooptechnieken tot in de huiskamer omwille van de grote opslagcapaciteit van een DVD-schijfje en de mogelijkheid tot digitale beeld- en meerkanaalsgeluidopslag. Dolby Labs ontwikkelde ‘Dolby Digital’. Digital theatre systems kwam met DTS welk eerder uit de pro cinema wereld evolueerde. Lexicon maakt b.v. wereldbefaamde professionele DTS-processoren. De huidige snellere dsp-chips konden nu veel meer informatie verwerken en 5.1 geluid, de moderne home cinema, was geboren.

Dakantochnie

Legacy Member
Surround: standaarden

Pro Logic(2)

Pro logic 2 is de hedendaagse versie van Dolby Pro Logic, een verbetering qua ruimtelijk effect tegenover Pro Logic 1. De achterste kanalen worden nu stereolike (geen echte full-stereo) gedecodeerd. Het doel ervan vandaag is stereobronnen om te zetten naar ‘beter’ surroundgeluid. Ideaal voor een oude 2-kanaalsfilm of spelconsole bijvoorbeeld. Let op, dit is veelal een stereobron naar surround emulatie en het resultaat is niet altijd optimaal en reëel als de stereo-opname maar zwak is. Toch geeft het je die surround-feeling.

Dolby Digital (DD)

De hedendaagse 5.1-norm van Dolby Laboratories.
Het geluid is opgenomen in 6 kanalen: front L/R, center, rear L/R, sub(.1). Het geluid dat op de bron (bijvoorbeeld: DVD) gecodeerd staat is gecomprimeerd en wordt door de dsp-chip omgezet en verwerkt. De dsp-chip moet DD kennen of je kan er niks mee aan! DD is een standaard die aan een bepaald protocol voldoet zodanig dat er communicatie is tussen de bron en de dsp-chip (zie het als 2 mensen die dezelfde taal spreken, hier zijn het elektronische componenten).

Alle surround-geluid is dus gecomprimeerd om de opslag te vergemakkelijken. Een DD 5.1-soundtrack is gemiddeld 300-400Mb voor 90-... min. film. Stereo-geluid zal b.v. 650Mb innemen voor 74 minuten. De kwaliteit is hier eigenlijk beter (minder gecomprimeerd, maar je 2 speakers moeten ook veel meer doen). Wat minder gecomprimeerd is vergt minder omzetting en verwerking en biedt minder verlies. Toch doet de dsp-chip in combinatie met meerdere speakers hier een klein wonder en creëert het een vrij realistische geluidsweergave.

DTS

Digital theatre systems dus. Dit systeem/protocol komt van de professionele bioscoop en biedt velaal ook een 5.1-soundtrack.
Het verschil hier is dat de dsp-chip het DTS-protocol moet begrijpen. De meeste huidige dsp-chips begrijpen zowel DD als DTS, maar probeer geen DD only soundtrack af te spelen in DTS mode want dat gaat niet. Het geluid moet in de DTS-norm gecodeerd zijn en opgenomen om het in DTS-mode af te spelen. DTS is superieur aan DD omdat er minder gecomprimeerd wordt. De gemiddelde DTS-soundtrack is 1000-1200Mb voor 90 min film! Voordeel: minder omzetting en vlottere decodering, dus nog natuurlijkere en directere klank met meer detail en veel betere kanaalscheiding zoals bij stereogeluid ('t is professioneel voor iets).

DTS, DD - EX

Afgeleiden van DD en DTS. De dsp-chip zal hier van een 5.1-opname een 6.1-signaal maken. Het 7e kanaal is bedoeld voor een rear-center speaker voor betere spreiding van het geluid van de achterkanalen. Je dsp-chip moet hiervoor sowieso DTS en DD begrijpen, maar ook nog eens dat naar 6.1 kunnen omzetten. Dat kan niet elke dsp-chip. Let op, je zal een extra amp nodig hebben als je versterker er maar 5 heeft! Elke hedendaagse home-cinema amp heeft minumum 5 mono amps in zich voor front L/R(1 2), center (3), rear L/R(4 5) en de sub (.1) heeft meestal z’n eigen ingebouwde amp. Het signaal dat naar de rear-center gestuurd wordt , moet dus ook z’n eigen amp krijgen. Sommige home-cinema amps hebben daarom ook een 6e mono-kanaal (of zelfs meer voor andere toepassingen zoals bridgen of het parralel samenschakelen van 2 mono-amps om meer vermogen te creeren).

P.S.: 7.1-surround is ook zo een afgeleide, hier komen er zijkanelen bij. Dit heeft in mijn ogen niet veel nut thuis. Te weinig of geen 7.1-films en een woonkamer heeft niet de lengte van een bioscoopzaal.

THX

Opgelet! THX is GEEN protocol, maar een kwaliteitsnorm opgelegd door de THX-organisatie. Materiaal die dit label draagt is goedgekeurd volgens die norm. Op een home-cinema amp is de THX-stand dan ook niks meer dan veelal een dsp- of equalizerinstelling. Een DTS- of DD film kan je zo naar de ‘afstellingsnormen’ van THX afspelen dus. Ik vermoed dat het THX label vandaag eerder commerciële bedoelingen heeft als ik zie welke prullaria (zoals de Logitech surround-setjes) allemaal al aan die ‘zogezegd echte cinema kwaliteitsnorm’ norm voldoet. De Star Wars-films zijn gecodeerd in Dolby Digital bijvoorbeeld (niet THX).

P.S.: onthoud het: als een bron niet gecodeerd is in DD of DTS is het om 't even welk dsp-effect je gebruikt of wat je instelt, het resultaat is Dolby-Niegital, NeeTS of THnieX ;)

Dakantochnie

Legacy Member
Surround: pc-systemen

Deze systemen koop je meestal in een set bestaand uit 5 sattelietspeakertjes en 1 subwoofer. De versterker voor de 5 speakertjes bevindt zich meestal in de subwoofer. Soms is bij zo een setje nog een aparte control center bijgeleverd. Opgelet! Wil je via je pc van DD of DTS geluid genieten, dan moet je geluidskaart dit ondersteunen! Deze verwerkt het geluid dat van je pc dvd speler komt. De verbinding geluidskaart-surroundset gebeurt via een optisch kabeltje (of tos link, ideaal voor lange afstanden) of via een coxiaal digitale interlink (aes/ebu 75 ohm). Let op dat de kabel 75 ohm is. Gewone cinch-kabel is minder geschikt en afgeschermd voor snel digitaal datatransport. In de winkel zie je snel met welke kabel je te doen op de verpakking, geen zorgen dus. Alle 5.1-informatie gaat dus zo via 1 kabeltje (rechtstreeks digitaal) naar je speaker control-center of amp (van de digital out van je geluidskaart naar de digital in van je surround set dus).

Een paar voorbeelden van surround-setjes voor de pc:

De Creative Inspire en Logitech Z reeks zullen zowat de bekendste zijn. Voor de prijs dat die dingetjes kosten kan je meestal niet klagen, deels ook omdat je niet veel mag verwachten.
Let wel op: de bouwkwaliteit van b.v. de Logitech-Z reeks is redelijk bedroevend te noemen. Denk eerst eens twee keer na voor je meer dan €300 aan zoiets gaat uitgeven.
Wil je al wat beter, dan kom je al snel bij de Klipsch Promedia terecht (kost ook wat meer). Deze bieden je de typische ongezouten Klipsch-in-your-face-klank, geen miniem detailtje zal je missen. Zijn wel nogal verhullend naar zwakker bronmateriaal zoals b.v. zwakke mp3 en divx. Er zijn nog massas andere merken en modellen, maar je beluistert dus best eerst een setje in de pc winkel of bij kennissen vooraleer je het koopt. Wil de verkoper niet demonstreren? Winkels genoeg!
Natuurlijk zal je bij het spelen van een game ook ten volle van je surround set willen genieten. Geen zorgen, de goede game devellopers gebruiken hun eigen code dat je systeem en je geluidskaart wel begrijpen (meestal wel geen DD of DTS!). Game devellopers schrijven hun geluid op maat van wat er op de markt is qua systemen en geluidskaartjes. EAX-sound is zo een games-protocol van Creative bijvoorbeeld dat sommige game devellopers ondersteunen. Je geluidskaart moet dan EAX ondersteunen om er van te genieten. Meestal kan je in het gamesound-menu een gewenst surround sound effect selecteren. Pro Logic (als je geluidskaart het ondersteunt) is altijd een optie om stereo gamegeluid in degelijke surround om te zetten.

Surround: Audio-video systemen

Voor het wat serieuzere werk is een hifi systeem aan te raden. Het voordeel van zo'n een systeem is dat je verscheidene componenten kan samenstellen naargelang je noden, en spijtig genoeg ook je budget, want dit zal je sowieso altijd een pak meer kosten dan een pc- of 'all in one'-systeem. In de audio video systemen vind je dus ook zo'n 'all in one' pakketten zoals op de pc markt: een versterkertje met alles in: compacte dvd speler + 5 tal kleine speakers en een sub. Mini home-systeempjes zijn al bij al goed als je de kamer gewoon wilt vullen met geluid en voor de rest niet erg kritisch bent, of je budget ook mini is.
Het voordeel van alles apart te kiezen is keuze dus. De meeste hifi fabrikanten focussen zich vandaag de dag ook op meerkanaals geluid, dus keuze in overschot!
Teveel keuze maakt het natuurlijk ook niet altijd makkelijker. Gelukkig betsaat een home cinema systeem uit een aantal eenvoudig te combineren componenten. De versterker met alles erop en eraan qua meerkanaals(de)codering, inputs en outputs. De speakers (meestal minimum 5) + een subwoofer en de bron(nen) natuurlijk. DVD speler of HD speler of Multi speler, enz...
Je versterker moet absoluut niet van het zelfde merk als je speakers zijn. Sommige fabrikanten maken goede speakers, andere dan weer betere versterkers en nog anderen maken dan weer top dvd-hd spelers. Een goed systeem is meestal een synergie van de componenten en dat begint bij een goede bron en versterking.
Betaalbare (in de beginreeksen) hifi merken i.v.m. versterking zijn bijvoorbeeld Jvc, Yamaha, ... In de hogere klasse vinden we o.a. Pioneer, Denon, Marantz. Ontdek ze zelf door TE LUISTEREN! Sommige homecinema amps bieden ook veel functionaliteit naar gebruikersinterface toe en multi-rooming.
In het geval van de speakers heb je nog massas keuze en die kies je best naargelang je smaak en noden en dus min of meer in synergie met je amp en bron. Wil je meer weten over de speaker/amp synergie, lees dan mijn artikel 'versterkers' waar ik daar uitgebrijd over uitwijd.
Sowieso zou ik ook proberen binnen hetzelfde merk speakers te blijven of toch zeker voor de fronts en de center (en eigenlijk best ook voor de rearspeakers). Een sub kan gerust van een ander merk zijn. Onderschat de center speaker niet in een home cinema! Je center produceert bijna de ganse filmduur geluid(een sub soms maar 5 pro). Daarna komt je even belangrijk front ( dat dient voor de muziek en de ruimtelijkheid). Je rears mag je enkel horen indien nodig! Het doel is nog altijd er midden in zitten, niet geluid zomaar uit 5 speakers horen komen. Een beetje het budget beperken doe je dus best bij de sub of de rears. Als het niet hoeft, kies dan voor een gelijkwaardige kwaliteit van elke speaker!
Ik heb het simpel gehouden van deze keer, veel technische praat lees je wel in het versterker artikel.

Yo-Han.

Dakantochnie

Legacy Member
Surround: semi-surround

In dit onderdeel behandelen we alle systemen die het surround-effect willen nabootsen, zonder echt over de typische speakerunits te beschikken. Deze systemen koopt men dikwijls uit plaatsbesparing, handigheid (je zit immers niet met achterspeakers en hun bijhorende draden) of budgetredenen. Deze systemen werken enkel maar in een kleine kamer, omdat ze het geluid reflecteren tegen de muren om het surround-effect te creëren. Wanneer de kamer wat groter wordt (meer dan +- 15m²) gaat het effect totaal verloren en klinken ze dus zoals elk ander systeem. De klank van zo’n dingen is vanzelfsprekend niet erg goed. Reflectie tegen ‘blote’ muren is iets wat men zo veel mogelijk tegen tracht te gaan in luisterkamers, spijtig genoeg kunnen deze systemen niet zonder. We maken voor één keer geen tekst die alles omvat, maar we nemen er enkele modellen tussenuit en bekijken die van naderbij. Dat doen we omdat er bij deze soort van luidsprekers zo’n enorme verschillen zijn.


Altec Lansing GT5051

Units: 2 front units met telkens twee 3” tweeters + 3” center speaker + 5.25” woofer
Power: 10 watt per front unit en voor de center speaker, 30 watt voor de sub
Bereik: 40 Hz - 20 kHz (-10 dB)
Bereik satellieten: 101 Hz – 20 kHz
Bereik center speaker: 115 Hz – 20 kHz
Bereik subwoofer: 33 Hz – 140 Hz
Gevoeligheid: 106dB
Signal to Noise Ratio at 1kHz Input: > 75dB
Afstandsbediening: ja, draadloos
Prijs: €104

De speakertjes van de frontunits staan 75° gedraaid tegenover elkaar en zorgen zo in een niet al te grote kamer voor een redelijke surroundervaring, verwacht wel geen wonderen. Zoals meestal bij Altec is de curve redelijk vlak en sluiten de frequenties van de speakers mooi op elkaar aan. De cijfertjes laten het al enigszins verwachten: de set klinkt –naar semi-surround normen- erg goed. De knoppen die je doorgaans op de subwoofer terugvindt staan hier op de rechterfrontunit, handig detail. Een aanrader voor wie weinig plaats heeft.[/i]

Yamaha YSP-1 Digital Sound Projector

Units: 1 unit met 42 speakers (40 1.6” tweeters + 2 4.4” woofers)
Power: 2 watt per tweeter (dus *40) & 20 watt per woofer
Bereik: 80 Hz – 20 kHz (-3dB)
Bereik tweeters: 350 Hz – 20 kHz
Bereik woofers: 80 Hz – 350 Hz
Gevoeligheid: 100dB
Signal to Noise Ratio at 1kHz input: >95dB
Afstandsbediening: nee
Prijs: €1049

De YSP reeks is in feite ontworpen om klanten van B&O en Bose af te snoepen. Voor zo’n klanten maakt de klank niet uit, als het er maar goed uitziet. Dat is ook wat Yamaha moet gedacht hebben.
Yamaha heeft ook enkele kleine broertjes voor de YSP 1 in productie: de YSP 800 en de YSP 1000. Ze kosten respectievelijk €659 en €1011. De YSP 1000 heeft één woofer meer dan de YSP 1 (vraag me dus niet waarom de YSP 1 meer kost) en de YSP 800 heeft maar 21 tweetertjes.
In de praktijk werkt de oplossing van Yamaha uitstekend…zolang er je echt recht voor zit (dus niet 10 cm naar links, er echt vóór), beter zelfs dan de meeste andere manieren om surround na te bootsen, alhoewel de kamer wel nog kleiner moet zijn dan in de andere gevallen. De YSP blinkt namelijk niet bepaald uit in kracht, zeker niet als het op lage tonen aankomt (als hij ze al weergeeft).
De algemene klank is redelijk (middentonen vallen zwak uit, net als bastonen) flauw, zeker voor zo’n prijs. Conclusie: te veel geld voor te weinig klank.

Phlips HTS8010S/01

Units: 2 front units met telkens één 1” dome tweeter en één 3.5” midrange speaker + 6.5” subwoofer
Power: volgens officiële site 550W RMS, reëel gezien iets van een 80W RMS
Bereik: 30Hz – 20kHz (-12dB)
Bereik tweeters + midrange speakers: 120Hz – 20kHz
Bereik woofers: 30Hz – 120 kHz
Gevoeligheid: 96dB
Signal to Noise Ratio at 1kHz input: >95dB
Afstandsbediening: ja, draadloos
Prijs: €699

Ook Philips springt op de markt van de semi-surround setjes met dit als matig resultaat. Ik zeg matig omdat de klank vind ik nogal weinig diepgang heeft. Naar het schijnt zou er in elke front unit een 3.5 midrange speaker moeten zitten, ik vraag mij nog steeds af of ze hem niet vergeten aan te sluiten zijn. Met de officiële 550W RMS lach je best eens, want veel anders kan je niet mee doen. Door de belachelijk grote behuizing voor een belachelijk kleine woofer ga je best niet al te luid. Ook de tweeters zijn van een maar matige kwaliteit, dat had toch echt wel beter gekunnen voor die prijs. Het surround gevoel is verbazingwekkend goed gelukt bij deze set. Ondanks het gebrek aan een center speaker is het knap hoe het nagebootst wordt hier. De Philips heeft wel zoals de meeste van die semi-surround setjes last van het niet-te-ver-gaan-zitten-maar-ook-niet-te-dicht-syndroom. Als je te dicht gaat zitten valt het veel te hard op dat je geen center speaker hebt, en wanneer je te ver gaat zitten valt het achtergeluid weg.
Conclusie: qua surround capaciteiten zit Philips hier een mooie prestatie neer, maar qua algemene klank zijn we toch echt wel beter gewend van Philips (een deftige subwoofer zou al veel maken). Wel is deze set zo onhandig als het maar zijn kan (een sub waarbij je constant twijfelt of je hem nu rechtop moet zetten of neer moet leggen, een bedieningspaneel met zeer onhandige afmetingen). Ik vind ze te duur voor wat ze is, maar het design zal bij sommigen ook wel als overtuigingsmiddel werken.

Zo, dit waren enkele voorbeelden van semi-surroundsetjes. Hopelijk heb je nu ook enig idee wat je er kan van verwachten en wat zoal de normale cijfertjes en prijzen zijn. Ik blijf erbij dat wanneer je voldoende plaats hebt je beter gaat voor een echte 5.1 set (aangezien de prijzen van de semi-surround setjes bijna of gewoon dezelfde zijn er gewoon veel meer keuze is) of indien die plaats ontbreekt misschien toch eens 2.1 of 2.0 (gewone stereospeakers dus) overwegen.

Dakantochnie

Legacy Member
Luidsprekers: reparatie

Jaja, iedereen heeft het wel eens voor. Je geeft een thuisfeestje en 's morgens zet je je favoriete plaat op om tot de constatatie te komen dat je je speakers erdoor hebt geblazen. Ook de tand des tijds laat je conussen en surround randen niet met rust.

Alles verduurd, zowel de conus als de surround randen als de spoel en zelf de spider etc.... Alles aan een speaker kan zowat kapot gaan.

Dit alles wil niet zeggen dat je ze mag in de vuilbak gooien.

Ooh neen, zeker niet want jawel een speaker kan gerepareerd worden, dit raad ik vooral aan bij oudere speakers die je niet meer kan kopen en nieuwe heel dure speakers.

Dit is een voorbeeld van mijn midtoner die ik sinds dinsdag terug heb gekregen:


Voor: zoals je ziet is de surround rand van de mid serrieus verduurd en zodoende komen er winkelhaak scheurtjes en heuse gaten in voor. Deze speakers zijn niet van de goedkoopste maar ze zijn 35 jaar oud en kan ze dus niet meer kopen.

http://layneaudio.hypermart.net/10rot.JPG


Na: zoals je ziet is de oude rand volledig weggeknipt en hebben ze er een nieuwe rand in de plaats gezet.

http://layneaudio.hypermart.net/10fixed.JPG


Ik wil dit met iedereen gerust delen omdat je niet alles dat goed is direkt moet wegsmijten ;) er bestaan dus winkels/bedrijven die jou oude verduurde rommel er weer uit laten zien als nieuw.

Vragen? stel ze gerust!

ps: ik krijg regelmatig prive berichten via mirc en pm op 't forum hoe dat zit, wel nu weet iedereen het ;)


bedrijf waar ik het liet doen: Sound Center in Ninove http://www.soundcenter.be/

Dakantochnie

Legacy Member
Kabels oprollen

Hoe rol ik m'n kabels op een degelijke manier op zodat ze niet constant in een knoop geraken en op vrij korte termijn de geest geven? We weten allemaal dat door je kabels niet goed op te rollen (of bijeen te gooien of in knopen laten liggen) nefast is voor de geleiders binnenin de kabel zelf en dus op vrij korte termijn zo neveneffecten kunnen veroorzaken zoals brom en zelf totaal niks meer doorlaten. Hier geef ik dus enkele methodes om de levensduur van je kabels en het gemak ervan te verbeteren.

Er zijn 3 manieren:


  • [*]- Methode 1: Je wilt je kabels afrollen zoals een brandweerslang terwijl je achteruit stapt.
    [*]- Methode 2: Je wilt je kabels in 1 gooi in een rechts lijn uitgooien.
    [*]- Methode 3: Enkel voor heel dikke, zware of zeer lange kabels, zoals multikabels en zware elektriciteitskabels


Methode1:

Dit is de "gewone" methode die het meest gebruikt wordt. Deze is zoals hierboven al vermeld enkel interessant als je je kabels mooi wilt afrollen zoals een brandweerslang tussen (eventueel) je armen terwijl je achteruit stapt.

Eerst en vooral, en dat geldt voor alle methodes, beginnen we met een volledig uitgestrekte kabel, als deze nog in een knoop zit kan je niet gaan oprollen zoals het hoort, dus de kabel mooi in 1 rechte leggen (dit is vooral nuttig zodat het uiteinde dat nog tegen de grond ligt mooi mee kan draaien terwijl jij de kabel op de juiste manier torst).

Dan neem je de voorkant vast (meestal een stekker zoals XLR, jack, etc...) tussen duim en wijsvinger. Verder in de kabel neem je alweer tussen wijsvinger en duim een stuk vast en legt zo een lus naar je andere hand, terwijl je dit doet tors je met je hand waar je de lus mee legt de kabel een halve draai naar links zodat de kabel mooi in zijn lus valt, opgelet bij een kabel die een hard leven heeft gehad en nooit deftig is opgerold zal dit niet van de eerste keer lukken en moet je soms 2 of 3 halve draaien geven eer de lus valt zoals die hoort.

Dit blijf je herhalen tot de kabel mooi is opgerold.


Methode 2:

Dit is de "over and under" methode. Deze is zoals vermeld enkel interessant als je je kabels in 1 gooi in een mooie rechte lijn wilt uitgooien zonder dat er stroppen in komen.

We beginnen alweer met ene mooi uitgestrekte kabel:

Dan neem je de voorkant vast (meestal een stekker zoals XLR, jack, etc...) tussen duim en wijsvinger. Verder in de kabel neem je alweer tussen wijsvinger en duim een stuk vast en legt zo een lus naar je andere hand, terwijl je dit doet tors je met je hand waar je de lus mee legt de kabel een halve draai naar links zodat de kabel mooi in zijn lus valt.

Als dit gebeurd is heb je momenteel in je ene hand 1 mooie lus en in je andere hand een volgend stuk van de kabel. De volgende lus leggen we niet hetzelffde maar binnendoor, dus je geeft met je hand 1 slag naar links zodat de lus tussendoor komt in plaats van de eerste lus er mooi achter komt liggen.

Ook hier zal je tussen wijsvinger en duim moeten torsen tot de kabel vanzelf in die lus komt.

Deze 2 acties doe je steeds achter mekaar: (gewone lus, lus ertussen, gewone lus, lus ertussen, etc...) tot je kabel is opgerold, en zoals ik reeds zei zal dit voor kabels die nooit naar behoren zijn opgerold even duren.

Zoals je ziet is dit methode 1 met een andere lus erachter.


Methode 3:

Dit is er eentje speciaal voor de kabels die wel eens een eigen leven willen leiden, deze die je zeer moeilijk kan oprollen door gewicht, dikte, etc... Meestal gebruik je hiervoor dan de vloer om ze mooi in 1 lus (methode 1) te torsen met een zeer grote diameter of je kan dit direct in de flightcase waar je ze in vervoert doen.

Dit is niet echt een methode op zicht maar gewoon een herhaling van methode 1 alleen met wat meer kracht en het gebruik van je volle hand om de kabel mooi te leggen.

Ook kan je in tegenstelling tot de gewone handteerbare kabels een 8 vorm gaan gebruiken als deze kabels te hard zijn om met te werken en ze dus zo in hun vorm wringen.

Nu, als je je kabels zo opgerold in een flightcase gooit zullen deze nog altijd in elkaar verwarren, sommige bedrijven leggen dus een klein los knoopje tussen het laatste stuk van de kabel en het begin zodat deze dat niet zullen doen en mooi bijeen blijven, maar de meeste bedrijven doen dat net niet omdat dat knoopje net weer zorgt voor een te grote spanning in de geleider en dus de goede oprolmanier te niet wordt gedaan.

Ik raad dan ook aan om naar de Gamma of Brico te stappen en daar velkro stripjes te gaan halen die je permanent rond het eindpunt van je kabel bevestigt, als je dan je kabel hebt opgerold kan je gewoon met het velkro strapje aan het begin van de kabel vast maken of ergens anders zodat deze toch niet uit elkaar zal gaan.

Als deze methodes altijd zijn toegepast en jij ze wat onder de knie krijgt zal een kabel oprollen een fluitje van een cent worden en dit kan dus zeer snel gebeuren, in 't begin is dit nog wat vechten met de kabel maar dit komt wel goed als jij en de kabel de methodes gewend zijn.

Hier komen ook nog 2 filmpjes en foto's bij want het is nogal onduidelijk zonder, vind ik toch en een tutorial is er net om duidelijkheid te scheppen.

Dakantochnie

Legacy Member
Zo, er staat een nieuw stukje in over het oprollen van kabels. Belangrijker dan je op het eerste zicht zou denken. :)

CyberOps

Legacy Member
de links naar comp vista zijn webspace in deze post zijn dood :Sad: :help:

*edit @ mods, verwijder deze post maar alst gefixed is...

ComputerVISTA

Legacy Member
Nondeju, niet weer hé! 'k Zie het nu pas... asap fixen...
Het archief is een bevroren moment uit een vorige versie van dit forum, met andere regels en andere bazen. Deze posts weerspiegelen op geen enkele manier onze huidige ideeën, waarden of wereldbeelden en zijn op sommige plaatsen gecensureerd wegens ontoelaatbaar. Veel zijn in een andere tijdsgeest gemaakt, al dan niet ironisch - zoals in het ironische subforum Off-Topic - en zouden op dit moment niet meer gepost (mogen) worden. Toch bieden we dit archief nog graag aan als informatiedatabank en naslagwerk. Lees er hier meer over of start een gesprek met anderen.
Terug
Bovenaan