Art.6Bis wet 21/02/1921 Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen
De officieren van gerechtelijke politie en de ambtenaren of beambten, daartoe door de Koning aangewezen, mogen de apotheken, winkels en alle andere plaatsen bestemd voor de verkoop of de aflevering van de in deze wet genoemde stoffen, bezoeken, gedurende de uren dat zij voor het publiek toegankelijk zijn.
Gedurende dezelfde uren mogen zij ook de depots bezoeken die bij de in het vorige lid bedoelde plaatsen aansluiten, zelfs wanneer die depots voor het publiek niet toegankelijk zijn.
Zij mogen te allen tijde de lokalen bezoeken welke dienen voor het vervaardigen, bereiden, bewaren of opslaan van die stoffen.
Hetzelfde geldt voor de lokalen waarin de in artikel 2bis, § 1, bedoelde stoffen in aanwezigheid van minderjarigen worden gebruikt.
Art.34 wet politie ambt 05/08/1992
De politieambtenaren controleren de identiteit van ieder persoon wiens vrijheid wordt benomen of die [1 een feit strafbaar met een administratieve of strafrechtelijke sanctie]1 heeft gepleegd.
Zij kunnen eveneens de identiteit controleren van ieder persoon indien zij, op grond van zijn gedragingen, materiële aanwijzingen of omstandigheden van tijd of plaats redelijke gronden hebben om te denken dat hij wordt opgespoord, dat hij heeft gepoogd of zich voorbereidt om een misdrijf te plegen of dat hij de openbare orde zou kunnen verstoren of heeft verstoord.
§ 2. Overeenkomstig de richtlijnen en onder de verantwoordelijkheid van een officier van bestuurlijke politie, kunnen (de politieambtenaren) eveneens de identiteit controleren van ieder persoon die een plaats wenst te betreden die het voorwerp is van een bedreiging in de zin van artikel 28, § 1, 3° en 4°. <W 1998-12-07/31, art. 186, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2001>
§ 3. Teneinde de openbare veiligheid te handhaven of de naleving te verzekeren van de wettelijke bepalingen met betrekking tot de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, kunnen de overheden van bestuurlijke politie, binnen de perken van hun bevoegdheden, identiteitscontroles voorschrijven, uit te voeren door de politiediensten in de omstandigheden die deze overheden bepalen.
§ 4. De identiteitsstukken die aan de politieambtenaar overhandigd worden, mogen slechts ingehouden worden gedurende de voor de verificatie van de identiteit noodzakelijke tijd en moeten daarna onmiddellijk aan de betrokkene worden teruggegeven.
Indien de persoon waarvan sprake in voorgaande paragrafen weigert of in de onmogelijkheid verkeert het bewijs te leveren van zijn identiteit, alsook indien zijn identiteit twijfelachtig is, mag hij worden opgehouden gedurende de voor de verificatie van zijn identiteit noodzakelijke tijd.
De mogelijkheid moet hem worden geboden zijn identiteit te bewijzen op eender welke wijze.
In geen geval mag de betrokkene te dien einde langer dan twaalf uur worden opgehouden.
Strop acties en 'willekeurige identiteitscontroles' kaderen in paragraaf 3 onder de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de burgemeester van Gent. Werd in één van de eerste afleveringen uitgelegd.