View-Master: De Sooner-editie

Sinds Netflix de wereld van tv zoals we die kennen een jaar of acht geleden op zijn kop zette, is het aanbod qua streaming services gevoelig geëxplodeerd. Je hebt Apple en Amazon die hengelen naar de oogbollen van de kijkers, je hebt YouTube dat probeert en genadeloos op zijn bek gaat en je hebt een Streamz die probeert het monopolie dat ze hebben op HBO-content aan te vullen met Love Island en William Boeva. In een reeks aankomende features gaan we wat dieper in op de hoge hoogtes en diepe dalen die op onze streaming services te vinden zijn, maar toch vooral de net wat minder bekende pareltjes die er te vinden zijn op onze smart-tv. Sooner is het eerst aan de beurt.

Sooner onderscheidt zich van de kudde door grotendeels in te zetten op een niche. Het platform biedt dan ook vooral films aan uit het arthouse-circuit en mikt volledig op cinefiele hartjes. Het voordeel van zo een aanbod is dat je exact weet of Sooner je kopje thee is. Het komt er op neer dat wanneer je spontaan ‘’Family’’ begint te mompelen wanneer je de kop van Vin Diesel ziet, Sooner misschien niet echt de streamer voor jou is. Ben je echter het soort filmfan die wel eens de Cartoon’s, Studio Skoopen en Buda’s van dit land frequenteert of gewoon een heel breed palet hebt, dan vind je op Sooner zeker je gading.

sooner-1140x641.jpg


Dat er heel wat kwaliteit te vinden is op Sooner staat dus buiten kijf, maar toch is het niet allemaal cinefiele rozengeur en maneschijn. Tijdens het testen vielen er bijvoorbeeld wat eigenaardigheden op aan het prijsmodel en de toepassing ervan op het aanbod. Standaard kost Sooner net geen acht euro per maand, waarmee je toegang krijgt tot het reguliere portfolio. Daarmee kun je bij de nieuwigheden sterke titels terugvinden zoals Maps To The Stars van Cronenberg of Good Time van de Safdies, alleen zijn dat stuk voor stuk verre van recente titels. Recentere films zoals Titane of The Card Counter van Paul Schrader zijn wel degelijk terug te vinden in het aanbod, alleen zijn die films dus vergezeld van een gouden ticket. Dat zijn films die je niet kan bekijken met het basisabonnement, maar uitsluitend huren. Bij een duurder abo van net geen vijftien euro per maand krijg je drie tickets om films mee te huren, maar je kan uiteraard altijd losse tickets bij kopen. Het probleem, voor mij persoonlijk, zit hem er in dat de meest interessante films steeds voorzien zijn van zo een gouden ticket en dat het aanbod zo behoorlijk inconsistent voelt. Dat het nog behoorlijk recente Benedetta enkel te huur is valt voor mij stukken makkelijker te plaatsen dan Michael Haneke’s Amour die dit jaar haar tiende jubileum viert.

Sooner voelt als een schatkist waar je bizarre snuisterijen tussen de vele parels en juwelen kan vinden.


Wat eveneens een tikkeltje bizar voelt is de samenwerking met Paramount Pictures. Dat een recente topper als Top Gun Maverick gehuurd kan worden op Sooner is tof, maar dat aan oude films als Pulp Fiction en Grease exact hetzelfde prijskaartje vasthangt is simpelweg bizar. De samenwerking levert eveneens het grappige gevolg op dat ondingen zoals de G.I.Joe-film Snake Eyes of de PAW Patrol-film haast zij aan zij staan met een film als Lebanon. Het is uiteraard nog steeds de arthouse die primeert op Sooner, maar het is gewoon bizar dat een budgetbak actiefilm met Van Damme als Until Death in het aanbod op Sooner zit, maar het Belgische drama JCVD in geen velden of wegen te bespeuren is. Ondanks dat soort gekke bokkesprongen is er gelukkig genoeg te zien en te beleven op Sooner. De app laat je toe om op je mobiele toestellen en je smart-tv erg overzichtelijk en vlot te kijken, en ondanks een wat onevenwichtig aanbod zijn er genoeg kleine en grote juweeltjes om te ontdekken. Laat me alvast een paar kleine favorieten van mezelf in de kijker zetten.

The Lobster (Yorgos Lanthimos, 2015)

Een surreële potpourri van stijlen maakt The Lobster een intrigerend werkje. Het uitgangspunt is dan ook geniaal in zijn gekkigheid. Colin Farrell speelt de pas gescheiden Dave, die incheckt in een bijzonder hotel op zoek naar de ware liefde. De angel is echter dat je die liefde binnen de vijfenveertig dagen dient te vinden, anders verander je in een dier naar keuze. De meesten opteren ervoor om een hond te worden, Dave kiest voor de kreeft. Een beestje dat meer dan honderd jaar kan worden en zijn hele leven vruchtbaar blijft weetjewel. Het levert een film vol absurdisme en zwarte humor op, maar ook eentje waar er een constant dreigende ondertoon voelbaar is. Het is een stilistisch knappe film met langgerekte shots, die tegelijk ook een slimme satire is die een spiegel voorhoud aan de maatschappij ten opzichte van dating en hoe we romantiek lijken te consumeren. Een klein kunstwerkje.


Grave (Julia Ducournau, 2017)

Titane is uiteraard een stuk recenter, maar persoonlijk heb ik het meer voor Ducournau’s debuut Grave waarin de Franse regisseuse zich opwierp als een soort vrouwelijke speelse Cronenberg. Het verhaal volgt het onschuldige muurbloempje Justine die tijdens een grotesk doopritueel aan de unief verplicht een stuk konijnenlever moet eten en vervolgens een honger ontwikkelt naar veel meer. Het is een rasechte coming of age-film waarin het hoofdpersonage kannibalistische trekjes begint te vertonen. Op zich levert dat niet de meest griezelige horror ooit op, maar het is de haast tastbare recht voor de raap manier waarop Ducournau en haar uitstekende hoofdactrice het brengen die ervoor zorgt dat je een gevoel van walging krijgt. Het is een film waarin je je erg bewust wordt van het lichaam in de term Body Horror, en dat geeft het wel degelijk een vies scherp randje. De film heeft ook een Belgische kant, want de opnames gebeurden in het haast bevreemdend aanvoelend gebouwencomplex van het dierenartscomplex van de Universiteit van Luik, een plek die er nog onheilspellender uitziet op film door de schitterende cinematografie van Ruben Impens.


Tueurs (François Troukens, 2017)

De bende van Nijvel heeft nog steeds een loodzware erfenis op de geschiedenis van ons land. Ook Tueurs heeft de beelden van bebloede lichamen op de parkings van supermarkten en een bende die het geweld haast willekeurig uitdeelt als inspiratiebron gebruikt voor een fictieve film die vaak griezelig authentiek aanvoelt. Dat valt vooral terug te brengen op de achtergrond van Troukens die in de jaren negentig zijn kost verdiende met het overvallen van geldtransporten en na een lange zit in de gevangenis nu als filmmaker fungeert. De focus ligt op een bende overvallers geleid door Frank Valken, een gangster met een morele code die geen slachtoffers tolereert. Wanneer er plots een veel gewelddadigere bende terug op het toneel verschijnt die het bloedvergieten niet schuwt, krijgen Valken en zijn kornuiten de rekening gepresenteerd. Het levert een rauwe Waalse thriller op die misschien niet gezien kan worden als de Heat van over de zuidgrens, maar als Franstalig antwoord op De Zaak Alzheimer zeker kan tellen. Heerlijke genrecinema.


What We Do In The Shadows (Jemaine Clement & Taika Waititi, 2014)

Na de bendes en kannibalen mag het ietsje luchtiger, met vampieren bijvoorbeeld. In 2014 tekenden Jemaine Clement en Taika Waititi, die toen vooral bekend stonden voor hun werk aan Flight of the Conchords, voor de grappigste mockumentary sinds This is Spinal Tap. Een cameraploeg volgt een groepje vampieren die studentikoos samenwonen in een huis in het Nieuw Zeelandse Wellington en voor net geen negentig minuten levert dat een stortvloed aan goede humor op. Het speelt heerlijk met de genre clichés die gepaard gaan met vampieren en de hilariteit die gepaard gaat met het ontbreken van een spiegelbeeld, maar ook met de humor die je krijgt met extreme generatiekloven. Dat een groot deel van de dialogen gewoon uit improvisatie gekomen is, maakt het des te indrukwekkender om te zien hoe moeiteloos grappig de film bij momenten is. Het is dan ook een ideaal tussendoortje voor Halloween dit jaar en het perfect opstapje voor de haast even geestige tv-serie op Disney+.


Slow West (John MacLean, 2015)

Laat je niet misleiden door de titel, want Slow West dendert na een wat stoffig begin als een locomotief op nauwelijks vierentachtig minuten naar het einde. Dat is net te kort om de karakters sterk uit te werken, maar het levert wel een erg entertainende western op. Michael Fassbender is zoals wel vaker het geval is uitstekend als de cowboy Silas Selleck die de onervaren jongen Jay onder zijn hoede neemt. Silas begeleidt de jongen in zijn zoektocht naar diens verdwenen geliefde, maar doet dat uiteraard niet uit puur altruïsme. Dat het meisje samen met haar vader gezocht wordt voor moord en er dus een riant vindersloon aan het duo verbonden is, levert uiteraard een belangrijke motivatie op voor de ervaren cowboy. Dat levert een western op die traditioneel aanvoelt, maar tegelijk toch wat apartere kantjes heeft dan wat je doorgaans associeert met het genre. Er zit behoorlijk wat humor in de film bijvoorbeeld, wat in combinatie met een fel kleurenpalet Slow West een stuk frisser doet voelen dan de gemiddelde western. Toch is het uiteindelijk de sterke wisselwerking tussen de twee hoofdacteurs en het melancholieke einde die het meest zal blijven hangen na het bekijken van dit kleine juweeltje.

Conclusie

Deze vijf zijn uiteraard het topje van een ijsberg vol verhalen en cinema, en tonen vooral dat er mits wat zoekwerk voor elk wat wils te vinden is in het aanbod van Sooner. Er zijn wat kleine werkpuntjes aan de service en wat eigenaardigheden, maar dat er kwaliteit te vinden is in het aanbod is overduidelijk. Dat je in het portfolio films aantreft die je nooit in het aanbod van Netflix of Streamz terug zal vinden, dat alleen al maakt Sooner de moeite waard voor fans van cinema met de grote C van cultuur.
 
Terug
Bovenaan