Elk jaar kunnen Belgische horror- en thrillerfanaten uitkijken naar het BIFFF, het Brussels International Fantastic Film Festival. In dit event worden premières en onafhankelijke parels tentoongesteld van over de hele wereld, en dat specifiek voor horror-, thriller-, scifi- en fantasyfilms. Naast het vertonen van films, is het BIFFF ook een verzamelplaats voor fantasy- en horrorgerelateerde events en markten, waaronder een Vampierenbal, een gamewedstrijd genaamd Pix'Hell, een makeupwedstrijd en Freaky Factory, een bende exhibities met diverse thema's.
Dit jaar zijn FreakyJP en ikzelf van de partij geweest om in naam van BeyondGaming van allerlei films te proeven op de 41ste iteratie van dit festival. Deze heeft zijn locatie in de Expo Brussel van 11 tot en met 24 april. Wij hebben onze agenda ernaar gezet om zoveel mogelijk films mee te pakken gedurende deze twee weken. Hier laten we jullie graag weten hoe wij het festival vonden, welke films wij gezien hebben, waar ze over gingen en wat we erover dachten.
je volledig probeert onder te dompelen in de film. Enkel jammer voor de Vlamingen en internationale gasten dat dit discours volledig in het Frans gebeurt.
Mijn tweede dag op het BIFFF stond naast Project Wolf Hunting (regie: Kim Hong-sun, score: 6/10) op de planning: Nightmare (regie: Kjersti H. Rasmussen, score: 6.5/10), een Noorse thriller die de dunne grens tussen droom en werkelijkheid onderzoekt. Hierin wordt een jonge vrouw even hard verpletterd door de rol die ze moet spelen in de uren dat ze wakker is, als door haar angst voor de figuur die haar in elke droom achtervolgt. Een bijzonder sterk geluidsontwerp, waaronder desoriënterende vervaging van de scheidslijnen tussen het diëgetische en het niet-diëgetische, trekt je mee in dit overigens matig Noors slaapliedje. Hierop volgde de volgende dag de wereldpremière van The Nature Man (regie: Noh Young-seok, score: 3/10), een van de grootste teleurstellingen van het festival. Dit was ook een van de vele malen dat de regisseur even onstage kwam om zijn film voor te stellen en op aanvraag van het publiek een liedje te zingen. Deze absurde coming-of-age-komedie doet zich voor als een Koreaanse horrorfilm, maar geeft die pretentie reeds na tien minuten op en offert daarna weinig anders in de plaats. Zo gaat het om twee jonge YouTubers die rondgeleid worden door een mysterieuze man in een zogenaamd spookwoud, maar gebeurt er bitter weinig in deze veel te lange film waar slechts een paar momenten raakslaan. Gelukkig kon ik direct hierna mijn gehemelte reinigen met de Belgische première van Evil Dead Rise (regie: Lee Cronin, score: 8.5/10), die ik persoonlijk heerlijk genieten vond. Voor een diepere en meer kritische kijk op deze bloederige horrorsequel kan je alvast terecht bij de filmreview van Karel-Jan. Die vertoning begon trouwens met de ridderslag tot de Orde van de Raaf van J.A. Bayona, regisseur van onder andere The Orphanage (2007) en A Monster Calls (2016).
De eerste zaterdag van het festival begon sterk met The Coffee Table (regie: Caye Casas, score: 8.5/10), een pikzwarte
komedie over de gebeurtenissen rond een art deco-koffietafeltje en hoe dit onschuldig object de levens van een volledige familie voor eeuwig zal veranderen. Hierna maakte ik me klaar voor The Night, het event van BIFFF waarbij horrorfanaten een volledige nacht lang in de zaal blijven om vier films en vier kortfilms aan een stuk te zien, gaande van 11 uur 's avonds tot 8 uur 's ochtends. Laat me op voorhand al even zeggen: de films zelf waren weinig soeps, maar de atmosfeer heeft me er dan toch doorgetrokken. Zo begon The Night met The Wrath of Becky (regie: Matt Angel & Suzanne Coote, score: 5/10), een sequel die ondanks een premisse waarbij een tienermeisje een bende proud boys (anders gezegd: neo-nazi's zonder het lef om daarvoor uit te komen) brutaal afmoordt, toch maar overkwam als milde kost zonder inzet of persoonlijkheid. Seann William Scott (wellicht voornamelijk bekend als Stifler van de American Pie-films) kwam voor in de film als de hoofdantagonist om ons eraan te herinneren waarom hij niet in meer dingen speelt ... Hierna kwam Kill Her Goats (regie: Steve Wolsh, score: 1/10), waarvan ik de regisseur niet eens in mijn notities moest opzoeken, want de naam Steve Wolsh staat voor eeuwig in mijn geheugen gegrift als de regisseur van een van de slechtste films die ik ooit gezien heb. In deze film worden een bende meisjes met grote borsten, kleine hersenen, een voorliefde voor lange douches en rijke ouders geteisterd door een moordenaar met een geitenmasker. Opzettelijk of niet, een slechte en seksistische film blijft een slechte en seksistische film. Deze kon ik enkel overleven met behulp van het commentaar van mijn mede-filmgangers, dus reken maar niet op een so bad it's good slasherfilm. Gewoon überslecht, punt. Als derde film van The Night was er V/H/S/99 (regie: verscheidene regisseurs in een carrièredipje, score: 4/10), de vijfde film in een found footage-horrorserie die ooit nog kon behagen. De filmpjes vangen de essentie van de TV-cultuur rond de eeuwwisseling, maar doen er weinig interessants mee naast de chaotische montage. Buiten een stopmotion-segment waarin speelgoedsoldaten aan een gruwelijk eind komen, dat ik origineel en effectief uitgevoerd vond, variëren de filmpjes tussen barslecht en oké. Mijn foltering kwam bijna ten einde met de laatste film van de nacht, Love Will Tear Us Apart (regie: Kenichi Ugana, score: 4/10), een Japanse slasher die heel wat beloofde met zijn stijlvolle, emotioneel sterke introductie, maar na die introductie wankelt tussen saaie gesprekscènes die niets bijdragen en bizarre maar ondoeltreffende moordscènes vergezeld met een hoofdpijn-inducerend stuk dubstep.
Betere materie stond vanaf de zondag (althans, de zondagnamiddag, die ik bijwoonde na een kort ochtenddutje) op me te wachten, met UFO Sweden (regie:
Crazy Pictures, score: 7/10). In deze (je raadde het al) Zweede sci-fi-avonturenfilm gaat een tienermeisje op zoek naar het ruimteschip die haar vader jaren geleden ontvoerde. Daarvoor schakelt ze de hulp in van UFO Sweden, het officiële bureau voor onderzoek naar ongekende vliegende objecten. Deze film is dan wel Spielbergiaans conventioneel, maar het is ook effectief, ontroerend en vooral inspirerend. Hierop volgde nog een sterke thriller, ditmaal uit Australië. In Monolith (regie: Matt Vesely, score: 8/10) onderzoekt een journaliste met een slechte reputatie een bizar gerucht over een baksteen met symbolen vanbinnen, in de context van haar nieuwe podcast. Monolith is mysterieuze, spannende, uitstekend geacteerde en maatschappelijk veelzeggende materie ondanks een controversieel einde. De volgende film die ik zag was het alom-opgehypete Talk To Me (regie: Danny & Michael Philippou, score: 6/10), het werk van twee Youtubers over een betonnen hand die gebruikt wordt door tieners om met de doden te communiceren voor de adrenalinerush. Al heeft de film een degelijk script en wat nare praktische effecten, waren voor mij de allegorieën en gebeurtenissen grotendeels achterhaald.
De twee volgende films die ik ging zien waren ook niet veel soeps: Aliens Abducted My Parents And Now I Feel Kinda Left Out (regie: Jake Van Wagoner, score: 4/10) onderscheidt zich enkel met zijn lekker lange titel. In dit highschool-avontuur begint een schoolmeisje een vriendschap met een jongen die denkt dat zijn vader door aliens ontvoerd werd. Het verschil tussen dit pijnlijk voorspelbaar verhaal en UFO Sweden is dat Aliens Abducted My Parents meer romantische neigingen heeft, maar tegelijk een leegte heeft waar zijn hart zou moeten zijn. Een Nickelodeonfilm van de laagste klasse. Mijn laatste dag werd ingeleid door Aberrance (regie: Baatar Batsukh, score: 3/10), de eerste Mongoolse horrorfilm die BIFFF ooit vertoond had. Deze 75 minuten-durende thriller voelde eerder als twee uur. Coole cameratechnieken en een eerbetoon aan Darren Aronofsky kunnen deze verwarrende film niet redden en uiteindelijk dacht ik bij het kijken vooral "Ik kan niet geloven dat ik Infinity Pool hiervoor mis!" Gelukkig eindigde mijn tijd aan BIFFF 2023 met een (zachte) knal met de drama-thriller Soft & Quiet (regie: Beth de Araújo, score: 9/10), die een vrouwelijke groep neo-nazi's geweldig psychologisch profileert, maar ook wanhopig spannend wordt wanneer deze venijnige vrouwen in aanraking komen met twee zussen met een andere huidskleur. Een onvergetelijke en rakende afsluiter.
de hele wereld. Met het BIFFF én Offscreen, heeft onze hoofdstad alvast twee geweldige festivals voor de liefhebbers van dit soort cinema, maar het BIFFF bijwonen blijft toch een bijzondere ervaring. Op welk ander festival zal je immers een regisseur als Hans Herbots Hoedje van papier horen zingen voor een uitgelaten zaal.
Gezien mijn voorliefde voor Japan, en in het verlengde ook Zuid-Korea en China, stonden er heel wat Oost-Aziatische films op mijn agenda. Naast de geweldige openingsfilm Suzume (regie: Makoto Shinkai, score: 8/10, zie deze review), keek ik ook naar One Percenter (regie: Yudai Yamaguchi, score: 7/10) een stijlvolle actiefilm met een hoog metaniveau over een actieheld die het opneemt tegen de Yakuza, en Mad Cats (regie: Reiki Tsuno, score: 5/10) een absurde en helaas lichtjes teleurstellende film over een man die zijn broer moet redden van een bende katvrouwen. Zuid-Korea was voor mij ook goed vertegenwoordigd met de social media-satires Drive (regie: Park Dong-hee, score: 6/10), waarin een influencer wordt ontvoerd en een uur heeft om een ongeveer half miljoen dollar te verzamelen, en The Nature Man (score: 4/10).
Van een heel ander kaliber was Project Wolf Hunting (regie: Kim Hong-sun, score: 6,5/10), een extreem gewelddadige en bloederige thriller die het beste te omschrijven valt als een kruising tussen Con Air (op een cargoschip) en Frankenstein, met een vleugje Resident Evil erover. De Koreanen wisten me echter het meeste te verbazen met Emergency Declaration (regie: Han Jae-rim, score: 7,5/10), een spannende thriller die twee hedendaagse angsten mengt, terrorisme en besmettelijke ziekten, en zich afspeelt op een vliegende doodskist (ook gekend als een vliegtuig). Naast de nagelbijtende sfeer, wordt de film vooral gedragen door de twee topacteurs Song Kang-ho (Parasite, The Host) en Lee Byung-hun (I Saw the Devil, Terminator Genisys).
Naast mijn jaarlijkse dosis Aziatische films, konden ook enkele crowd pleasers niet ontbreken op mijn programma.
Naast Four’s a Crowd (regie: Álex de la Iglesia, score: 7/10, zie deze review), viel mijn keuze dit jaar op Sisu (regie: Jalmari Helander, score: 8/10), een bikkelharde oorlogsfilm waarin een goudzoeker het opneemt tegen een groep nazi’s dat het op zijn goud gemunt heeft, en uiteraard Evil Dead Rise (score: 6/10), een film die net als Sisu gemaakt lijkt te zijn voor het festival. Ook de afsluiter van het festival, de creature feature Unwelcome (regie: Jon Wright, score: 6/10), waarin een jong koppel kennismaakt met bloeddorstige kobolds, zorgde voor een vermakelijke avond, maar was misschien net iets te braaf naar mijn smaak.
Daarnaast nam ik ook graag enkele meer cinefiele films mee en mijn keuze was dit jaar gevallen op Nightmare (score: 7/10) en Infinity Pool (regie: Brandon Cronenberg, score: 8/10, zie deze review). Ook bekeek ik The Pod Generation (regie: Sofie Barthes, score: 6/10), een ietwat steriele Black Mirror-achtige film met Emilia Clarke en Chiwetel Ejiofor, over een koppel dat een baby laat kweken in een pod. Het Filipijnse In My Mother's Skin (regie: Kenneth Lim Dagatan, score: 6/10) is dan weer een bloederig sprookje dat zijn Pan’s Labyrinth-invloeden als een soort van ereteken draagt. Om in folkloristische sferen te blijven, keek ik ook nog naar Nightsiren (regie: Tereza Nvotová, score: 7,5/10), dat eerder dit jaar ook te zien was op het Filmfestival van Oostende. In deze feministische horrorfilm keert een jonge vrouw terug naar haar geboortedorp en wordt ze geconfronteerd met haar pijnlijke verleden en de bijgelovige dorpsbewoners.
Emerging Raven: Soft & Quiet (regie: Beth de Araújo)
White Raven: The Coffee Table (regie: Caye Casas)
Black Raven: The Grandson (regie: Kristóf Deák)
Méliès (Europese Film): Halfway Home (regie: Madarasz Isti)
Internationale Film: Talk To Me (regie: Danny & Michael Philippou)
Critics' Choice: Soft & Quiet (regie: Beth de Araújo)
Daarnaast geven onze redacteurs natuurlijk ook graag hun top drie lievelingsfilms van deze 41ste editie van het BIFFF mee:
Quentin's Bronzen Raaf: Monolith (regie: Matt Vesely)
Evil Dead Rise mag dan wel technisch iets hoger scoren voor mij dan deze Australische psychologische thriller, graag geef ik deze spotlight toch aan Monolith, die evenwel gebruik maakt van de indrukwekkende Lily Sullivan als het hoofdpersonage. Niet enkel is zij het hoofdpersonage, maar zij is ook de enige persoon die visueel voorkomt in de film. Geïsoleerd tijdens Covid, neemt zij een podcast over vreemde gebeurtenissen op vanuit het landhuis van haar ouders. Sullivan houdt deze thriller samen met een magnifieke vertolking van een corrupte journaliste die haar lesje na net gecanceld te worden toch nog niet geleerd heeft: haar zekerheid van haar stuk, haar arrogantie, haar veronachtzaming voor de privacy en wensen van de mensen die ze
interviewt vormen een beeld van een bevoorrechte vrouw die zelf verantwoordelijk is voor de verwarrende gebeurtenissen die rondom haar gebeuren. De film houdt kijkers gespannen met steeds vreemdere vragen en mysteries en al geeft het ons een einde die veel van die vragen irrelevant maakt, blijft het een bedachtzame, bijtende thriller die evenveel fascineert met zijn mijmeringen over de psychologische consequenties van voorrecht als met zijn verontrustende en bizarre ideeën rond een baksteen vol symbolen die ettelijke levens overhoop gooit.
Quentin's Zilveren Raaf: The Coffee Table (regie: Caye Casas)
The Coffee Table wordt door zijn regisseur Caye Casas beschreven als een "wrede film" en dat is het zeker. Het gaat hier niet om menselike wreedheid, of die van een demoon, maar de wreedheid van het dagelijks leven. Neem nu een koffietafeltje. Casas laat ons los in de woonkamer van een gezin met een kersverse baby en houdt ons vastgenageld wanneer de nieuwe koffietafel iets in gang zet dat ieders leven zal veranderen. Deze briljante pikzwarte komedie zal er niet enkel in slagen om je nerveus te doen lachen, het zal je schuldig doen voelen voor elk gniffeltje die je eruitlaat. Een perfecte evenwichtsoefening tussen de extrema van komedie en tragedie.
Quentin's Gouden Raaf: Soft & Quiet (regie: Beth de Araújo)
Het gebeurt niet vaak dat een film mijn freeze-respons activeert, maar Soft & Quiet behaalde niet enkel dat, maar liet me achter met tranen, buiten adem, en met mijn notititieblok strak tussen de armen gepropt voor de emotionele ondersteuning. Soft & Quiet is zo onvergetelijk, zo tergend en zo onuitstaanbaar spannend omdat het niet gaat om een vleesetend monster of wraakzuchtige geest, maar om een groep geloofwaardige mensen die zichzelf overtuigd hebben dat hun wreedheid tegenover anderen
rechtvaardig is. Met behulp van de indrukwekkende one-shot-stijl en een wonderlijk psychologisch inzichtelijk script, accentueert regisseuse Beth de Araújo dat er niets meer afgrijselijk is dan de horror van pure ontmenselijkende haat en niets meer zorgwekkend dan de subtiele manieren waarop die haat doorgevoerd wordt.
FreakyJP's Bronzen Raaf: Sisu (regie: Jalmari Helander)
Na Rare Exports en Big Game, schotelt de Fin Jalamri Helander ons een bikkelharde actiefilm die uit de jaren tachtig weggelopen lijkt te zijn en met een extra dosis gore erbovenop. Aatami Korpi schittert als een goudzoeker met oorlogsmoeheid die in aanraking komt met een nazipeleton dat het al snel op zijn goud gemunt heeft. Het kat-en-muisspel dat volgt, zorgt alvast voor het nodige spektakel.
FreakyJP's Zilveren Raaf: Infinity Pool (regie: Brandon Cronenberg, zie deze review)
Met Infinity Pool neemt Brandon Cronenberg ons mee op een idyllisch vakantieoord dat al snel ontaardt in een nachtmerrie van seks en geweld waarin het morele verderf van de superelite centraal staat. Het is geen voer voor gevoelige zieltjes, maar zij die houden van extreme cinema zullen hier een vette kluif aan hebben.
FreakyJP's Gouden Raaf: Suzume (regie: Makoto Shinkai, zie deze review)
Met Suzume gaat Makoto Shinkai verder op de weg die hij is ingeslagen en schotelt hij ons andermaal een bovennatuurlijk coming of age-verhaal vol met humor, drama, actie en emotie. De geliefde visuele stijl van de regisseur zorgt ervoor dat Suzume zoals gewoonlijk een ware traktatie is voor de filmliefhebber. Doordat hij grotendeels dezelfde aanpak hanteert als in Your Name en Weathering with You komt de film helaas wel minder verrassend uit de hoek.
Dit jaar zijn FreakyJP en ikzelf van de partij geweest om in naam van BeyondGaming van allerlei films te proeven op de 41ste iteratie van dit festival. Deze heeft zijn locatie in de Expo Brussel van 11 tot en met 24 april. Wij hebben onze agenda ernaar gezet om zoveel mogelijk films mee te pakken gedurende deze twee weken. Hier laten we jullie graag weten hoe wij het festival vonden, welke films wij gezien hebben, waar ze over gingen en wat we erover dachten.
Quentin's eerste BIFFF: twee weken met diepe dallen en triomfantelijke hoogtes uit verrassende hoekjes
Mijn allereerste BIFFF begon met de Belgische première van The Pope's Exorcist (regie: Julius Avery, score: 7/10, zie deze review). Wennen was alvast de unieke manier waarop filmgangers zich gedragen in de zaal: er werd volop naar het scherm en naar elkaar geroepen, gegrapt en gejuicht. Al snel kwam ik erachter dat er een methode achter de waanzin stak: BIFFF heeft over de jaren allerlei regels en tradities opgebouwd die hun filmvoorstellingen als geen ander maken. Naast het creëren van een unieke en warme atmosfeer waar je je voor twee uur lang deel van een filmsekte voelt, helpen die opmerkingen ook soms bij het opgewekt houden van een voorstelling vol saaie of voorspelbare momenten, al kunnen ze ook wel irritant worden wanneer jeMijn tweede dag op het BIFFF stond naast Project Wolf Hunting (regie: Kim Hong-sun, score: 6/10) op de planning: Nightmare (regie: Kjersti H. Rasmussen, score: 6.5/10), een Noorse thriller die de dunne grens tussen droom en werkelijkheid onderzoekt. Hierin wordt een jonge vrouw even hard verpletterd door de rol die ze moet spelen in de uren dat ze wakker is, als door haar angst voor de figuur die haar in elke droom achtervolgt. Een bijzonder sterk geluidsontwerp, waaronder desoriënterende vervaging van de scheidslijnen tussen het diëgetische en het niet-diëgetische, trekt je mee in dit overigens matig Noors slaapliedje. Hierop volgde de volgende dag de wereldpremière van The Nature Man (regie: Noh Young-seok, score: 3/10), een van de grootste teleurstellingen van het festival. Dit was ook een van de vele malen dat de regisseur even onstage kwam om zijn film voor te stellen en op aanvraag van het publiek een liedje te zingen. Deze absurde coming-of-age-komedie doet zich voor als een Koreaanse horrorfilm, maar geeft die pretentie reeds na tien minuten op en offert daarna weinig anders in de plaats. Zo gaat het om twee jonge YouTubers die rondgeleid worden door een mysterieuze man in een zogenaamd spookwoud, maar gebeurt er bitter weinig in deze veel te lange film waar slechts een paar momenten raakslaan. Gelukkig kon ik direct hierna mijn gehemelte reinigen met de Belgische première van Evil Dead Rise (regie: Lee Cronin, score: 8.5/10), die ik persoonlijk heerlijk genieten vond. Voor een diepere en meer kritische kijk op deze bloederige horrorsequel kan je alvast terecht bij de filmreview van Karel-Jan. Die vertoning begon trouwens met de ridderslag tot de Orde van de Raaf van J.A. Bayona, regisseur van onder andere The Orphanage (2007) en A Monster Calls (2016).
Het creëert een unieke en warme atmosfeer waar je je voor twee uur lang deel van een filmsekte voelt.
De eerste zaterdag van het festival begon sterk met The Coffee Table (regie: Caye Casas, score: 8.5/10), een pikzwarte
Betere materie stond vanaf de zondag (althans, de zondagnamiddag, die ik bijwoonde na een kort ochtenddutje) op me te wachten, met UFO Sweden (regie:
De twee volgende films die ik ging zien waren ook niet veel soeps: Aliens Abducted My Parents And Now I Feel Kinda Left Out (regie: Jake Van Wagoner, score: 4/10) onderscheidt zich enkel met zijn lekker lange titel. In dit highschool-avontuur begint een schoolmeisje een vriendschap met een jongen die denkt dat zijn vader door aliens ontvoerd werd. Het verschil tussen dit pijnlijk voorspelbaar verhaal en UFO Sweden is dat Aliens Abducted My Parents meer romantische neigingen heeft, maar tegelijk een leegte heeft waar zijn hart zou moeten zijn. Een Nickelodeonfilm van de laagste klasse. Mijn laatste dag werd ingeleid door Aberrance (regie: Baatar Batsukh, score: 3/10), de eerste Mongoolse horrorfilm die BIFFF ooit vertoond had. Deze 75 minuten-durende thriller voelde eerder als twee uur. Coole cameratechnieken en een eerbetoon aan Darren Aronofsky kunnen deze verwarrende film niet redden en uiteindelijk dacht ik bij het kijken vooral "Ik kan niet geloven dat ik Infinity Pool hiervoor mis!" Gelukkig eindigde mijn tijd aan BIFFF 2023 met een (zachte) knal met de drama-thriller Soft & Quiet (regie: Beth de Araújo, score: 9/10), die een vrouwelijke groep neo-nazi's geweldig psychologisch profileert, maar ook wanhopig spannend wordt wanneer deze venijnige vrouwen in aanraking komen met twee zussen met een andere huidskleur. Een onvergetelijke en rakende afsluiter.
FreakyJP: een jaarlijke traditie die garant staat voor een unieke (film)beleving
In tegenstelling tot Quentin, voor wie het de eerste keer was op het festival, kan je mij bijna een ancien noemen. Mijn eerste bezoekje aan het festival dateert al sinds 2010, toen nog in Tour & Taxis, en sindsdien is het festival een vaste waarde op mijn kalender. Een van de redenen waarom ik zo verknocht ben aan het festival, is de unieke sfeer die er heerst, het interactieve publiek inbegrepen, en de selectie van genre- en cultfilms van overGezien mijn voorliefde voor Japan, en in het verlengde ook Zuid-Korea en China, stonden er heel wat Oost-Aziatische films op mijn agenda. Naast de geweldige openingsfilm Suzume (regie: Makoto Shinkai, score: 8/10, zie deze review), keek ik ook naar One Percenter (regie: Yudai Yamaguchi, score: 7/10) een stijlvolle actiefilm met een hoog metaniveau over een actieheld die het opneemt tegen de Yakuza, en Mad Cats (regie: Reiki Tsuno, score: 5/10) een absurde en helaas lichtjes teleurstellende film over een man die zijn broer moet redden van een bende katvrouwen. Zuid-Korea was voor mij ook goed vertegenwoordigd met de social media-satires Drive (regie: Park Dong-hee, score: 6/10), waarin een influencer wordt ontvoerd en een uur heeft om een ongeveer half miljoen dollar te verzamelen, en The Nature Man (score: 4/10).
Van een heel ander kaliber was Project Wolf Hunting (regie: Kim Hong-sun, score: 6,5/10), een extreem gewelddadige en bloederige thriller die het beste te omschrijven valt als een kruising tussen Con Air (op een cargoschip) en Frankenstein, met een vleugje Resident Evil erover. De Koreanen wisten me echter het meeste te verbazen met Emergency Declaration (regie: Han Jae-rim, score: 7,5/10), een spannende thriller die twee hedendaagse angsten mengt, terrorisme en besmettelijke ziekten, en zich afspeelt op een vliegende doodskist (ook gekend als een vliegtuig). Naast de nagelbijtende sfeer, wordt de film vooral gedragen door de twee topacteurs Song Kang-ho (Parasite, The Host) en Lee Byung-hun (I Saw the Devil, Terminator Genisys).
Het BIFFF bijwonen blijft toch een bijzondere ervaring.
Naast mijn jaarlijkse dosis Aziatische films, konden ook enkele crowd pleasers niet ontbreken op mijn programma.
Daarnaast nam ik ook graag enkele meer cinefiele films mee en mijn keuze was dit jaar gevallen op Nightmare (score: 7/10) en Infinity Pool (regie: Brandon Cronenberg, score: 8/10, zie deze review). Ook bekeek ik The Pod Generation (regie: Sofie Barthes, score: 6/10), een ietwat steriele Black Mirror-achtige film met Emilia Clarke en Chiwetel Ejiofor, over een koppel dat een baby laat kweken in een pod. Het Filipijnse In My Mother's Skin (regie: Kenneth Lim Dagatan, score: 6/10) is dan weer een bloederig sprookje dat zijn Pan’s Labyrinth-invloeden als een soort van ereteken draagt. Om in folkloristische sferen te blijven, keek ik ook nog naar Nightsiren (regie: Tereza Nvotová, score: 7,5/10), dat eerder dit jaar ook te zien was op het Filmfestival van Oostende. In deze feministische horrorfilm keert een jonge vrouw terug naar haar geboortedorp en wordt ze geconfronteerd met haar pijnlijke verleden en de bijgelovige dorpsbewoners.
De prijzen: een raafbeeldje mee naar huis
Het BIFFF organiseert elk jaar natuurlijk ook een aantal filmwedstrijden. Daarvan zijn de volgende films de winnaars:Emerging Raven: Soft & Quiet (regie: Beth de Araújo)
White Raven: The Coffee Table (regie: Caye Casas)
Black Raven: The Grandson (regie: Kristóf Deák)
Méliès (Europese Film): Halfway Home (regie: Madarasz Isti)
Internationale Film: Talk To Me (regie: Danny & Michael Philippou)
Critics' Choice: Soft & Quiet (regie: Beth de Araújo)
Daarnaast geven onze redacteurs natuurlijk ook graag hun top drie lievelingsfilms van deze 41ste editie van het BIFFF mee:
Quentin's Bronzen Raaf: Monolith (regie: Matt Vesely)
Evil Dead Rise mag dan wel technisch iets hoger scoren voor mij dan deze Australische psychologische thriller, graag geef ik deze spotlight toch aan Monolith, die evenwel gebruik maakt van de indrukwekkende Lily Sullivan als het hoofdpersonage. Niet enkel is zij het hoofdpersonage, maar zij is ook de enige persoon die visueel voorkomt in de film. Geïsoleerd tijdens Covid, neemt zij een podcast over vreemde gebeurtenissen op vanuit het landhuis van haar ouders. Sullivan houdt deze thriller samen met een magnifieke vertolking van een corrupte journaliste die haar lesje na net gecanceld te worden toch nog niet geleerd heeft: haar zekerheid van haar stuk, haar arrogantie, haar veronachtzaming voor de privacy en wensen van de mensen die ze
Quentin's Zilveren Raaf: The Coffee Table (regie: Caye Casas)
The Coffee Table wordt door zijn regisseur Caye Casas beschreven als een "wrede film" en dat is het zeker. Het gaat hier niet om menselike wreedheid, of die van een demoon, maar de wreedheid van het dagelijks leven. Neem nu een koffietafeltje. Casas laat ons los in de woonkamer van een gezin met een kersverse baby en houdt ons vastgenageld wanneer de nieuwe koffietafel iets in gang zet dat ieders leven zal veranderen. Deze briljante pikzwarte komedie zal er niet enkel in slagen om je nerveus te doen lachen, het zal je schuldig doen voelen voor elk gniffeltje die je eruitlaat. Een perfecte evenwichtsoefening tussen de extrema van komedie en tragedie.
Quentin's Gouden Raaf: Soft & Quiet (regie: Beth de Araújo)
Het gebeurt niet vaak dat een film mijn freeze-respons activeert, maar Soft & Quiet behaalde niet enkel dat, maar liet me achter met tranen, buiten adem, en met mijn notititieblok strak tussen de armen gepropt voor de emotionele ondersteuning. Soft & Quiet is zo onvergetelijk, zo tergend en zo onuitstaanbaar spannend omdat het niet gaat om een vleesetend monster of wraakzuchtige geest, maar om een groep geloofwaardige mensen die zichzelf overtuigd hebben dat hun wreedheid tegenover anderen
FreakyJP's Bronzen Raaf: Sisu (regie: Jalmari Helander)
Na Rare Exports en Big Game, schotelt de Fin Jalamri Helander ons een bikkelharde actiefilm die uit de jaren tachtig weggelopen lijkt te zijn en met een extra dosis gore erbovenop. Aatami Korpi schittert als een goudzoeker met oorlogsmoeheid die in aanraking komt met een nazipeleton dat het al snel op zijn goud gemunt heeft. Het kat-en-muisspel dat volgt, zorgt alvast voor het nodige spektakel.
FreakyJP's Zilveren Raaf: Infinity Pool (regie: Brandon Cronenberg, zie deze review)
Met Infinity Pool neemt Brandon Cronenberg ons mee op een idyllisch vakantieoord dat al snel ontaardt in een nachtmerrie van seks en geweld waarin het morele verderf van de superelite centraal staat. Het is geen voer voor gevoelige zieltjes, maar zij die houden van extreme cinema zullen hier een vette kluif aan hebben.
FreakyJP's Gouden Raaf: Suzume (regie: Makoto Shinkai, zie deze review)
Met Suzume gaat Makoto Shinkai verder op de weg die hij is ingeslagen en schotelt hij ons andermaal een bovennatuurlijk coming of age-verhaal vol met humor, drama, actie en emotie. De geliefde visuele stijl van de regisseur zorgt ervoor dat Suzume zoals gewoonlijk een ware traktatie is voor de filmliefhebber. Doordat hij grotendeels dezelfde aanpak hanteert als in Your Name en Weathering with You komt de film helaas wel minder verrassend uit de hoek.
Conclusie
Ondanks een redelijke proportie van teleurstellende films, was BIFFF 2023 grotendeels een vermakelijk succes. Naast de mogelijkheid om internationale premières van films van over de hele wereld te bezichtigen, dragen ook de aanwezigheid van vele van de regisseurs en de unieke interactieve filmbezichtigingen in de BIFFF-zalen bij tot twee weken waar we elke dag uitkeken naar een gezellige en spannende avond met de BIFFF-raaf. Uitblinkers Soft & Quiet en Suzume genieten ook de aanbeveling van de BG-redactie, alsook Infinity Pool, The Coffee Table, Monolith en Sisu.
Pro
- Belgische en Internationale Premières
- Cultureel divers
- Filmpareltjes
- Q&A met regisseurs en schrijvers
- Cultsfeer
Con
- Toch een groot aantal minder goede films, waaronder de volledige Night
Laatst bewerkt: