Review: Crown Wars: The Black Prince

De Kronenoorlog woedt voort, terwijl rebellen en struikrovers welig door het land tieren en er verderf en vernietiging zaaien. Vanuit je kasteelbasis krijg jij het privilege om die bezielende held(in) te zijn in de strijd tegen het kwaad, in het gloednieuwe turn-based tactiek- en strategiespel Crown Wars: The Black Prince. Vanaf 23 mei kun je van het spel genieten op de pc, PlayStation 5 en Xbox Series X|S, een versie voor Nintendo Switch zou kort daarna lanceren.

Inderdaad, het verhaal heeft niet veel om het lijf, maar wie ligt daar wakker van, als de gameplay fun blijkt te zijn? Ontwikkeld door Artefacts Studio en gepubliceerd door Nacon, is deze Crown Wars: The Black Prince , ondanks enkele Dark Fantasy-elementen, overduidelijk gebaseerd op de Honderdjarige Oorlog. Voor wie het even kwijt is, deze reeks van machtsoorlogen tussen verschillende koninklijke families, woedden gedurende de veertiende en vijftiende eeuw in onze contreien.


Bouw een imperium uit ... door te vechten!​

Na de intro, waarin het kasteel overrompeld wordt door rebellen en jij de uitverkorene blijkt om de controle terug te krijgen over het land, volgt een korte tutorial waarin je de kneepjes van het vak leert. Na enkele tegenstanders tot moes te slaan, dien je een koninklijke familie te kiezen. Deze keuze zal meebepalen welke veldslagen er dienen te geschieden, en zal tevens je grondgebied vastleggen waar je uitvalsbasis, een kasteel nota bene, zich bevindt. Op datzelfde landgoed bevinden zich ook verschillende vrij te spelen gebouwen die de erezaak wat vlotter in je voordeel zouden moeten doen buigen. Elke overwinning levert je grondstoffen op (goud, leder, metaal en hout), waarmee je je imperium nog wat sterker kan maken. Nieuwe en/of betere metgezellen dien je in te huren via goudstukken. Het spreekt voor zich dat je die lui dient te trainen in je barakken, want dan ook weer tijd en goud kost. In de kapel kunnen de gewonden recupereren van een veldslag, of zoals de game het wat extremer verwoordt: rehabiliteren. Vanaf de Great Hall op je familiedomein kan de kaart geraadpleegd worden. Deze schotelt je een weergave voor die wat aan deze van de Pathfinder-reeks doet denken, en levert je tegelijk de vele gevechten aan. Na het verplaatsen van een tot maximaal twee pionnen kun je de tijd ook wat door laten spoelen. Maar toch blijft het reizen erg langzaam verlopen, waardoor je soms geneigd bent om de doorspoelknop meerdere keren aan te klikken.

Wanneer je troepen dan uiteindelijk op hun bestemming arriveren, dien je een squad van vier samen te stellen die het gespuis terplekke van een flink pak rammel moet voorzien. Hierbij ligt er een stukje uitdaging in het uitzoeken van de perfecte balans, bestaand uit welke companions je inzet voor welke klus, welke wapens je in hun pollen steekt, en welke items je zal meenemen. Items zijn onder meer die eenmalig te gebruiken flesjes welke een vuurzee veroorzaken, bijtend zuur bevatten, ofwel uitsluitend bedoeld zijn voor healing. Je huurlingen zelf zien er helaas niet al te divers uit, en dat ligt niet alleen aan het beperkte aantal klassen. Zowel de boogschutters, zwaardvechters (met of zonder schild) en de zwaarste krijgers met hun goedendag dragen namelijk gelijkaardige uitrustingen, en kunnen ook vrijuit elkaars wapens gebruiken. Sommigen hebben dieren bij, zoals honden en beren, welke eveneens meevechten. Een troef die ervoor zorgt dat je knokploeg uit meer dan vier leden kan bestaan. Elk type krijger heeft meerdere vechtstijlen ter beschikking, welke hem of haar tijdelijke voordelen opleveren, zowel wat aanvallen als wat zich het verdedigen betreft. Na elke zege kun je, zoals te verwachten, bepaalde vaardigheden van de betrokken personages dan upgraden.


Een tactisch steekspelletje, met ruwe randjes​

Er zijn verschillende type battles, waaronder Skirmish- en Assassin-missies. Elk van die gevechten bestaat uit meerdere fasen, waarin er meerdere golven vijanden te bekampen zijn. Vaak komt het er toch gewoon op neer dat je elke tegenstander op de kaart moeten uitschakelen, met finaal aan jouw zijde minimum één overlever. Soms dien je binnen een welbepaald aantal rondes al die vijanden te verslaan. Of het level eindigt automatisch in een nederlaag, waarna je een nieuwe squad moet gaan opstellen. En heel soms geldt evenwel net het omgekeerde. Waarbij je na het bereiken van bepaalde objectieven het slagveld al eerder kan verlaten via een extraction point, waardoor je de veldslag vanzelf wint.

Het tactische steekspelletje zelf heeft helaas zijn ruwe randjes. Zo is stealth een wispelturige optie, want de ene keer word je vreemd genoeg niet gedetecteerd, en een andere keer op onbegrijpelijke wijze net wel. Ja, al blijkt de combat gameplay verre van eenvoudig, toch spookt de AI wel eens vreemde dingen uit. Zoals zich terugtrekken of nutteloos enkele stappen opzijzetten, terwijl je op dat moment net erg kwetsbaar was. En neen, natuurlijk word je in deze game niet verwend met een divers assortiment aan classes, wapens en tactieken zoals we kennen uit Baldur’s Gate 3. Al zijn er ook hier heel wat van die klassieke turn-based mechanics te bespeuren. Zoals bijvoorbeeld de Action Points, welke ingezet kunnen worden om een krijger iets verder vooruit te kunnen doen stappen binnen je beurt. Of Opportunity Attacks die je ongewild kunt uitlokken wanneer je een tegenstander gewoon even wil passeren. Met meerderen een vijand omsingelen, levert dan weer een Support Bonus op, enzoverder. Die herkenbaarheid maakt het spelen meteen een pak toegankelijker.

Klassieke, toegankelijke turn-based mechanics.


Toch blijf ik ergens op mijn honger zitten wat de integratie tussen de combat en het verhaal betreft. Ja, die vele gevechten tegen volstrekt vreemden voelen nogal sandbox aan, en vreemd genoeg is er zelfs in het heetst van de strijd niet al te veel animo te beleven. De vijanden wisselen geen woord met elkaar, en je companions slaan evenmin veel zinnigs uit. Iets wat de spanning in sterke mate vermindert, en je je bijgevolg een stuk minder betrokken voelt met de strijd én het verhaal. Dat de cutscenes die telkens afspelen wanneer je gespot wordt of een finishing move uitvoert, zichzelf al snel beginnen te herhalen, verbetert de situatie natuurlijk ook niet meteen.


Voor één keer was die Big Brother-camera wel wenselijk​

Het grootste punt van frustratie met Crown Wars: The Black Prince blijft voor mij echter de camera. Deze is namelijk niet voor de volle 360 graden roteerbaar, en je kunt deze evenmin vrijuit over de map laten zweven, zelfs niet over de reeds verkende locaties. Dat maakt het lastiger om vooraf je kansen in te schatten, of anders gezegd, een gericht plan van aanpak toe te passen. Tijdens het uitvoeren van de aanvallende acties van de krijgers kun je het perspectief zelfs helemaal niet meer draaien, waardoor het wel eens voorkomt dat je niet eens ziet wat er gebeurt.

Grootste punt van frustratie: de camera.


Toch wil ik deze review niet met een volstrekt negatieve noot eindigen, want een grote plus is dan wel weer dat je de progressie op elk moment kunt opslaan, waardoor je ook telkenmale kan teruggrijpen naar een eerder opslagpunt wanneer het fout loopt. Ook op grafisch vlak en prestatiegewijs ziet het er best wel oké uit. En wanneer de muziek dan eens weergalmt, wordt duidelijk dat de soundtrack bij een van de betere aspecten van deze game behoort.

Tot slot, de gameplay van Crown Wars: The Black Prince komt trouwens in drie moeilijkheidsgraden. Squire voor de beginners, Knight als standaardmodus, en Baron voor de gevorderden. Elk van deze modi kent evenwel geen gevolgen wat betreft het aantal save slots en het automatisch aanmaken van opslagpunten, want net dat wordt namelijk gelimiteerd tot één, wanneer je daarbovenop nog de Hero Mode inschakelt.

Conclusie

Crown Wars: The Black Prince biedt een interessante mix van twee spelstijlen. Enerzijds mag je je wagen aan klassieke turn-based gevechten, anderzijds dien je als kasteelheer of -vrouw je grondstoffen en manschappen efficiënt te blijven beheren, om het machtigste imperium van het Westen op te bouwen. Ik mis echter een beetje de integratie tussen het verhaal en de gameplay. Ook de uitwerking van de combat zelf heeft enkele ruwe randjes, waarbij vooral de onhandige camerabesturing afbreuk doet aan de ervaring. Maar voor de liefhebbers van het genre, is deze zeker het proberen waard.

Pro

  • Prima turn-based gameplay
  • Voldoende afwisseling

Con

  • Erg onhandige camera
  • Mankeert wat aan de integratie tussen verhaal en combat
6.5

Over

Beschikbaar vanaf

23 mei 2024

Gespeeld op

  1. PC

Beschikbaar op

  1. Nintendo Switch
  2. PC
  3. PlayStation 5
  4. Xbox Series X|S

Genre

  1. RPG
  2. Strategy

Ontwikkelaar

  1. Artefacts Studio

Uitgever

  1. Nacon
 
Terug
Bovenaan