De zon mocht dan wel stralen bij een aangename temperatuur die de twintig aantikte eind oktober, maar vandaag was de eerste dag dat het herfstgevoel echt in me opkwam. De bladeren dwarrelden roodbruin van de bomen, Sam Fender klonk melancholisch uit de speakers van een voorbijrijdende auto, de geur van Pumpkin Spice Latte hing in de lucht: Het voelde allemaal vrij herfstig aan, maar het was de reclame in een bushokje voor Call of Duty: Black Ops 6 die me finaal ervan verzekerde dat ‘Winter indeed is coming’. Call of Duty zorgt elk jaar voor het startschot van donkere maanden vol frags, killstreaks en ‘Wat was dat daar over mijn moeder’s?’. Dus sla een voorraad Monster Energy in en zet je maar schrap, we gaan weer het digitale slagveld op.
Call of Duty reviewen, het blijft toch elk jaar een stevig werkje, omdat je er spelenderwijs steeds van versteld staat hoeveel game er effectief gemoeid is met die jaarlijkse nieuwe titel. Het is niet louter die nieuwe iteratie van de multiplayer die voor een nog steeds grote groep gamers een jaarlijkse obsessie is, het is ook de campaign en uiteraard strompelen er ook nog wat zombies rond. Toch voelt het met Call of Duty: Black Ops 6 dit jaar net iets significanter aan, omdat je als journalist en fan van de reeks toch het gevoel hebt dat er dit jaar toch behoorlijk wat gewicht gepaard gaat met de release. Het is de eerste game in de reeks die echt duidelijk moet maken waar Microsoft nu juist die 75,4 miljard dollar voor betaald heeft en waarvan de campaign debuteert als day-one release op GamePass. Het is ook de game die de slechte smaak van het wat tegenvallende Vanguard en ronduit afgeraffelde Modern Warfare 3 moet gaan wegspoelen en aantonen dat de franchise nog stevige munitie in het arsenaal heeft. Het is kortom een vrij harde noot om te kraken, daarom dan ook dat we het als vanouds in drie aparte hoofdstukken gaan doen.
De verhaallijn blijft Black Ops, wat er vooral op neerkomt dat je best niet te hard nadenkt over de tijdlijnen en het kluwen aan plot van de voorgangers en simpelweg de gordel vastklikt en klaar maakt voor een ritje dat vrij onkarakteristiek wild aanvoelt voor een Call of Duty. Raven Software heeft een jaar of vier gekregen om deze game te ontwikkelen, en dat merk je dus wel degelijk aan de ‘everything but the kitchen sink’ aanpak van de game. Beginnen doet het eigenlijk nog standaard Call of Duty en zoals aan het begin al gesteld, op een vrij geruststellende manier. Je begint de game in 1991, tijdens de Golfoorlog, waar je als nieuw personage Case jacht maakt op een overloper en ondertussen behoorlijk wat van Saddams leger uit de zandbak knalt. Het is klassieke Call of Duty-gameplay, waar je zonder al te veel context als soldaat in een strijd wordt geduwd die uiteraard volledig uit de klauwen loopt en de poort opent naar de rest van de jacht..
Al meteen in de tweede missie haalt Raven het eerste goocheltrucje boven. Je dacht dat je in een goed gemaakte ouderwetse shooter zat, en plots zit je midden in een spionage thriller. Het is duidelijk dat ze bij de ontwikkelaar van deze Call of Duty stevige fan zijn van Hitman, want ... je hebt een galabal gehost door Bill Clinton waar je een belangrijk doelwit moet uitschakelen, zoek het maar uit. Het is uiteraard niet zo gesofisticeerd als het magnum opus van IO Interactive, maar de game is wel degelijk sterk in dit soort stealth. Tegelijk getuigt het ook van enorm veel lef voor een Call of Duty om na de actie van de opening waar je tientallen Irakezen neermaait, plots op de rem moet trappen om je secuur te laten sluipen op zoek naar je doelwit. Het is niet het enige moment in de game waarin het tempo abrupt van koers verandert, en dat zorgt voor een zekere onvoorspelbaarheid die ik sinds lang niet meer in deze reeks heb gezien.
Het segment in Irak is bijvoorbeeld ook zo een temposwitch. In essentie is het een grote open woestijn waar je dus op jouw tempo en met de nodige vrijheid je objectieven en optionele opdrachten mag vervullen. Het lijkt een beetje op die ‘’open fire’ missies van Modern Warfare 3, alleen een stuk minder kut om te spelen. Het is ietwat van een vreemde eend in de bijt van een campagne die ontzettend hard inzet op het bieden van een gestroomlijnde, cinematografische ervaring, maar het werkt wel om de boel gevarieerd te houden en is volledig in context van het narratief. En dan, zo halverwege, wordt het nog beter. Halverwege de game begint het echt batshit crazy te worden. Ik had het aan het begin al over de introductie van horrorelementen in de game en dat is het gedeelte waar ik eigenlijk het beste over zwijg. Black Ops is nooit beroerd geweest om trippy dingen zoals brainwashing en hallucinaties te introduceren, maar gaat in dit zesde deel gewoon gekker dan ooit met bovennatuurlijke elementen die verdomd effectief zijn.
Het resulteert uiteindelijk in een van de meest gevarieerde en gedurfde single-players die ik ooit in een Call of Duty zag. En dat is allemaal wel heel erg tof, maar wat het verder naar grotere hoogtes stuwt is dat de gunplay zo ontzettend bevredigend is. Elk wapen voelt strak, responsief en krachtig en je voelt dat die nieuwe engine stevig aan het werk is om alle gevechten zo overtuigend mogelijk op het scherm te brengen. Van die engine gesproken, ook audiovisueel is het een beest, los van af en toe een onrealistische glans op objecten. Je kan de game op moderne tv-toestellen zoals een recente LG Oled spelen met de 120Hz-mode aan en VRR-enabled, en het ding ziet er nog uit om te zoenen. Als ik de genereuze verhaallijn die bijna de acht uur aantikt, los van een wat zwakke ‘big bad’, iets moet aanwrijven, dan is het wel dat het verhaal nog wat losse eindjes overlaat. Het einde is bevredigend genoeg, maar je merkt duidelijk dat Raven aast op een sequel. Doen zou ik zeggen, want dit Black Ops 6 is na een paar stevige losse flodders het soort knaller die net als de reboot van Modern Warfare het vertrouwen in de reeks herstelt.
Het vergt even om er in te komen, en momenteel zie je nog lekker veel spelers stuntelen om het onder de knie te krijgen, maar eens je een stoere zijwaartse sprong maakt gaat er een wereld voor je open. Als ze er nog wat duiven hadden bijgegooid, dan waande je je in een John Woo-film. Het resulteert in een Call of Duty die nog steeds de klassieke formule hanteert, maar waar het traverseren over de map vlotter dan ooit aanvoelt. Dat dit jaar de kaart van de vlotte fun getrokken wordt, resulteert eveneens in het vlotter behalen van je doelstellingen en het feit dat je door minder idiote hoepels moet springen voor het behalen van een camo voor je wapen. Voor de rest blijft het dezelfde melange van vertrouwde modi, verdeeld over zestien maps.
Die maps, die zijn echter nogal gemiddeld. Ze komen uit de koker van Treyarch, die toch een behoorlijke reputatie heeft wanneer het aankomt op iconische Call of Duty maps, alleen heb ik momenteel niet het gevoel dat wat er nu geleverd wordt echt memorabel is. Om te beginnen zijn de maps een stuk kleiner qua formaat dan wat we in vorige iteraties zagen, met af en toe een rare lay-out die resulteert in dode stukken waar zelden wat gebeurt. Neem bijvoorbeeld alleen al Rewind als voorbeeld. Het is letterlijk zo een Amerikaanse stripmall die geinig lijkt in concept, maar in realiteit gewoon een resem winkels aan de ene kant van de gevechtszone is die verder niks boeiends te bieden heeft aan de andere kant zodat bijna alle actie zich te veel gaat concentreren op dezelfde plekken. Dat wil niet zeggen dat de maps echt zwak zijn, ze zijn perfect als vlotte arena’s voor de snellere compacte actie van dit jaar, alleen zitten er dus geen uitschieters bij zoals Fire Range en Hacienda in vorige edities. Uiteindelijk is het echter de grind en het blijven spelen van je favoriete modi als Team Deathmatch die blijft primeren, en daar is Black Ops 6 dus sterk in. De arena’s zijn misschien niet super memorabel, maar de vlotte manier waarop je er doorheen beweegt, de sterke gunplay en de perfecte time to kill-tijd zorgt voor een amusante online strijd.
De mode heeft nog steeds over het algemeen een lekker momentum waarbij je monsters à volonté afknalt en ondertussen de Essence verdient die nodig is om nieuwe gebieden te openen en de objectieven te halen. Het enige minpunt is dan ook dat de progressie van je loadout zo veel tijd vergt. Het duurt echt wel net te lang voor je de echt toffe wapens vrijspeelt hier. Het is kortom allemaal erg vertrouwd spul, maar ook hier is het wederom omni movement die uiteindelijk het verschil maakt. Die vrijheid in beweging geeft ook deze mode een schop onder de kont en zorgt voor behoorlijk wat coole mogelijkheden om uit de weg te duiken voor aanstormende zombies of om achterwaarts weg te sprinten. Je bent een stuk veelzijdiger en sneller in je bewegingen dan voorheen het geval was, wat dus ook door deze Zombies mode een frisse wind laat waaien die netjes mengt met die van rottend gespuis. De meeste spelers zullen uiteraard het meeste tijd in de traditionele multiplayer van de game spenderen, maar het hogere tempo van de gameplay en de ontzettend sfeervolle maps zorgen ervoor dat ook Zombies het spelen meer dan waard is.
Call of Duty reviewen, het blijft toch elk jaar een stevig werkje, omdat je er spelenderwijs steeds van versteld staat hoeveel game er effectief gemoeid is met die jaarlijkse nieuwe titel. Het is niet louter die nieuwe iteratie van de multiplayer die voor een nog steeds grote groep gamers een jaarlijkse obsessie is, het is ook de campaign en uiteraard strompelen er ook nog wat zombies rond. Toch voelt het met Call of Duty: Black Ops 6 dit jaar net iets significanter aan, omdat je als journalist en fan van de reeks toch het gevoel hebt dat er dit jaar toch behoorlijk wat gewicht gepaard gaat met de release. Het is de eerste game in de reeks die echt duidelijk moet maken waar Microsoft nu juist die 75,4 miljard dollar voor betaald heeft en waarvan de campaign debuteert als day-one release op GamePass. Het is ook de game die de slechte smaak van het wat tegenvallende Vanguard en ronduit afgeraffelde Modern Warfare 3 moet gaan wegspoelen en aantonen dat de franchise nog stevige munitie in het arsenaal heeft. Het is kortom een vrij harde noot om te kraken, daarom dan ook dat we het als vanouds in drie aparte hoofdstukken gaan doen.
Campaign (oef, ze kunnen het nog)
Godnondeju, ze kunnen het nog, is wel degelijk een van de eerste gedachten die al vrij snel bij het spelen van de campaign door mijn hoofd flitste als een soort flashbang. Over het wangedrocht dat vorig jaar voor een single player moest doorgaan, gaan we vanaf nu gewoon zwijgen. Het is zoals Conner Rousseau en Roma-zigeuners, als we er gewoon over zwijgen is het alsof het nooit is gebeurd. De campaign van Black Ops 6 is dus wel als vanouds Call of Duty volgens het geliefde boekje. Het is een bombastisch globetrottend avontuur vol spektakelmomenten die zelfs Michael Bay even met de ogen zou doen knipperen. Het is dat alles wat je kent en verwacht van de reeks, maar ook meer. Het is een game die de lineaire actie plots inruilt voor een missie van een klein uur in een open sandbox waarin je objectives mag vervullen op je eigen manier en je nog wat later onderdompelt in een horrorsetting. Het is kortom een erg gevarieerde campaign naar Call of Duty-maatstaven, een game die heel wat balletjes in de lucht probeert te houden en er verrassend weinig laat vallen.De verhaallijn blijft Black Ops, wat er vooral op neerkomt dat je best niet te hard nadenkt over de tijdlijnen en het kluwen aan plot van de voorgangers en simpelweg de gordel vastklikt en klaar maakt voor een ritje dat vrij onkarakteristiek wild aanvoelt voor een Call of Duty. Raven Software heeft een jaar of vier gekregen om deze game te ontwikkelen, en dat merk je dus wel degelijk aan de ‘everything but the kitchen sink’ aanpak van de game. Beginnen doet het eigenlijk nog standaard Call of Duty en zoals aan het begin al gesteld, op een vrij geruststellende manier. Je begint de game in 1991, tijdens de Golfoorlog, waar je als nieuw personage Case jacht maakt op een overloper en ondertussen behoorlijk wat van Saddams leger uit de zandbak knalt. Het is klassieke Call of Duty-gameplay, waar je zonder al te veel context als soldaat in een strijd wordt geduwd die uiteraard volledig uit de klauwen loopt en de poort opent naar de rest van de jacht..
Al meteen in de tweede missie haalt Raven het eerste goocheltrucje boven. Je dacht dat je in een goed gemaakte ouderwetse shooter zat, en plots zit je midden in een spionage thriller. Het is duidelijk dat ze bij de ontwikkelaar van deze Call of Duty stevige fan zijn van Hitman, want ... je hebt een galabal gehost door Bill Clinton waar je een belangrijk doelwit moet uitschakelen, zoek het maar uit. Het is uiteraard niet zo gesofisticeerd als het magnum opus van IO Interactive, maar de game is wel degelijk sterk in dit soort stealth. Tegelijk getuigt het ook van enorm veel lef voor een Call of Duty om na de actie van de opening waar je tientallen Irakezen neermaait, plots op de rem moet trappen om je secuur te laten sluipen op zoek naar je doelwit. Het is niet het enige moment in de game waarin het tempo abrupt van koers verandert, en dat zorgt voor een zekere onvoorspelbaarheid die ik sinds lang niet meer in deze reeks heb gezien.
Het segment in Irak is bijvoorbeeld ook zo een temposwitch. In essentie is het een grote open woestijn waar je dus op jouw tempo en met de nodige vrijheid je objectieven en optionele opdrachten mag vervullen. Het lijkt een beetje op die ‘’open fire’ missies van Modern Warfare 3, alleen een stuk minder kut om te spelen. Het is ietwat van een vreemde eend in de bijt van een campagne die ontzettend hard inzet op het bieden van een gestroomlijnde, cinematografische ervaring, maar het werkt wel om de boel gevarieerd te houden en is volledig in context van het narratief. En dan, zo halverwege, wordt het nog beter. Halverwege de game begint het echt batshit crazy te worden. Ik had het aan het begin al over de introductie van horrorelementen in de game en dat is het gedeelte waar ik eigenlijk het beste over zwijg. Black Ops is nooit beroerd geweest om trippy dingen zoals brainwashing en hallucinaties te introduceren, maar gaat in dit zesde deel gewoon gekker dan ooit met bovennatuurlijke elementen die verdomd effectief zijn.
Black Ops 6 veegt de slechte smaak van Modern Warfare 3 weg met een verhaallijn vol creatieve meesterzetten.
Het resulteert uiteindelijk in een van de meest gevarieerde en gedurfde single-players die ik ooit in een Call of Duty zag. En dat is allemaal wel heel erg tof, maar wat het verder naar grotere hoogtes stuwt is dat de gunplay zo ontzettend bevredigend is. Elk wapen voelt strak, responsief en krachtig en je voelt dat die nieuwe engine stevig aan het werk is om alle gevechten zo overtuigend mogelijk op het scherm te brengen. Van die engine gesproken, ook audiovisueel is het een beest, los van af en toe een onrealistische glans op objecten. Je kan de game op moderne tv-toestellen zoals een recente LG Oled spelen met de 120Hz-mode aan en VRR-enabled, en het ding ziet er nog uit om te zoenen. Als ik de genereuze verhaallijn die bijna de acht uur aantikt, los van een wat zwakke ‘big bad’, iets moet aanwrijven, dan is het wel dat het verhaal nog wat losse eindjes overlaat. Het einde is bevredigend genoeg, maar je merkt duidelijk dat Raven aast op een sequel. Doen zou ik zeggen, want dit Black Ops 6 is na een paar stevige losse flodders het soort knaller die net als de reboot van Modern Warfare het vertrouwen in de reeks herstelt.
Multiplayer (vertrouwd recept, nu nog beter)
De multiplayer van een game als Call of Duty aan een oordeel onderwerpen is een tricky gegeven rond de launch. Een robuust online strijdtoneel is altijd onderhevig aan veranderingen en nuances die ervoor kunnen zorgen dat het Black Ops 6 van binnen een maand of vier niet langer hetzelfde is als nu in oktober/november. Toch lijkt het er sterk op dat de game niet al te veel verdere tweaks nodig heeft, het voelt op dit punt namelijk al ontzettend goed. Ik weet dat het op dit punt begint te lijken alsof ik dolgraag Modern Warfare 3 in een juten zak stop en gebruik als piñata, maar ... al na een handvol uren spelen is duidelijk dat Black Ops 6 op alle vlakken beter voelt. De goeie gunplay van de campaign vindt eveneens zijn weg naar de online matches, maar het is omni movement dat voor de grootste herschudding van het kaartendek zorgt. Waar je vroeger gewoon een voorwaartse slide kon maken, kan je nu dus elke richting in glijden, duiken en sprinten.Het vergt even om er in te komen, en momenteel zie je nog lekker veel spelers stuntelen om het onder de knie te krijgen, maar eens je een stoere zijwaartse sprong maakt gaat er een wereld voor je open. Als ze er nog wat duiven hadden bijgegooid, dan waande je je in een John Woo-film. Het resulteert in een Call of Duty die nog steeds de klassieke formule hanteert, maar waar het traverseren over de map vlotter dan ooit aanvoelt. Dat dit jaar de kaart van de vlotte fun getrokken wordt, resulteert eveneens in het vlotter behalen van je doelstellingen en het feit dat je door minder idiote hoepels moet springen voor het behalen van een camo voor je wapen. Voor de rest blijft het dezelfde melange van vertrouwde modi, verdeeld over zestien maps.
De multiplayer gaat niet voor de originaliteitsprijzen, maar voor frisse impulsen en vlotte fun.
Die maps, die zijn echter nogal gemiddeld. Ze komen uit de koker van Treyarch, die toch een behoorlijke reputatie heeft wanneer het aankomt op iconische Call of Duty maps, alleen heb ik momenteel niet het gevoel dat wat er nu geleverd wordt echt memorabel is. Om te beginnen zijn de maps een stuk kleiner qua formaat dan wat we in vorige iteraties zagen, met af en toe een rare lay-out die resulteert in dode stukken waar zelden wat gebeurt. Neem bijvoorbeeld alleen al Rewind als voorbeeld. Het is letterlijk zo een Amerikaanse stripmall die geinig lijkt in concept, maar in realiteit gewoon een resem winkels aan de ene kant van de gevechtszone is die verder niks boeiends te bieden heeft aan de andere kant zodat bijna alle actie zich te veel gaat concentreren op dezelfde plekken. Dat wil niet zeggen dat de maps echt zwak zijn, ze zijn perfect als vlotte arena’s voor de snellere compacte actie van dit jaar, alleen zitten er dus geen uitschieters bij zoals Fire Range en Hacienda in vorige edities. Uiteindelijk is het echter de grind en het blijven spelen van je favoriete modi als Team Deathmatch die blijft primeren, en daar is Black Ops 6 dus sterk in. De arena’s zijn misschien niet super memorabel, maar de vlotte manier waarop je er doorheen beweegt, de sterke gunplay en de perfecte time to kill-tijd zorgt voor een amusante online strijd.
Zombies (een goed lijk laat zich niet kisten)
Zombies-mode is al lang niet meer die vrijblijvende mode die zestien jaar geleden debuteerde waar je gewoon hordes aan nazi zombies aan stukken schoot in een dappere strijd om te overleven. Het is een uitgebreid spel op zichzelf met een verhaallijn die voor veel spelers echt wel een traditie is geworden. De verhaallijn is in elk geval een directe sequel op die van Cold War en ik moet eerlijk toegeven dat ik er op dit punt nauwelijks nog een touw aan kan vastknopen. Ik hoor dus ook wel dat de vele dialogen tal van verwijzingen naar vroeger bevatten en er knipogen en easter eggs in de game zitten, maar het meeste vliegt boven mijn hoofd. Uiteindelijk is dat allemaal echter van geen belang, het is wat er op de twee nieuwe maps gebeurt dat telt. Terminus is een voormalige gevangenis die nu een biologisch laboratorium geworden is en Liberty Falls, een soort slaperig Amerikaans dorpje in West Virginia. Beide zijn de perfecte setting voor de frenetieke ‘fuck fuck, zombies langs alle kanten’ gameplay. Beide maps zitten vol coole plekjes en een heerlijk creepy sfeertje, maar Liberty Falls heeft ziplines die je van dak naar dak laten zoeven, en wint het dus op coolheidsfactor.De mode heeft nog steeds over het algemeen een lekker momentum waarbij je monsters à volonté afknalt en ondertussen de Essence verdient die nodig is om nieuwe gebieden te openen en de objectieven te halen. Het enige minpunt is dan ook dat de progressie van je loadout zo veel tijd vergt. Het duurt echt wel net te lang voor je de echt toffe wapens vrijspeelt hier. Het is kortom allemaal erg vertrouwd spul, maar ook hier is het wederom omni movement die uiteindelijk het verschil maakt. Die vrijheid in beweging geeft ook deze mode een schop onder de kont en zorgt voor behoorlijk wat coole mogelijkheden om uit de weg te duiken voor aanstormende zombies of om achterwaarts weg te sprinten. Je bent een stuk veelzijdiger en sneller in je bewegingen dan voorheen het geval was, wat dus ook door deze Zombies mode een frisse wind laat waaien die netjes mengt met die van rottend gespuis. De meeste spelers zullen uiteraard het meeste tijd in de traditionele multiplayer van de game spenderen, maar het hogere tempo van de gameplay en de ontzettend sfeervolle maps zorgen ervoor dat ook Zombies het spelen meer dan waard is.
Conclusie
Call of Duty: Black Ops 6 spoelt de bittere nasmaak van teleurstellende vorige delen weg met een tsunami aan sterke keuzes en herstelt op ijzersterke wijze het vertrouwen in de reeks. De campaign is de meest creatieve en veelzijdige die de franchise ooit heeft gehad en de actie op het online slagveld voelt, ondanks de wat middelmatige maps in de traditionele multiplayer, dankzij de vernieuwde controls enorm energiek aan. Modern Warfare 3 voelde vorig jaar misschien een tikje aan als de doodsteek van Call of Duty, maar Black Ops 6 is de defibrillator.
Pro
- De campaign is verrassend creatief en genereus
- De multiplayer is compact en snel
- Omnimovement zorgt voor een frisse wind
- Zombies is sfeervol en fun
- Audiovisueel een beest van een game
Con
- De maps in multiplayer laten geen memorabele indruk achter
9
Over
Beschikbaar vanaf
25 oktober 2024
Gespeeld op
- PlayStation 5
Beschikbaar op
- PC
- PlayStation 5
- Xbox Series X|S
Genre
- Action
- Shooter
Ontwikkelaar
- Raven Software
- Treyarch
Uitgever
- Activision