Dat het vierkant draait binnen B-Fast, werd in 2015 al duidelijk. Na de zware aardbeving in Nepal trok het zoek- en reddingsteam vol goede moed naar daar, maar enkele dagen later moest het terugkeren zonder ooit te hebben gezocht naar overlevenden. Aan de basis lag een aaneenrijging van foute keuzes. Zo weigerde de regering een veldhospitaal mee te sturen en kon het vliegtuig van Defensie wegens allerlei vertragingen niet landen in Kathmandu. Er ging zoveel tijd verloren dat Nepal onze hulp niet meer nodig had.
Wat ook meespeelde, was de open oorlog tussen de inmiddels overleden urgentiearts Luc Beaucourt, een van de founding fathers van B-Fast, en toenmalig coördinator Geert Gijs. Die eerste kreeg de steun van N-VA, die zich afvroeg of B-Fast “nog wel zin had”, de andere van minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld). Zo werd de persoonlijke vete ook een politieke strijd over een belangrijk Belgisch symbool. Een kritische audit na Nepal had het over “ondoorzichtige besluitvorming, spanningen tussen individuen en gebrekkige samenwerking”.
Nog gekker werd het bij de zware explosie in Beiroet, in 2020. Toenmalig premier Sophie Wilmès (MR) kondigde toen onverwijld de hulp van B-Fast aan op Twitter, onwetende dat de Search & Rescue-afdeling een jaar eerder grotendeels was wegbezuinigd bij de hervorming van de Civiele Bescherming onder minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA). Het reddingsteam kon enkel nog in België in actie komen omdat het niet langer het internationaal vereiste kwaliteitslabel van de Verenigde Naties had. Uiteindelijk stuurde België enkel hulpmateriaal naar Libanon.